|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Len Munnik | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In 2016 wordt herdacht dat Jheronimus Bosch 500 jaar geleden overleed. Aan deze herdenking zijn talloze culturele evenementen gekoppeld. Brabant Cultureel opent het Jheronimus Bosch-jaar met maar liefst vijf artikelen over de beroemde schilder, alle eigen producties. foto Kalle Kuikkaniemi (detail) |
Prins Bernhard Cultuurfonds, in 1940 opgericht om geld voor wapens in te zamelen. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Brabant Cultureel / Brabant Literair | Kortom | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
Club Solo op Rotterdam Contemporary RAW (Rotterdam Art Week) heet tegenwoordig Rotterdam Contemporary Art Fair, kortweg Rotterdam Contemporary. Dit jaar vindt die plaats van van 10 t/m 14 februari 2016 op de vaste locatie Cruise Terminal Rotterdam. Daar wil Rotterdam Contemporary ruimte geven aan galeriehouders om samen dé kunstbeursweek van Nederland te organiseren. Onderdeel van de beurs is Intersections, die plaatsvindt in de voormalige werkplaatsen van de Van Nellefabriek, tegenover de hoofdingang van de beurs. Eén van de deelnemers is het kunstenaarsiniatief Club Solo uit Breda. Zij zullen werk tonen van Ton Boelhouwer, Floor 1 (series of large floors) en van Hugo Duchateau: Kringloop dat uit het Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen komt. Gert-Jan Prins voert dagelijks een performance uit met zijn installatie Cavity Life, waarin koperen platen en electronica één instrument vormen. Voor Club Solo is dit een mooie kans om duidelijk te maken wat hun doel is: kunstenaars de ruimte geven om te laten zien waar zij mee bezig zijn, zonder dat er voor wie dan ook enig gewin in zit. Van Ton Boelhouwer zal van 28 februari tot en met 28 maart 2016 een tentoonstelling, Solo 7, te zien zijn in Club Solo Breda. Na Boelhouwer krijgt Gert-Jan Prins een solotentoonstelling, Solo 8, van 1 tot en met 29 mei. In het aanstaande nummer van Brabant Cultureel meer over Club Solo. ► Rotterdam Contemporary, van 14 t/m 14-2-2016. Cruise Terminal: Wilhelminakade 699. Intersections is gratis te bezoeken tijdens Rotterdam Contemporary. www.rcartfair.com (mb)
Avontuur, Sculptuur, Architectuur Jan Doms (Tilburg 1949) is in Tilburg en omgeving vooral bekend als initiator en organisator van tal van projecten op het gebied van kunst en architectuur. Je zou bijna vergeten dat hij ook beeldend kunstenaar is. Daar wordt aandacht aan geschonken middels twee exposities in genoemde stad. Tot en met 14 februari 2016 toont Luycks Gallery klein werk (tekeningen, wandsculpturen en fotografie) van een project in Armenië. Het grote werk van Doms wordt, samen met werk van Paul van Rijswijk, tot en met 28 februari 2016 getoond in de Polygonale Hal in de Spoorzone. Bij de opening van de expositie in de Spoorzone werd een nieuw boek van Jan Doms gepresenteerd met als titel ‘Avontuur, Sculptuur, Architectuur’. Het boek geeft een goed beeld van zijn veelzijdige activiteiten. Alleen de biografie al, achterin het boek, is indrukwekkend. Het boek bevat foto’s en tekeningen van allerlei projecten. Jan Doms volgde zijn opleiding aan de Academie voor Beeldende Kunst in Tilburg en specialiseerde zich in constructief beeldhouwen. Met deze richting plaatste hij zich in de traditie van de conceptuele kunst en begaf hij zich op het snijvlak van beeldende kunst en architectuur. Glas en metaal werden zijn favoriete materialen. Later studeerde hij Cultuurwetenschappen aan de Universiteit van Tilburg. Hij was onder meer directeur van de Tilburgse Kunststichting, zette zich in voor theater De NWE Vorst en werkcentrum het Duvelhok. Daarnaast nam hij initiatieven voor kunst in de openbare ruimte en dit resulteerde weer in betrokkenheid bij ruimtelijke ontwikkeling en architectuur. In 2001 richtte hij zijn eigen bureau voor ruimtelijk ontwerp en onderzoek op: LEF stadsdynamica. Zijn werkterrein beperkte zich niet tot Tilburg, zelfs niet tot Nederland. In het boek zijn zijn vele projecten, ook de buitenlandse, gedocumenteerd. (ivb) ► Jan Doms, Avontuur, Sculptuur, Architectuur (uitgave LEF stadsdynamica) 2016. Verkrijgbaar bij Boekhandel Livius De Zevensprong, Tilburg of te bestellen via jandoms@lefdynamics.nl, € 18 (excl. verzendkosten)
