‘De moedermoordenaar’ debuut van Peter van Vlerken over overweldigend verlies

“Ik heb mijn woorden weer terug.” Op een dieptepunt in zijn leven, waarin elk woord te klein was en tekortschoot, schreef Peter van Vlerken (64) uit Mierlo het boek dat er steeds niet van was gekomen: ‘De moedermoordenaar’. Over een zwijgende man die zijn moeder vermoordde en die, net als hijzelf, de taal was kwijtgeraakt. “Dit boek voelt als een herovering van de woorden. Het lost bovendien een belofte in aan mijn overleden vrouw.”

door Anja van den Akker

De interviewer holt iets te hard zijn wereld binnen. Peter van Vlerken neem graag de tijd voor alle vragen: “Laat me even nadenken…” Hij houdt van rust, de hond, zijn tuin. “Dingen die ik vroeger allemaal zo burgerlijk vond.” Het is stil in zijn huis. Des te opmerkelijker lijkt het publiciteitscircus dat hij zich op de hals heeft gehaald door het schrijven van een roman. “Eerlijk gezegd zal ik blij zijn als mijn leven weer wat rustiger wordt”, geeft hij toe.

Peter van Vlerken. Foto Gemma van der Heyden

Rechtszaak
De hoofdpersoon van De moedermoordenaar werd hem min of meer in de schoot geworpen tijdens een rechtszaak die Van Vlerken als verslaggever voor het Eindhovens Dagblad bijwoonde. De man had zijn moeder vermoord en in de vrieskist gestopt. Bovendien had hij ook haar twee honden gedood. En, dat was nog het meest intrigerende, hij zei aanvankelijk helemaal niets tijdens de rechtszaak. Enerzijds omdat zijn advocaat hem dat had ingefluisterd, maar kennelijk had de man daar ook geen enkele moeite mee. Hij zweeg en zweeg. En hij zag er ook nog eens zo ‘gewoon’ uit.
Van Vlerken: “Je denkt bij een moordenaar toch onbewust aan een bepaald type, een duistere blik, of iemand die compleet gestoord is. Maar als ik naar hem keek, dacht ik: ik had daar net zo goed zelf kunnen zitten.”

De moord op de moeder, de honden, het zwijgen, dat alles deed Van Vlerken denken aan het Griekse, mythologische verhaal van Orestes. De zoon die ten prooi valt aan het noodlot zonder dat hij er iets aan kan veranderen. Ook hij doodt – min of meer noodgedwongen – zijn moeder, waarna hij haar woedende honden vreest. De rechtszaak tegen Orestes staat te boek als de eerste objectieve vorm van rechtspraak, waarbij het recht zegeviert op de vergelding. Dat verhaal kende de auteur nog goed uit de twaalf jaar dat hij chef kunstredactie was bij het Eindhovens Dagblad. “Wat heeft de onafhankelijke rechtspraak na al die jaren opgeleverd? Heeft het de emoties weggejaagd? Nee hoor, die zijn nog altijd even groot. De gedachte van bloedwraak is er nog steeds. Misschien is dit boek wel mijn wraak op het leven.”

Van Vlerken doelt op de dood van zijn vrouw in 2014. Tien jaar daarvoor was zij genezen verklaard van borstkanker, maar toen stak de ziekte toch weer de kop op. “Tussen die diagnose en haar dood zaten maar negen weken.” Het blijft lang stil aan zijn keukentafel. Inderdaad, voor sommige dingen mis je gewoon de woorden.

