door Kees Hermis
De gewelfde
Toen ze me aankeek, zag ik geraakt door haar blik
de onschuld van rijp, sappig fruit dat zwaar en
overvloedig de takken van de bomen deed buigen
en mij bekroop de haast onbedwingbare lust
tot aanraken, plukken, zachtjes knijpen en bijten
en met de ogen dicht proeven
maar ik deed niets, voelde een lichte huiver
toen zij uit beeld verdween
mij liet met pruimen, morellen, vijgen en bovenal
de prikkelende plooi van de volmaakte perzik
de meest tergende vrucht die zich onmiddellijk
verbond met de ingehouden glimlach die zweefde
op de lippen van haar gewelfde mond
Handschoenen
Bij het gedicht ‘Echte handen’
van de Griekse dichter Yiannis Ritsos
Twee wollen handschoenen zijn in een gedicht
van Yiannis Ritsos op een keukentafel
blijven liggen
ze liggen daar door ze te lezen
maar niemand neemt ze op, trekt ze aan
geen zwervend kind met ijskoude handen
geen idioot die met een pistool of
een mes een moord wil begaan
twee lege handschoenen neergelegd
opgeschreven, van woorden gemaakt
door tijd bewaakt zullen ze daar
zolang blijven liggen
De reiniging
Bij ‘Tranen over Johannesburg’
door Alan Paton
1.
Rotsland, het pad omhoog, de kniebocht
die in de gewrichten wringt, het zicht
op de vallei met zweet doorlopen ogen
doornen, laag kreupelhout, het vlammend
rood van bloeiende cacteeën houden
de blik gericht op de slepende voeten
naar iets voorbij de laatste bomen
dat ergens verneveld ongezien
vaag wordt vermoed en nog moet komen
2.
De rug gekraakt, benen van lood
de ijle lucht, een suizend hoofd
je ademt droog en zwaar
er kleeft warm bloed aan je gezicht
en op je handen staan de leestekens
van de moeizame lange klim omhoog
hierboven in een zachte wind
die de huid afkoelt, heelt
omarm je de ademloze stilte
3.
Je lichaam staat vol pijn
die langzaam wegvloeit in de grond
waarmee je verlicht aarde maakt
teruggekeerd aan wie je ben
laat je het dodelijk gewicht
van je verleden los
je slaat je handen voor je ogen
ziet wat je hebt verloren en
daarvoor teruggekregen
je huilt, gehavend en bevrijd
Nagelaten werk
Vanuit je nagelaten werk
spreek je me elke dag nog aan
in lijnen, kleuren, vlakken
staat je bestaan uitgeschilderd
zolang ik er naar kijk nu je
er niet meer bent blijf je
in beeldtaal aan het woord
zeg je wat je te zeggen had
je doet verslag van wat je zocht
in jouw geëigend handschrift vond
en in die levenslange tocht
leef je nog dagelijks voort
en al die tijd dat ik de stappen in
je zoektocht volg, je kleurrijk spoor
sta jij steeds op in dat verhaal
lees je me woordloos er uit voor
Geboortegedicht
Als een vlieger hangt het gedicht
in de lucht, een vage vlek op afstand
enkele dagen heb ik nodig om het
hand over hand binnen te halen
intussen ligt het op tafel, ik loop
er omheen, pak het op, leg het neer
als ik het lees dan krijgt het een mond
begint het hardop te praten
vertelt dat het door mij gedragen
en in aanleg al bestond
voordat het werd losgelaten
uit mijn hand is neergestreken
onmiskenbaar uitgeschreven
met mijn kenteken, initialen
kijkt het mij aan uit dit papier
komt het hier zichtbaar tot leven
Kees Hermis (Hulst 1941) woont in Sint-Oedenrode en was werkzaam in het onderwijs, maakte houtsculpturen en debuteerde in 1977 met de dichtbundel ‘Vrijgesproken’, gevolgd door vele andere bundels en gedichten in literaire tijdschriften.
© Brabant Cultureel 2017
en altijd het verlangen in schitterende gedichten,
en altijd het pogen om inzicht te krijgen in
een niet-zichtbare wereld
Pieter Luykx