door Jan Vinks
Bij de draaibrug van Prinsenhoeven in Tilburg lag onder aan de kanaaldijk ooit een café met de naam Het Huis der Duizend Likeuren. Aan de overzijde van het water stond rechts van de weg het huis van de brugwachter en aan de andere kent de parochiekerk, het huis van God.
Achter het café liep een modderig pad richting Piushaven. Dit pad heette ‘het havenstraatje’ en beneden langs de dijk vond men zes of zeven vervallen woninkjes, gelegen op drassige grond. Er woonden arme mensen in uitzonderlijke misère. Ik herinner mij de scharensliep die soms aan huis kwam, ik herinner mij een uitgemergelde, wanhopige vrouw op zoek naar haar man, ik herinner mij een achterlijk kind alleen op de dijk.
Smokkelen
Over de eigenaar van het café werd gezegd dat hij tijdens en na de oorlog zijn geld verdiend had met smokkelen van sterke drank en daarom zijn zaak Het Huis der Duizend Likeuren noemde. Als eerste in Tilburg liet hij een enorme neonreclame op het dak monteren. Het spookachtig groene neonlicht droop als giftige absint van de nachtelijke hemel en deed toevallige passanten huiveren.
De cafébaas heette Kees de Reijer en wellicht daarom reed hij op een paard. In smetteloos ruiterkostuum, als een souvereine vorst, doorkruiste hij de buurt. We zagen hem soms het nabij gelegen kerkhof passeren en het leek onwaarschijnlijk dat hij ooit het lot zou delen van die dode sukkels.
Het spreekt tot de verbeelding dat juist dit café een welkom onderdak bood aan een groepje beeldende kunstenaars uit Tilburg. Het waren de schilders Frans Mandos, Kees Mandos, Nico Molenkamp, Jan van Riel en Jos Zeegers. Jan Dijker kwam af en toe aanschuiven en de architect Noud Heerkens was eveneens van de partij. Er werd geëxposeerd, gediscussieerd, vertier gezocht en gevonden. De eerste Tilburgse School was een feit.
Buiten op het terras stonden royale zitstoelen en iedere kunstenaar had zijn eigen stoel beschilderd in de heftige en kleurrijke stijl van Karel Appel: La bataille des chaises. Hoewel zij moeiteloos Appel pasticheerden, is het opvallend dat geen van hen in eigen werk de invloed van Cobra toeliet. Hoogstwaarsohijnlijk was er op dat moment in het Zuiden geen markt voor Cobra.
Modellen
Waar zich een groepje kunstschilders bevindt en vooral waar zij feestvieren, zijn steevast hun modellen aanwezig. Zo ook hier. Het verhaal deed de ronde dat tijdens zo’n uitbundig feest het model naakt in het kanaal was gegooid, waarna de heren zo lang ruzie maakten wie haar mocht ‘redden’, dat zij bijna was verdronken.
De buurt was ‘not amused’.
© Brabant Cultureel – april 2016
Jos was een fijne openhartige man. Bij hem en zijn vrouw Jet waren we met Fluitekruid jarenlang kind aan huis. Een soort ersatz- familie!. Hij liet ons ook altijd deelhebben aan zijn nieuwste werk.