Ted van Lieshout genomineerd De Hans Christian Andersen Award, sinds 1956 jaarlijks uitgereikt door de International Board on Books for Young People (IBBY), geldt als de Nobelprijs voor jeugdliteratuur. De prijs gaat zowel naar schrijvers als illustratoren en Nederlanders die de prijs wonnen, waren in 1988 Annie M.G. Schmidt en in 2004 Max Velthuijs. De prijs bestaat uit een gouden medaille met daarop een portret van Hans Christian Andersen, uitgereikt door de koningin van Denemarken. De winnaars van 2016 worden op 4 april bekend gemaakt tijdens de kinderboekbeurs in Bologna. Eén van de genomineerden is dit jaar Ted van Lieshout (Eindhoven 1955). Van Lieshout studeerde aan de Rietveld Academie en schrijft en illustreert sinds 1986 proza (fictie en boeken over kunst) en poëzie voor kinderen. Verder schrijft hij voor theater en liedjes voor bekende televisieprogramma’s zoals Het Klokhuis en Sesamstraat. In 2009 ontving hij de Theo Thijssenprijs voor zijn gehele oeuvre. Een jaar later kreeg hij als eerste de Willem Wilmink-prijs voor het beste kinderlied, en in 2012 de Woutertje Pieterse Prijs en een Zilveren Griffel voor zijn blokgedichten in Driedelig paard. Ook in 2014 werd hij al eens genomineerd voor de Hans Christian Andersen Award. Van Lieshout onderscheidt zich door de veelzijdigheid van zijn oeuvre, de dialoog tussen woord en beeld en zijn originele en beeldende stijl. De andere genomineerden voor de Hans Christian Andersen Award 2016 zijn Cao Wenxuan (China), Louis Jensen (Denemarken), Mirjam Pressler (Duitsland) en Lois Lowry (USA). Onder de genomineerde illustratoren bevindt zich dit jaar de Zweeds/Nederlandse Marit Törnqvist (1964), naast Rotraut Susanne Berner (Duitsland), Pejman Rahimizadeh (Iran), Alessandro Sanna (Italië) en Suzy Lee (Korea). (lt)
Dichters aan de dijk gezet Wie aan de dijk gezet wordt, is de pineut. Dat geldt echter niet voor de tien dichters wier werk tot 31 januari in Waalwijk aan de Winterdijk op grote doeken te bewonderen is. De Waalwijkse dichters Frans Hagendoorn en Hans Branderhorst hebben tien gedichten uitgezocht die over Waalwijk gaan, waaronder ook twee werken van eigen hand. De keuze van de tien gedichten is een hele persoonlijke, benadrukken Hagendoorn en Branderhorst. ‘Het gaat dus niet om een oordeel over de kwaliteit,’ zegt Hagendoorn. ‘De gedichten gaan over Waalwijk en mochten niet te lang zijn omdat ze op de doeken moesten passen. Het ging bij de keuze om ons eigen gevoel.’ Atelier Winterdijk 30b faciliteert de expositie. De frames waarin eind vorig jaar onder de hoede van dit atelier de fototentoonstelling Schoenportretten van Luuk Aarts te bewonderen was, tonen nu de werken van Dichters aan de Dijk, zoals de expositie heet. De tien gedichten hangen aan het stuk Winterdijk tussen het oude Kropholler-raadhuis en het huidige gemeentehuis, door veel mensen gebruikt als toegangsweg vanaf de parkeerplaats aan de Taxandriaweg richting centrum. Dichters aan de Dijk weet zich derhalve van een groot publiek verzekerd. ‘Mensen zijn gewaarschuwd,’ zegt Frans Hagendoorn. ‘Een wandeling over dat stuk van de dijk kan nu wat langer duren dan normaal.’ De doeken zijn fraai vormgegeven, met onder iedere tekst het wapen van Waalwijk. Als het donker is, zijn de teksten een aantal uren verlicht. Een van de deelnemers is de dichter Albert Megens uit Kaatsheuvel. Van hem is er een gedicht over de Hooisteeg, toevallig op een steenworp van de plaats waar de gedichten ‘hangen’. Hij was na afloop zeer te spreken over de ambiance tijdens de opening en hoe het resultaat is geworden. ‘Ik kom hier zeker nog eens terug.’ (jt)
zomaar een dag zomaar een dag besloot mijn jas dat hij spontaan naar buiten wou, om onbemand bij avond terug te zijn met de ochtendkrant nog keurig opgevouwen in zijn mouw
sindsdien wordt geen krant meer gelezen al het nieuws is ruimschoots ingehaald er wordt tevoren op gewezen dat het land moet sluiten en de grenzen afgepaald
bij het winkelcentrum, aan de zijkant toonde iemand een krantje en zei ‘hallo’ men was erg druk, er reageerde niemand zei een meisje ‘mama, is die krant kado?’
de zon ging in de avond gewoon onder er viel soms regen zonder commentaar ‘n hond zocht naar een plekje in het park z’n baasje stond goed voorbereid al klaar Ko Lumbes
Subsidie choreografe Heitmann Het Fonds voor de Podiumkunsten ondersteunt de Tilburgse Katja Heitmann voor de komende twee jaar voor haar project Pandora’s Dropbox. De choreografe neemt met dat project de hedendaagse technologie als uitgangspunt. Met de financiële bijdrage gaat Heitmann een professioneel team opbouwen, haar stijl verder uitwerken en haar internationale netwerk uitbreiden. Het eindresultaat wordt in 2017 gepresenteerd tijdens SPRING en Theaterfestival Boulevard. Katja Heitmann maakte al vaker indruk met eigenzinnige performances en installaties. Tijdens de voorbije Boulevard presenteerde zij de tien uur durende performance-expositie iTernal PlayGround in Winkelcentrum Arena. De installatie For iTernity gaat komend jaar op tournee en is onder meer te zien tijdens Festival Cement in ’s-Hertogenbosch en SPRING in Utrecht. Al vanaf 2013 wordt Heitmann ondersteund door DansBrabant. De komende jaren wordt deze intensieve samenwerking doorgezet en sluiten Het Huis Utrecht en SPRING aan als twee nieuwe partners. Sinds september 2014 is Heitmann één van de makers binnen PLAN, het platform voor talentontwikkeling in Noord-Brabant. (rvdh)
Magnum on set Wie kent niet de iconische foto’s van Marilyn Monroe in opwaaiende zomerjurk boven een rooster van de metro? Elliott Erwitt maakte de serie foto’s in 1955 in New York tijdens de opname van de film The Seven Year Itch. Erwitt was een van de fotografen van het beroemde Parijse fotoagentschap Magnum die foto’s mochten maken achter de schermen van de filmindustrie. Naast Erwitt waren dat bijvoorbeeld Henri Cartier-Bresson, Eve Arnold, W. Eugene Smith. De foto’s tonen niet alleen de populaire acteurs, maar geven ook een beeld van het filmverhaal en van het productieproces. De foto’s werden destijds voor PR-doeleinden gebruikt en hebben zeker bijgedragen tot het succes van de films. Gemeentemuseum Helmond toont in de Boscotondohal foto’s uit legendarische films uit de periode 1952-1985. Naast Marilyn Monroe passeren filmsterren als Charley Chaplin, James Dean, Elizabeth Taylor, Clark Gable, Romy Schneider, Orson Welles en Dustin Hoffman de revue. Van alle films zijn tevens de originele filmaffiches te zien, een bruikleen van EYE Filmmuseum te Amsterdam. Wat opvalt is dat die affiches over het algemeen gedateerd overkomen, terwijl de getoonde foto’s de tand des tijds hebben doorstaan en een haast tijdloos karakter hebben. Het waren dan ook niet de eerste de beste fotografen die deze opnamen maakten. Toch koos de filmindustrie vanaf de jaren zeventig steeds meer voor het inhuren van fotografen voor het maken van filmstills en kwam er een einde aan de praktijk van Magnumfotografen. In de expositieruimte is filmmuziek te horen, zijn bekende tekstfragmenten uit de films te lezen en worden in een heuse bioscoop filmklassiekers getoond. (ivb) ►‘Magnum on set’ t/m 27 maart 2016 in Gemeentemuseum Helmond.
