‘De stem vind ik een veel mooier instrument dan de piano. Rijker ook. De muziek die ervoor is geschreven, omvat veel meer: poëzie en opera. Als ik genoeg talent gehad zou hebben, was ik doorgegaan in zang. Het was mijn eerste vak op het conservatorium. Maar ik had niet de constitutie om zanger van beroep te worden.’
door Camiel Hamans
Hans Adolfsen is een van de drie pianisten die de kandidaten begeleidt bij het komende Internationaal Vocalisten Concours ’s-Hertogenbosch. Dat vindt plaats tussen 9 en 16 september 2017. “Het is toeval dat ik daar zit”, vertelt hij. “Als jong studentje ging ik al kijken en luisteren en zag daar grootheden als Thom Bollen, Rudolf Jansen en Leo van Doeselaar. Ik vond het een droomjob. Maar ik was met andere dingen en vooral elders bezig. Tot ik een paar jaar geleden op een feestje Annett Andriesen tegenkwam. We hebben allebei lesgegeven op het Hilversumse Conservatorium en raakten daardoor in gesprek. Al pratend durfde ik het aan om tegen Annett te zeggen dat ‘als je ooit iemand nodig hebt, dan wil ik graag’. Helemaal Annett: ‘Dat komt goed uit. Ik zoek voor het aanstaande concours nog een derde pianist. Dan hebben we nu afgesproken.’ Intussen begin ik aan mijn derde Vocalisten Concours.”
Ademen
“Begeleiden zie ik als mijn belangrijkste activiteit. Het is niet iets om erbij te doen, je moet je erop richten. Maar dan is het natuurlijk wel totaal iets anders of je met zangers optreedt met wie je al jaren werkt of dat je een concours begeleidt. Voor mij is het bij een wedstrijd spannend om zo snel mogelijk contact met de zangers te krijgen. Het eerste wat ik probeer uit te vinden is hoe ze ademen. Hoeveel tijd een zanger nodig heeft om in te ademen. Ik probeer te voelen hoe ze ademhalen. Als ik een zanger het idee kan geven dat hij kan ademen zoals hij wil, dan geeft dat een gevoel van zekerheid. Dat leidt tot vertrouwen dat wij samen zijn in de muziek. We hebben bij een concours geen tijd om alle tempi, alle fraseringen en dergelijke door te nemen. Per ronde heb ik voor elke kandidaat maar een half uur.”
“Voor een begeleider is een concours een grote oefening in stressbestendigheid. Op een wedstrijddag kunnen de gekste stukken voorbijkomen. Natuurlijk weet ik van tevoren wat ik voor mijn neus krijg, maar daar zitten soms behoorlijk ongebruikelijke werken bij. Een aria van Stravinsky bijvoorbeeld of een van Janáček. Dan moet ik echt wel studeren. Een paar weken voor het concours krijg ik de repertoirelijsten van de kandidaten. Daar zit ook een nieuw verplicht werk bij. Dat moet door alle zangers gezongen worden. Dus dat moet ik in vier liggingen instuderen, hetgeen behoorlijk wat werk vraagt. En alles wat niet standaard is op de repertoirelijsten, neem ik serieus onderhanden. De rest speel ik dagelijks of zo even door. Bij elkaar dus een forse klus. Maar de moeite waard. Er hangt voor de zangers veel af van een concours, dus probeer ik van elk optreden op het concours steeds weer een echt concertje te maken. Per wedstrijddag dus een tien concertjes.”
Componeren
“Bij wijze van uitstapje treed ik ook wel eens op als pianist, zonder zangers. Met een Nederlands-Chinese collega See Siang Wong, die ik in Zwitserland, waar ik woon, heb leren kennen, heb ik een cd gemaakt met pianoduetten. Maar dat is een uitzondering. Ik geef veel les. Vroeger in Hilversum en Amsterdam, tegenwoordig in Zürich. Daarnaast, ik durf het eigenlijk niet hardop te zeggen, componeer ik de laatste jaren ook een beetje. Dat is voortgekomen uit mijn improvisaties. Ik speelde vroeger naast klassiek ook veel lichte muziek, chansons en jazz. Dat heb ik mezelf een jaar of twintig lang verboden, want, dacht ik, als ik alsmaar ook jazz blijf spelen dan word ik nooit een serieus klassiek musicus. Toch bleef dat improviseren in mezelf doorgaan. Het moest eruit. Ik vergelijk het wel met een zwangerschap. Het laat me niet meer los tot het af is. Eigenlijk is dat componeren het leukste wat er is, maar ik heb er te weinig tijd voor.”
“In componeren komt alles samen. De componist in me staat dichter bij de pianist dan bij de zangers, maar ik heb een werk gemaakt met vijf teksten van de Griekse dichteres Sappho (600 voor Christus) en dat lukt natuurlijk niet zonder dat je nadenkt over tekst en interpretatie. Met dit programma voor twee zangers, altsaxofoon, slagwerk en piano hebben we een tourneetje door Duitsland gemaakt.”
“Met mijn broers Kees, trombonist, en Jan Ad, acteur en BNR-radionieuwslezer treden we af en toe op met een Ramses Shaffy programma, maar ook dat zie ik als een leuk uitstapje. Het meest ben ik toch ‘zangpianist’, begeleider van zangers, mensen die ik ongelooflijk bewonder om wat ze staan doen. Ik ben vaak al onder de indruk van de manier waarop ze binnenkomen. Ik kijk op naar hun talent, hun mentaliteit en heb ontzag voor de overgave waarmee ze hun vak beoefenen. Ik heb een diep respect voor zangers.”
www.ivc.nu
www.hansadolfsen.ch
De Adolfsen-broers met Shaffy op YouTube
© Brabant Cultureel 2017
Beste Hans, dit spreekt me zeer aan (ik houd van zang én piano)… zou ik ook op LinkedIn kunnen contacten, of via nieuwsbrief of iets dergelijks op de hoogte kunnen blijven? Met vriendelijke groet, Yvonne van Broekhoven