Roekeloos
“Als mijn vrouw niet was overleden, was dit boek er nooit gekomen. Ik draag het daarom aan haar op. Er zijn veel dingen rond dat boek gebeurd die hiermee te maken hebben. Ik belandde na een tijdje in een soort roekeloze fase. Het kon me allemaal niet meer zoveel schelen. Erger kon het toch niet worden. Ik dacht: alles wat er nog komt, dat moet dan maar. Zo ging het ook rond de publiciteit van dit boek. In mei 2014 werd ik weduwnaar. Ik heb een jaar onder een steen geleefd. Ging nergens heen. Vond dat ik moest ophouden met werken omdat ik nog twee kinderen thuis had. Ik moest er voor hen zijn. Ik wilde rust in huis, de ellende was al groot genoeg. In april 2015 heb ik met een aantal collega’s gebruikgemaakt van een vertrekregeling bij de krant. Stel je voor: mijn vrouw overleed en ik raakte mijn baan kwijt. Binnen een jaar was ik van hardwerkende echtgenoot een werkloze weduwnaar geworden. Ik zat in een jas die me niet paste, was niet tevreden met mezelf. Zo kwam ik op het idee een boek te schrijven over een van de laatste zaken die ik als rechtbankverslaggever voor de krant heb gevolgd. Mijn vrouw en ik hadden het er al vaker over gehad dat ik misschien toch eens een boek zou moeten schrijven. Maar het kwam er steeds niet van.”

Peter van Vlerken. Foto Gemma van der Heyden

Dat viel bitter tegen. Van Vlerken, die als kunstredacteur honderden boeken recenseerde, begon te begrijpen hoe moeilijk het is om een roman te schrijven. “Voor een stukje in de krant draai ik mijn hand niet om. Maar een boek schrijven voelt alsof je een andere taal moet gebruiken. Alles moet verband met elkaar houden. Ik ben milder geworden naar andere auteurs. Je maakt je kwetsbaar met een eigen boek. Je loopt het risico dat je kop eraf wordt gehakt.”

Het verhaal draait om een man uit Aalst die eind 2015 zes jaar cel kreeg vanwege de moord op zijn moeder in juli het jaar daarvoor. Dat lijkt een milde straf. Van Vlerken: “Hij had een geloofwaardig verhaal. Zijn moeder wilde dood nadat ze een herseninfarct kreeg. Maar het meest treffend vond ik dat hij ook haar twee honden niet spaarde. De man lag na zijn daad in bad, kennelijk om zich schoon te wassen uit schuldgevoel. Dat lukte niet. Die honden gingen vreselijk tekeer en krabden tegen de deur. Daar kon hij niet tegen, dus sloeg hij ze dood met hun voerbak en verdronk ze in bad. Ik moest denken aan Orestes uit de Oresteia: die vreesde na de moord op zijn moeder de wraak van haar honden. En de vader van Orestes werd in bad doodgestoken door zijn vrouw. Ik zag steeds meer verbanden. In de Oresteia wordt gezegd: wie een moord heeft gepleegd, moet er het zwijgen toe doen. En deze man zei ook niets. Ik zat steeds te bedenken wat hij zou denken. Ja, ik verplaatste me in hem. Hij had de woorden niet. En ik besefte dat ik door het verlies van mijn vrouw óók de woorden was kwijtgeraakt.”

Wondenverzorger
De vader was de grote afwezige bij de verdachte uit Aalst. “In mijn fantasie maakte ik daar een soort luitenant-kolonel Karremans van, de commandant van Dutchbat. Ik zocht een soort equivalent voor de vader van Orestes, de krijgsheer Agamemnon die Troje veroverde en daar een enorme slachting heeft aangericht. Karremans, als eigentijdse beroepsmilitair dus die de schuld van duizenden slachtoffers tijdens een vredesoperatie heeft gekregen in Srebrenica. De manier waarop hij is behandeld, vind ik ronduit schandelijk en daarom wordt hij in mijn boek gerehabiliteerd. Wat blijkt later: de moedermoordenaar heeft in Bosnië gediend. Als wondenverzorger, maar ik verstond tijdens het proces: hondenverzorger. Dat laatste is hij ook in mijn boek. Een lagere rang is niet denkbaar. In mijn verhaal heeft hij zijn hele leven nooit een klap uitgevoerd. Een echte mislukkeling. En toch maak ik hem groter dan hij is. Zijn achternaam is Van der Zee. Ik geef hem een verleden en een soort toekomst. Dat geldt ook voor mezelf. De bevrijding als afsluiting van een rouwproces, wat in feite een soort gevangenis is.”

