door Joep Eijkens
Joep Eijkens gaat nooit de deur uit zonder camera. Er valt onderweg ook zoveel te zien dat hij wil vastleggen – van bijzondere mensen tot rare plekken, van mooi licht tot kauwen in een kloostertuin. Voor Brabant Cultureel maakt hij deze rubriek waarin tekst en fotografie worden gecombineerd.
Levenslied
Het Festival van het Levenslied in Tilburg beleefde onlangs zijn 27e editie met sterren als Jan Smit, Tamara Tol, Django Wagner, Julia van Helvoirt, Wesley en Corry Konings. Frans Bauer genoot ditmaal de eer het evenement feestelijk te mogen afsluiten. Ik bezoek dit festival graag. Niet om te luisteren, maar om te kijken. En te fotograferen natuurlijk. Net zoals op de Tilburgse kermis valt er heel wat te zien. Alleen al de manier waarop mensen zich op hun paasbest aangekleed hebben, de vrouwen op de eerste plaats.
Zelf probeer ik er altijd zo onopvallend mogelijk uit te zien, al zou een T-shirt in alle kleuren van de regenboog wellicht een betere camouflage zijn. En om niet uit de toon te vallen zing ik af en toe uit volle borst mee, of ik nu de tekst ken of niet. Meestal ben ik in mijn element tussen al die mensen. Sommigen kom ik elk jaar tegen en ik zie ze nauwelijks veranderen, hooguit wat ouder geworden. Maar heel af en toe krijg ik commentaar. Zoals ditmaal van een mijnheer die meende dat ik mijn camera richtte op het omvangrijke achterste van zijn vrouw, terwijl het mij juist ging om haar sterk vermagerde buurvrouw. Een vriendelijk lachende oma in haar rolstoel en ook al een oude bekende.
En natuurlijk zijn er altijd mensen die liever niet op de foto gaan, wat je uiteraard respecteert. Zo werd mijn aandacht op zeker moment getrokken door een vrouw van een eind in de dertig met grote, ietwat wazige ogen en opvallend rode lippen. Zij deed me denken aan de eerste kermisfoto’s in kleur uit het begin van de jaren zestig. De vrouw was in het gezelschap van een duidelijk oudere man die zij steeds probeerde te omhelzen en te kussen. De man lachte wel, maar was kennelijk niet in de stemming en weerde haar steeds af. Totdat zij opeens begonnen te dansen. Ik had nog maar nauwelijks mijn camera op het duo gericht of de man stond stil en keek mij kwaad aan. Ik liep naar hem toe en stelde hem gerust: Okay, geen foto. “Terwijl het wel een mooi gezicht was, zoals jullie dansten”, zei ik. “Dat kan wel zijn”, antwoordde de man, “Maar ze mogen niet weten dat ik met een vreemde vrouw ben.” “Ik ben hier op bestelling”, verduidelijkte de vrouw. En lachend verdwenen ze in de menigte.
Terwijl ik dit schrijf, klinken opeens de tonen van een smartlap uit de jaren zeventig in mijn hoofd. O Antoinette van Leo den Hop in de vertolking van De Havenzangers. Hoe ging het ook alweer?
Het was een fijne avond – pade-rampam pade-rampam – er was volop bier
Zij danste met een ander – pade-rampam pade-rampam – zij had zo’n plezier
En natuurlijk:
Oh Antoinette
Oh Antoinette
Waarom heb je jezelf toch zo laten gaan?
Nou ja, in dit geval ging natuurlijk niet de vrouw vreemd, maar de man. Wie weet in welk droevig levenslied hij terecht gekomen was…
(c) Brabant Cultureel 2917