Album Jan Stuyt De architect Jan Stuyt (1868-1934) bouwde kerken en kloosters, villa’s, hele arbeiderswijken, bedrijfsgebouwen, gemeentehuizen en politiebureaus, ook in Noord-Brabant. Toch wordt hij vooral herinnerd als kerkenbouwer. In 2011 verscheen een door Jeroen Goudeau en Agnes van der Linden samengestelde bundel met artikelen die Stuyt vanuit verschillende invalshoeken benaderden en zo de architect en zijn werk breed aandacht schonken. In een nieuw boek belicht Van der Linden nu ruim twintig albumbladen die rond 1928 zijn vervaardigd voor wat mogelijk een vriendenboek voor Jan Stuyt moest worden. De bladen zijn nooit gebundeld – anders dan in een ad hoc mapje – en hun precieze doel is dus niet duidelijk, maar ze geven een goed beeld van de kring van vrienden en collega’s waarin het echtpaar Stuyt zich bewoog. Waarschijnlijk was Louise Stuyt-Barozzi de initiatiefneemster voor het album. Van der Linden voorzag alle bladen van commentaar en schetst ook de context waarin dergelijke albums ontstonden en dat geeft in dit geval een fraai inkijkje in de kring van katholieke kunstenaars van allerlei snit in de late jaren ’20. De enige Noordbrabander in het gezelschap is de nogal vergeten Tilburger August van Os, die zichzelf omschreef als ‘kunstnijvere’. Wie dus denkt dat het Rijke Roomse leven zich afspeelde in het zuiden des lands, komt in dit fraaie boekje niet aan zijn trekken, maar wordt wel een leerzaam beeld voorgehouden van het Roomse noorden (of in dit geval vooral westen) des lands. Een gemis is dat mevrouw Stuyt, geboren als Jeanne Louise Barozzi, hier onderbelicht blijft. Ook over haar had ik graag wat meer gelezen. (lt) ►Agnes van der Linden, Vrienden van Jan Stuyt en Louise Barozzi. Bijdragen aan een album anno 1928. Nijmeegse kunsthistorische cahiers 22. Nijmegen: Vantilt 2015, 176 pp., ISBN 978-94-91226-00-7, pb., € 14,50.
Jubileumboek De Kersouwe De Kersouwe (dialect voor madeliefje) is een natuurtheater in de bossen van Heeswijk-Dinther. Deze zomer bestond het zeventig jaar. Ter gelegenheid daarvan is een jubileumboek uitgegeven waarin staat hoe het begon en hoe het verder ging. De Kersouwe werd meteen na de oorlog in 1945 opgericht, vooral om gemengd spel tussen mannen en vrouwen mogelijk te maken. Van de bisschoppen mocht maar één gemengd gezelschap in een zaal spelen, in de openlucht was gemengd optreden toegestaan als het maar vóór zonsondergang was afgelopen. Het stuk waarmee het jubileum afgelopen zomer werd gevierd, was ‘De klokkenluider van de Notre Dame’, gebaseerd op de roman die Victor Hugo in 1831 publiceerde. In de beginjaren werden vooral Bijbelspelen opgevoerd. Daarna, in de jaren vijftig, schreef Anton Coolen zeven stukken voor De Kersouwe. Omdat het steeds moeilijker werd om publiek en acteurs te trekken, greep men naar de stukken van Shakespeare en Goldoni. In 1965 kwam er een eind het katholieke karakter van De Kersouwe. De stukken van Bertolt Brecht ‘De Kaukasische Krijtring’ en ‘Moeder Courage en haar kinderen’ kwamen op het programma. Zo werd De Kersouwe steeds meer theater van nu. Van Gerrit Komrij werd ‘Koning op drift’ gespeeld, naar een stuk van Pericles, Tijl Uilenspiegel van Hugo Claus en Antigone van Joseph Stein. Er is nu ook een afdeling Jeugdtheater die jeugdvoorstellingen produceert en workshops voor basisscholen organiseert en met een eigen Jeugdtheater waar plaats is voor 400 jongeren. In het grote theater kunnen wel 2000 kinderen ontvangen worden. De hele organisatie draait op vrijwilligers. Die timmeren decorstukken, naaien kostuums en doen dat vaak jarenlang en het hele jaar door. Voorstellingen worden goed bezocht en het theater wordt steeds meer ook muziektheater. Paul de Leeuw, Youp van het Hek en Ilse de Lange treden er graag op. De geschiedenis van De Kersouwe is te lezen in een aantrekkelijk boek van zo’n 250 pagina’s dik. Met heel veel foto’s, afbeeldingen van affiches en geschreven herinneringen. (mb) ► Adri van de Brand e.a., 70 jaar De Kersouwe, in woord, beeld en kleur. Uitgave van de Stichting Natuurtheater De Kersouwe, € 29,50 excl. verzendkosten.
Anne van Arend De Tilburgse Alba Stichting stelt zich ten doel om theatervoorstellingen en andere kunstuitingen voor een breder publiek toegankelijk te maken. Recent bracht deze stichting het boekje De tjalk van Haastrecht uit. Het is een aanvulling op het boek Bevochten Groei met verhalen van de half-joodse Anne van Arend (1923-2009) over haar jeugd en over de oorlogsjaren, dat in mei 2015 verscheen (zie hier www.cubra.nl/.../ven_jace_van_de_Bevochten_groei.htm). Jos van Beers en Mechtild Gramlich hebben uit Van Arends nalatenschap nu zes lichtere verhalen geselecteerd. Het zijn mijmeringen, met een geestige ondertoon, vol levenswijsheid en ontroering. Onder meer beschrijft Anne van Arend in dit nieuwe boekje hoe zij door een ontmoeting met een joodse vrouw in Wenen weer in contact kwam met haar joodse wortels en zich daarin ging verdiepen. Zo raakte zij betrokken bij de oprichting van de Liberaal Joodse Gemeente Brabant, waarvan zij jarenlang een actief lid was. (jvdv) ► Anne van Arend, De tjalk van Haastrecht (ISBN 9789492387004, pb.) kost € 9,50 en is te koop bij de Tilburgse boekhandels of via albastichting@yahoo.com en kost dan inclusief verzending € 12,50.
Het Nederlands Leder en Schoenen Museum heeft een kleine tentoonstelling genaamd ‘De huid als communicatiemiddel’. Over hoe de mens in staat is met een ander contact te maken via zijn eigen huid of via bewerkte, dierlijke huid. Beelden die op de huid zijn aangebracht, zeggen soms iets over de eigenaar: al of niet huwbaar of de sociale groep. Ze werden ook wel aangebracht om schoonheid of viriliteit te verhogen. De oudste Europese afbeeldingen van een mens met lichaamsversieringen zijn gevonden in de grot La Madeleine in Frankrijk. Rotstekeningen van figuren met tatoeages of bodypainting. Ook de gletsjerman Ötzi heeft tatoeages; misschien aangebracht als pijnbestrijding bij reuma. Kruiden werden dan op insnijdingen gelegd en vervolgens verhit. As werd vaker gebruikt om huid te verfraaien en soms werd zelfs buskruit in insnijdingen gelegd en vervolgens aangestoken. Dat resulteerde in een ‘prachtige’ tekening van littekens achter. Brandmerken was dan weer een lijfstraf en martelmethode, maar diende ook als eigendomsteken. Huid kan ook onschuldiger bewerkt worden. Er kunnen Wajangpoppen van gemaakt zijn, die in Javaanse schaduwspelen gebruikt werden. In sommige Afrikaanse landen werden stukken huid als verfraaiing gedragen en versierd met kraaltjes van struisvogeleieren. Die meisjes kregen bij bijzondere gelegen kraaltjes van hun moeder die deze kraaltjes van haar eigen versieringshuid afhaalde. Arme moeder had op het eind van haar leven zelf geen kraaltjes meer. Huid, vaak kalfshuid, werd als perkament al in de oudheid gebruikt om beschreven te worden en in de middeleeuwen was perkament de schriftdrager bij uitstek. De expositie bevat zo nog veel meer interessante wetenswaardigheden. Mooi materiaal voor een spreekbeurt. (mb) ► ‘De huid als communicatiemiddel’, t/m 16 mei 2016 in het Nederlands Leder en Schoenen Museum, Waalwijk.