Peter van Vlerken. Foto Gemma van der Heyden

Hij vervolgt: “Toen de man uit Aalst dan eindelijk tóch een daad verrichtte, was dat de moord op zijn moeder met wie hij ‘versmolten’ was. Zij wilde dood, hij wilde loskomen van haar en een eigen leven beginnen. Er is dus ook een Oedipus-element in mijn roman, de stiekeme wens om met je moeder te slapen. Nog iets opmerkelijks: de moordenaar kwam tijdens de rechtszaak over als een altruïstisch persoon. Hij wilde bijvoorbeeld de politie niet opzadelen met een ontbindend lichaam. Vandaar dat hij zijn moeder in de vrieskist had gestopt. De man koos er evenmin voor om met haar naar een spoorwegovergang te gaan, anders zou de machinist schrikken. Hij wist dat hij zou worden gevonden en wachtte rustig af. En dan ineens dat onverwachte moment waarop hij begon te spreken. De vrouwelijke rechter – misschien maakte dat nog verschil – stelde een hele simpele vraag. Waarom hij niet gewoon vertelde wat er was gebeurd. Was het de eenvoud van die vraag, of kon hij het verzoek van een vrouw niet weigeren? Ineens brak hij open.”

“Vanaf dat moment ben ik in zijn huid gekropen. Ik dacht: als hij zoiets kan, kan ik dat dan ook? Naarmate je iemand anders tracht te doorgronden, doe je dat ook met jezelf. Zijn zwijgen was mijn zwijgen. Hij had de woorden niet en ik na de dood van mijn vrouw ook niet. Dit boek is een soort herovering van de woorden.”

Parkeren
Dood en liefde kunnen zich overweldigend aandienen, is zijn ervaring. “Dat is misschien de reden dat schrijvers het toch blijven proberen. Ook al weet je dat woorden nooit de hele lading dekken. Sommige dingen in dit leven zijn te groot voor woorden. Maar iets anders hebben we niet. Ik heb lange tijd de autobiografische dingen uit dit verhaal willen weglaten, maar dat ging niet. Ik probeer bepaalde beelden uit mijn kop te parkeren in dit boek om ze minder zwaar te laten wegen. Want zodra je iets deelt, weegt het minder zwaar.”

Zo spelen er nog twee ingrijpende gebeurtenissen uit zijn leven op de achtergrond mee. Zijn oudste zus pleegde ooit zelfmoord. Het deed hem denken aan het offer dat de vader van Orestes moet brengen om de goden gunstig te stemmen zodat hij Troje kan veroveren. Hij moet zijn oudste dochter doden in ruil voor een gunstige wind in de zeilen. Zo’n tien jaar geleden, toen Van Vlerken ’s ochtends de gordijnen opendeed, zag hij zijn buurman bungelen aan een touw om de schoorsteen. Op die schoorsteen staat nog altijd dezelfde windwijzer. Ach, wat is toeval?

Het liefst wil hij nog eens een boerenroman schrijven over het buitengebied waar hij is geboren. Hij kent prachtige anekdotes. ,,Maar het is moeilijk om die tot een geheel te vormen. Je moet geen moppentapper worden. Mijn gevoel ligt heel erg dichtbij het boerenleven van zaaien en oogsten. Misschien had ik wel nooit journalist moeten worden. Ze zeggen weleens: in de krant van vandaag gaat morgen de vis. Dat is dan wel weer mooi van een boek: daar past geen vis in.”

Peter van Vlerken, De moedermoordenaar. Maastricht / Amsterdam: Azul Press 2018,
214 pp., ISBN 978-94-92401-20-5, pb., € 17,90.

www.azulpress.com

 

© Brabant Cultureel 2018

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *