In 2011 studeerde Elke Bienert af als autisme specialist voor kinderen met speciale onderwijsbehoeften. Zij is ervaringsdeskundig, want zelf autistisch en ze weet als geen ander wat het betekent om met zo’n stempel te leven in een maatschappij die normaal denkt te zijn. Eerder volgde zij een circusopleiding en Bienert maakt theater, onder meer over haar eigen ‘Houtisme’. Een indringende voorstelling.
door Joep Trommelen
In een groene jurk en met een groen hoedje op noemt Elke Bienert zich tijdens haar voorstelling Houtisme “een blad aan een boom”. Die voorstelling voert ze deze zwoele avond op in Atelier Winterdijk30b in Waalwijk. Het publiek: een twintigtal leden van de Internationale Beroepsvereniging van Autismespecialisten IBVA, waar Bienert zelf als ervaringsdeskundige die uiteindelijk ook hulpverlener werd ook lid van is. “Een eik is een eik en een den is een den, zo wil ik leven, ik wil zijn wie ik ben,” draagt de Tilburgse voor, haar armen spreidend als een boom zijn takken. En: “Ik heb nog nooit een beuk gezien die zich aanstelt als een iep.” Zo ervaart zij haar eigen autisme: als een constante uitdaging haar eigenheid te bewaren en te bewaken in een wereld die daar niet altijd aan wil meewerken.
Uitsluiting
Dat perspectief, en de problemen die ze daarbij ervaart, staan centraal in Houtisme, een solovoorstelling die de Tilburgse samen met regisseuse Michelle van Daalhoff heeft gemaakt. In deze voorstelling maakt zij op komische wijze in een reeks sketches en liedjes duidelijk dat de uitsluiting die zij met haar ‘anders zijn’ ervaart, iets is dat bijvoorbeeld ook vluchtelingen en andere mensen ‘met een beperking’ aan den lijve ondervinden.
Van Daalhoff: “We hebben allemaal wel een beeld bij wat autisme zou zijn, ik ook, maar Elke laat ons in de voorstelling dingen zien waar we verbaasd door raken. Ze weerlegt vooroordelen die ik zelf ook had. Bijvoorbeeld dat autisten geen empathie hebben. Elke is juist heel lief en gevoelig.”
Elke Bienert betaalt Michelle van Daalhoff uit haar persoonsgebonden budget. Dat kan, omdat haar theaterstuk haar helpt in haar persoonlijke ontwikkeling. Door toneel te spelen, wint zij zelfvertrouwen en leert ze haar emoties te uiten en te controleren. En dat helpt haar ook buiten het toneel. Van Daalhoff: “Het gaat er om dat we op nieuwe plekken komen, dat Elke nieuwe mensen leert kennen. En dat ze daarvoor van alles zelf moet leren regelen, dat is ook belangrijk voor haar ontwikkeling.” De eerste voorstelling was bij Bienert thuis, de tweede was ook nog redelijk besloten en de derde speelde zij in de Hasseltse Kapel in Tilburg. De vierde voorstelling heeft zij nu al drie keer uitgevoerd op het podium van Atelier Winterdijk30b in Waalwijk. “Zo zetten we iedere keer een stap”, legt Michelle uit.
Vragenlijst
Aan het begin van Houtisme laat Bienert haar publiek een vragenlijst invullen, een ‘psychologisch onderzoek’ waarvan zij even later de uitslag bekendmaakt. “U lijdt allen, maar dan ook allen, nou ja misschien is er een kleine uitzondering, aan een neurotypische stoornis. U bent gewoon normaal, zoals de meeste mensen denken, denkt u ook.” Dan stelt ze het publiek gerust: er valt mee te leven. De rollen zijn omgedraaid, en dat gebeurt in deze voorstelling wel vaker.
Aan de hand van speelgoed legt ze de zaal uit wat autisme is. “Ik ben gek op hout. Gek op de fijne nerven, op de knoesten en kwasten. Die lijken op de structuur van mijn brein.” Ze toont eerst plastic speelgoed, blokken die met pennen zijn verbonden. “Flexibel, maar niet erg stevig.” Een ‘normaal’ brein. Daarna laat ze soortgelijk speelgoed zien, maar dan van hout; een autistisch brein. “Superstevig, zeer betrouwbaar . Je kunt er zelfs op zitten. Maar dat gaat wel ten koste van de flexibiliteit.” Daarna toont ze een constructie waarin houten en plastic onderdelen samengaan. “Dit is mijn brein. Wat er van is gebleven na een lang hulpverleningstraject.” Haar collega’s in het publiek lachen, maar sommigen schuiven toch ook wat ongemakkelijk op hun stoel.
Een sleutelmoment in de voorstelling is wanneer haar regisseuse zogenaamd ingrijpt. Bienert, Van Daalhoff en een man uit het publiek die op het podium is gevraagd, gooien een bal over. Maar de man krijgt de bal nooit toegeworpen, hij wordt buitengesloten. Van Daalhoff legt het optreden stil en biedt de man excuses aan, ook namens Bienert. Die pikt dat echter niet. “Leuk dat je even improviseert maar je zit mij wel af te kraken”, bijt ze van zich af, en stuurt de regisseuse boos terug naar haar plaats aan de geluidsmengtafel. “Gelukkig zijn er ook mensen die mij wél begrijpen…”
Taalvirtuositeit
Ilonka van der Sommen is voorzitter van de IBVA en heeft Houtisme al een keer eerder mogen zien. Voordat Elke Bienert in Atelier Winterdijk30b aan haar optreden begint, zegt ze: “Het is indrukwekkend wat ze doet. Elke weet door haar taalgebruik de vinger op de zere plek te leggen. Met haar taalvirtuositeit weet ze humor te brengen, maar ook steken onder water uit te delen. En Michelle begeleidt haar daar uitstekend in. Een hele bijzondere voorstelling!”
Elke heeft in haar familie een naam als optredend artiest bij verjaardagen. Op het moment dat we elkaar enkele weken voor de voorstelling in Waalwijk spreken, is zij bezig met de aanstaande tachtigste verjaardag van haar vader. “Daar ziet iedereen naar uit”, verheugt Elke zich. “Niet alleen de oudjes maar ook mijn achterneefjes en -nichtjes van achttien.”
Deze keer komt ook tante Wilma uit Amerika over met haar zoon die ook nog eens vijftig wordt. Werk aan de winkel dus. Wat eerst een surpriseparty moest worden, vergt door het Amerikaanse bezoek nu noodgedwongen onverwacht meer planning, en dat bezorgt Bienert kopzorgen. Want op het laatste moment iets plannen, dat gaat haar deels nog ‘houten’ brein moeilijk af. “Maar het komt allemaal goed Elke”, zegt Van Daalhoff. Elke heeft in ieder geval het lied ‘Joepie Poepie’. Want vader Joep ‘is nogal goed op het kleine kamertje’, legt ze uit. Het lied is een geheide hit in de familie. Al sinds vader vijftig werd.
Improviseren
Zo’n feestje vergt improviseren, en daar is Bienert volgens haar regisseuse erg goed in. “Elke is een podiumbeest. Als er interactie met het publiek is, gaat ze echt los.” Dat gebeurt ook tijdens de avond in Waalwijk. De voorstelling voor de autismespecialisten is één van de evenementen waarmee hun beroepsvereniging het tienjarig bestaan viert. Bienert weet voor wie ze speelt en deelt speelse tikjes uit. Wanneer ze vertelt hoe mensen haar – vergeefs – probeerden te weerhouden van optreden, zegt ze: “Waarom zou ik mijn beperkingen nog verder uitvergroten? Daar zijn toch al genoeg hulpverleners voor!”
Ontroerend is de Tango van de Gewone Schoenen, waarin Elke verhaalt over hoe ze op school onder druk werd gezet door de juf om voortaan maar geen houten klompen meer te dragen omdat dat raar zou zijn. Het gevolg van die oorwassing was dat kinderen haar gingen pesten. “Pas je gewoon aan Elke, dat is voor iedereen beter”, zei de juf. Bienert voelde toen wat uitsluiting door anders zijn betekent. In de voorstelling zingt ze: “Fabrikanten maken schoenen in fabrieken… Foute exemplaren noemt men geesteszieken…”
Haar ‘carrière’ als performer begon toen Elke Bienert een jaar of veertien was. Op een familiefeestje, uiteraard, waar ze de twee motten van Dorus vertolkte. Later maakte ze een eigen tekst op een lied van Robert Long en ‘deed’ ze Toon Hermans nadat ze die een keer had zien optreden. In de familie stroomt wel meer artiestenbloed. Zo was oma Bienert een succesvol Tonpraotster. De appel valt niet ver van de boom.
Jongleren
Elke Bienert ging in Arnhem naar de circusschool (“Mijn ouders hebben me altijd ontzettend gestimuleerd!”) en vormde daar een jongleerduo met vriend Dries. Totdat Dries de lucht in schoot en Bienert qua lengte achter zich liet. “Toen werd dat overgooien van die kegels wat lastig”, lacht ze.
Maar ze liet zich niet uit het veld slaan. Bienert kreeg een baantje bij de Efteling. Speelde er Efteling-boegbeeld Pardoes, en ze kon in het pretpark in Kaatsheuvel ook het jongleren weer oppakken. Zij trad ook op in de theaterdiner show van de Familie Vermeer. “De regisseur liet me behoorlijk vrij in wat ik deed”, herinnert ze zich. “Ik ben toen liedjes gaan schrijven en ontdekte dat ik ook dingen zelf kon verzinnen, en dat dat nog werkte ook!”
Uiteindelijk stimuleerde haar begeleidster haar om verder te gaan. Janneke Houwaard werd haar eerste regisseuse, haar vriendin Michelle van Daalhoff volgde haar op. Zij is theatermaker van beroep, afgestudeerd aan Fontys Hogeschool. Betaald vanuit Elke’s persoonsgebonden budget werkt zij nu met Bienert. Het was nog een heel gedoe om het zorgkantoor zo ver te krijgen dat ze daar afstapten van het idee dat Elke naar de ‘normale’ dagbesteding moest. “Ik wilde per se theater doen. En niet in een groep, ik deed het liever zelf, solo.”
En inmiddels heeft Elke vier shows op de planken gezet. Drie uur per week werkt ze met Van Daalhoff. Ook werkt zij vier dagen in de week met paarden, vooral met haar favoriete pony Dotty. “Mijn kleine”, noemt ze die. Dotty duikt ook in Houtisme meerdere malen op.
Hbo-master
Ooit werd Elke als zwakbegaafd gediagnosticeerd. Maar vooral haar moeder accepteerde dat niet. Haar ouders steunden hun dochter in alle opzichten om op haar eigen manier te groeien. Met succes: Bienert rondde de opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening af in 2005. Daarna volgde een hbo-master ‘special education needs, studierichting autisme specialist’. Daar was ze in 2011 mee klaar. Zij werkt nu met autistische kinderen en paarden. En zelfs bij haar eigen pony Dotty gebruikt ze ‘autismetechnieken’ om het dier dingen te leren. “Stap-voor-stap instructies geven bijvoorbeeld,” legt ze uit. “Met een of twee woorden, niet te veel ineens. Dat werkt ook bij Dotty heel goed.”
Wie Houtisme heeft gezien, zal Elke Bienert voortaan zeker voor vol aanzien. Haar gedrevenheid, focus en ook haar improvisatievermogen overrompelen het publiek. “Haar focus is onvoorstelbaar,” zegt Michelle van Daalhoff. Elke Bienert daarover: “Ik moet me wel focussen, anders raak ik de directie kwijt. Of, in dit verband, dan raakt mijn zaagsel in de war.” “En toch heb jij een bepaalde losheid en vrijheid als je optreedt”, reageert de regisseuse, “ik moet soms zo erg lachen als je weer eens iets onverwachts doet.”
Ze heeft dat in de Efteling geleerd, vertelt Elke, en ze weet na al die jaren ook hoe dat bij haar werkt. “Ik heb het idee dat ik in mijn hoofd meer wissels en sporen heb dan de meeste mensen, net als bij zo’n houten speelgoedtreintje. Ik denk in meer sporen. Maar je moet er natuurlijk telkens eentje uitkiezen. Dat is moeilijk. Maar als ik optreed, zijn alle andere wissels geblokkeerd. Dan heb ik het overzicht. En dan kan ik af en toe gerust een wisseltje omzetten als ik dat wil, dat is geen probleem.”
Associëren
En dan komt de wisselwerking met haar regisseuse om de hoek kijken. “Voor creativiteit is het belangrijk dat je vrij kunt associëren. Daar ben ik goed in hoor, maar het maakt optreden wel lastig. Want mijn gedachten schieten vak alle kanten op. Dus heb ik hulpnodig om dat te stroomlijnen.”
Van Daalhoff knikt. “Het gaat inderdaad om het begrenzen. Er komt een moment dat het bij Elke vastloopt. Dan wordt het haar te veel. Focus en vertrouwen worden dan moeilijk. Maar eigenlijk heeft elke acteur waar ik ooit mee gewerkt heb dat ook. Elke associeert de hele dag. Dat is de grote bron van haar creativiteit. Heel vaak zegt ze iets dat ik eerst niet snap, en dan een paar ogenblikken later valt bij mij plots het kwartje.” Bienert: “Ik kan soms een paar stappen overslaan. Ben soms ineens drie stappen verder in mijn denken dan Michelle kan bijbenen.” Van Daalhoff: “Maar op een gegeven moment komt alles weer bij elkaar en dan denk ik ineens: Wow! Wat gaaf!”
Haar theaterkant helpt Elke Bienert in het dagelijkse leven. Als zij bijvoorbeeld een moeilijk telefoongesprek moet voeren met een instantie of een ambtenaar, zet ze een pruik op van een typetje dat ze speelt in Houtisme. Ze zit dan in haar rol, voelt zich geborgen en vol zelfvertrouwen en vindt het makkelijker om haar mening te formuleren en voor zichzelf op te komen. Een onwillige ambtenaar heeft dan een hele kluif aan deze assertieve dame.
Inmiddels zijn Elke Bienert en Michelle van Daalhoff alweer bezig met het voorbereiden van een nieuwe voorstelling. Een volgende stap in haar persoonlijke ontwikkeling en haar strijd tegen uitsluiting en vóór acceptatie van iedereen die anders is.
© Brabant Cultureel – 2017