‘Heldere lijnen’, ‘conceptueel’, ‘kleurrijk’, zomaar wat kreten die de mode van Nederland typeren. Het Gemeentemuseum Den Haag laat met de expositie ‘Ode aan de Nederlandse mode’ heel wat modeontwerpers van Nederlandse bodem voor het voetlicht verschijnen, waaronder ook een aantal van Brabantse origine: Charles Montaigne, Mart Visser, Viktor & Rolf en Jan Taminiau. De expositie volgt geen chronologische lijn, maar is thematisch ingedeeld. Thema’s als zwart en wit, geometrische patronen, exotisch, conceptueel en kleur vormen een verbindende schakel tussen verschillende decennia van 1885 tot 2015. Mooi om te zien dat de prachtige creaties van Jan Taminiau meer weg hebben van de handgemaakte japonnen uit de negentiende en vroege twintigste eeuw dan van recente voorgangers. Nog opvallender dan de mode zelf is echter de vormgeving van de expositie. Alle lof voor Maarten Spruyt en Tsur Reshef die er een originele presentatie van hebben gemaakt. Zo kreeg ieder thema een verrassend andere aanpak. Vooral de zaal met het thema kleur is oogstrelend. Bij de expositie verscheen een catalogus met dezelfde titel. Modefoto’s uit de tijd zelf worden afgewisseld met nieuwe modefoto’s van Sabrina Bongiovanni in het Nederlandse landschap. Dat geeft een vervreemdend effect, omdat de mode (het tijdsbeeld) niet klopt met de hedendaagse fotografie. Dat wordt nog versterkt door het veelvuldig gebruik van etalagepoppen in plaats van levende modellen. (ivb) ► ‘Ode aan de Nederlandse mode’, nog t/m 7 februari 2016 in Gemeentemuseum Den Haag. ► Madelief Hohé (red.), Ode aan de Nederlandse mode. Zwolle: Waanders Uitgevers / Gemeentemuseum Den Haag 2015, 256 pp., ISBN 978-94-6262-051-3, pb., € 22,50.
Land, licht, lucht en water in Venlo Onder de noemer ‘Land, licht, lucht en water’ toont Museum Van Bommel van Dam werken uit eigen collectie – zowel uit de verzameling van Maarten en Reina van Bommel-van Dam als recente aankopen – aangevuld met bruiklenen. Het museum richt zich hoofdzakelijk op kunst uit het zuiden van Nederland en veel kunstenaars die een band hebben met Noord-Brabant zijn in de collectie vertegenwoordigd. Dat is ook het geval in deze expositie. Werken van begin twintigste eeuw tot heden zijn associatief bij elkaar gehangen. Zo vormt een groot formaat tekening in zwarte inkt van Hans van Hoek een mooie combinatie met een even groot schilderij in zwart-wit van Armando. De meditatieve video van Rob Moonen van de zee combineert prachtig met het bekende gedicht ‘Eb’ van Vasalis. Maar naast de overeenkomsten vallen juist de verschillen op, verschillen in onderwerp en in aanpak. Een keur aan stijlen en materialen passeert de revue. Daarmee is dit een boeiende expositie met veel afwisseling. Er zijn stadslandschappen te zien van filmmaker dré didderiëns, die zich hier voor het eerst als fotograaf profileert. Graficus Vincent van Ojen, van wie we lang niets meer gehoord hebben, maar die onlangs exposeerde in het Van Abbehuis in Eindhoven, toont recente schilderijen. Ook Ingrid Simons toont recent werk, schilderijen in een nieuwe kleurstelling die ze maakte in Portugal, naast eerder gemaakt werk in dat voor haar inspirerende land. Verder is werk te zien van ondermeer Anne Geene, Bert Loerakker, René Korten, Toon Michiels, JCJ Vanderheyden, Hans Kuijs, Theo Kuijpers en Hans Klein Hofmeijer. (ivb) ► ‘Land, licht, lucht en water. Een reis door 20ste en 21ste-eeuwse (landschaps)kunst’, t/m 20 maart 2016 in Museum Van Bommel van Dam, Venlo. ► Kunstenaarsgesprek zondag 21 februari 2016, om 15.00 uur. Museumdirecteur Rick Vercauteren praat met de kunstenaars Rob Moonen, Vincent van Ojen en Ingrid Simons over de invloed van het reizen op hun beeldend werk. Voeden reizen de verbeelding van het landschap?
Je bent er geweest Vrijdag 20 november 2015 was het de Dag van de Rechten van het Kind. In de Pauluskerk in Rotterdam werd bij die gelegenheid een bijzonder boek gepresenteerd met als titel Je bent er geweest. In 24 indringende gedichten en illustraties betrekken Arie de Bruin (auteur) en Len Munnik (illustrator) de lezer bij de situatie van kinderen in Israël en Palestina. Len Munnik is ook de vaste cartoonist van Brabant Cultureel. De rechten van kinderen komen in oorlogssituaties altijd in de knel en ook Palestijnse kinderen groeien op met angst en trauma’s, zeker als zij in militaire gevangenissen worden vastgezet. De Bruin en Munnik lieten zich inspireren door het gedachtegoed van de Pools-joodse pedagoog en kinderarts Janusz Korczak, van wie uitspraken in het boek zijn opgenomen. Het eerste exemplaar werd aangeboden aan Rosh Abdelfatah, Koerdisch-Syrische vluchteling, filmmaker en artistiek leider van het Arab Film Festival. Hij werkt als kunstenaar onder meer in vluchtelingenkampen aan de grenzen van Syrië. Bij de presentatie werden gedichten voorgedragen en was er muziek. Enkele bezoekers van de Pauluskerk (zelf vluchteling) speelden een aangrijpend toneelstuk waarin de positie van vluchtelingen, kinderen en volwassenen, centraal stond. Met de opbrengsten van dit boek wordt het YMCA project ‘Post- trauma Rehabilitation of the Palestinian Ex-detainee Children in the West Bank’ in Beit Sahour (Palestina) ondersteund. (lt) ► Arie de Bruin & Len Munnik, Je bent er geweest. Utrecht: Levendig Uitgever 2015, 56 pp., ISBN 978-94-91740-37-4, hb., € 10,00.
Vroom, frivool, vilein Opnieuw zet Pien Storm van Leeuwen een beroemde Brabantse schilder poëtisch in het zonnetje. Na Vincent van Gogh zal nu Jeroen Bosch de centrale figuur zijn in een publicatie, waarbij een dertigtal Brabantse dichters haar met bijdragen zullen bijstaan. Zij selecteerde uit de schilderijen van Bosch een groot aantal fragmenten die ’in hun samenspel een beeld geven van zijn belevingswereld. Deze bieden tevens vensters op de beeldtaal die Bosch bezigde,’ zo schrijft zij in een inleiding. De dichters werden uitgenodigd om poëzie te schrijven, geïnspireerd door de geselecteerde beeldfragmenten. In de bundel zijn telkens afbeelding en bijbehorend gedicht tegenover elkaar te vinden. Ook wordt aandacht geschonken aan symbolen, spreekwoorden en gezegden die een rol spelen in het werk van Jeroen Bosch. De bundel (full colour, 96 pp., handzaam formaat) wordt uitgegeven door Stichting Trajart in samenwerking met Uitgeverij Ceedata. Het Jheronimus Bosch Art Center in Den Bosch, waar begin 2016 de bundel zal worden gepresenteerd, stelt de reproducties voor de uitgave beschikbaar. (odd) ► Pien Storm van Leeuwen e.a., Vroom, frivool, vilein, bevlogen door engelen en demonen. Poëtische vensters op Jheronimus Bosch (†1516).
Compositiewedstrijd Componisten jonger dan vijfendertig worden uitgedaagd een ‘Brabant Suite’ te maken die moet voldoen aan één voorwaarde: In de Brabant Suite moeten de motieven te horen zijn van de drie bekende Brabantse melodieën ‘Toen de hertog Jan kwam varen’, ‘Het leven is goed in het Brabantse land’ en ‘Brabant’ (van Guus Meeuwis). Er kan worden ingezonden in drie categorieën: klassiek (voor onder meer symfonieorkest, kamermuziekensemble, harmonie/fanfare), jazz (voor bigband, theaterorkest, brassband en andere vormen van jazzensembles) en pop (alle stijlen en formaties). Voor elke categorie is er een eerste, tweede en derde prijs van respectievelijk duizend, vijfhonderd en tweehonderdvijftig euro te beschikking. Tevens zullen de winnende werken op een anatal plaatsen in de provincie worden uitgevoerd, samen met de reeds door Sjef van Rooij gecomponeerde Brabant Symfonie. Het initiatief voor deze wedstrijd is genomen door de Brabantse Hoeders, een stichting die in het leven is geroepen door winnaars van de Brabant Bokaal (een provinciale prijs). De composities moeten uiterlijk 1 mei 2016 binnen zijn. De winnende composities worden aangewezen door een deskundige jury onder voorzitterschap van Theo Wouters uit Etten-Leur. (lt) ► www.brabantbokaal.nl/index.php/projecten/2016-brabant-symfonie Meer info bij Theo Wouters: 06-10.79.52.20
Antwerpen-Zundert Het Van GoghHuis in Zundert heeft opnieuw een interessant project bedacht in relatie tot Vincent van Gogh. Dit niet vanwege het Van Goghjaar, maar omdat het Van GoghHuis nu eenmaal altijd projecten ontwikkelt met deze kunstenaar als uitgangspunt. In de tijd van Van Gogh was het kunstonderwijs in het zuiden van Nederland gericht op Antwerpen. Nu Noord-Brabant zelf beschikt over een aantal kunstacademies, is die band met Antwerpen verdwenen. Het uitwisselingsproject ‘Wrijving van gedachten’|Antwerpen-Zundert’ is bedoeld om kunstenaars aan weerszijden van de grens dichter bij elkaar te brengen. De titel is afgeleid van een opmerking van Vincent in een brief aan zijn broer Theo: ‘Ik vind hier de wrijving van gedachten die ik zoek.’ En dan heeft hij het over zijn bezoek aan de stad Antwerpen in 1885 en zijn omgang met gelijkgestemde kunstenaars. Overigens vertrok hij vanuit Nuenen, en niet vanuit Zundert, naar Antwerpen, vlak na de vervaardiging van zijn eerste meesterwerk ‘De Aardappeleters’. Maar dat terzijde. De eerste contacten met het academisch kunstonderwijs had Van Gogh in 1880 in Brussel, na zijn verblijf in de Borinage. Die link met Brussel levert wellicht een volgend uitwisselingsproject op. Het Van GoghHuis toont nu werk van Emo Verkerk, Fred Bervoets, Luc Tuymans, Marlene Dumas, Nel Aerts, Lennart Lahuis, Lieven Segers en Niek Hendrix. (ivb) ►Te zien t/m 14 februari 2016.
Museum naar Landgoed Haanwijk Jarenlang was het Oudheidkundig Museum Sint-Michielsgestel gehuisvest in het hoofdgebouw van Kentalis, het vroegere Instituut voor Doven. Daar kwam het voort uit de hobby van broeders Celestinus Vencken en Arno van Veldhoven die aan dit instituut waren verbonden. Nu is het museum vertrokken en zit het tijdelijk in dozen. Alleen in de openbare bibliotheek in Sint-Michielsgestel zijn tijdens de openingsuren enkele vitrines met materiaal uit het museum te bekijken. Er is echter nieuw onderdak gevonden. Brabants Landschap gaat het museum ruimte bieden op het Landgoed Haanwijk. Daar wordt een grote schuur uit de wederopbouwperiode verbouwd en aangepast en als dat gereed is, kan dit klein, maar interessant archeologisch museum weer in volle glorie uitpakken. De locatie is perfect: aan de Dommel tegenover het gehucht Halder, waar een pottenbakkerij uit de Romeinse tijd is opgegraven, en ook tegenover de monding van de Essche Stroom. In 1962 werd daar een grote, zilveren muntschat uit Romeinse tijd gevonden, en even ten zuiden van Haanwijk ligt Ruimel waar al in de zeventiende eeuw een Romeins altaar en een grafsteen tevoorschijn kwamen. Volop Romeinen dus en het is mooi dat dit museum op deze manier midden in het vondstgebied kan blijven. Over twee jaar, is de verwachting, wordt er geopend. Tot die tijd: naar de bieb. (lt) www.academia.edu/7156501/De_Romeinse_tijd_op_de_zandgronden
Digitaal Vriendenboek Reg ten Zijthoff
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|