Luuk Bouwman geniet van de combinatiemogelijkheden die film biedt

Voor filmmaker Luuk Bouwman (Oss 1977) zit het plezier van filmen op de eerste plaats dat hij zich langdurig kan verdiepen in een onderwerp. Zijn eigen betrokkenheid is belangrijk en in de uitwerking mag toeval een rol spelen en uit het ene project volgt soms als vanzelf het andere. In een gesprek licht hij dat toe.

door Henk Naaijkens

Luuk Bouwman geniet al enige jaren bekendheid door zijn indringende documentaires waarvan sommige een sterke link met Noord-Brabant hebben. Ze gaan vaak over individuen die een speelbal zijn van de geschiedenis. Bouwman werkt vanuit een sterke betrokkenheid met zijn onderwerpen. Hij zegt op zoek te zijn naar gelaagde thema’s, onderwerpen met complexiteit en ambivalentie. Zijn laatste documentaire was de prijswinnende film ‘Gerlach’ die hij samen met Aliona van der Horst maakte. Binnenkort verschijnt zijn nieuwe film ‘De Propagandist’ over de opkomst en ondergang van de machtigste man in de Nederlandse filmindustrie in de Tweede Wereldoorlog.

Luuk Bouwman. Foto > André Bakker

Portret van een akkerbouwer

Ons gesprek vindt plaats in de Cultuurfabriek aan de Noordkade tijdens het ‘Beholders International Documentary Filmfestival’ in Veghel. Luuk Bouwman is hier vertegenwoordigd met zijn laatste film ‘Gerlach’, het portret van een akkerbouwer die al zestig jaar boert onder de rook van Schiphol. De film oogstte veel succes in de Nederlandse bioscopen en was de op één na best bezochte documentaire in 2023. De film trok veel aandacht vanwege het lot van de hoofdpersoon Gerlach. Langzaam, maar onafwendbaar dreigt zijn grond ingesloten te raken door bedrijven en distributiehallen. Hij wil blijven wonen op deze plek waarop hij al zijn hele leven gewassen verbouwt. Maar de strijd die hij voert tegen McDonalds en Shell lijkt bij voorbaat verloren.

Filmstill uit Gerlach

Bouwman studeerde in Breda aan de filmopleiding van kunstacademie St. Joost. Eerder werd hij onder ander bekend met de documentaire ‘Donker Oss’ over de geschiedenis van de criminaliteit in Oss, de plaats waaruit hij zelf afkomstig is. Zijn film ‘Het is waar, maar niet hier’ gaat over de Eindhovense kunstenaar en cultmuzikant Dick Verdult en geniet ook bekendheid in Zuid-Amerika. In ‘Allen tegen allen’ duikt hij in de geschiedenis van het vooroorlogse fascisme in Nederland. De eerste lange documentaire die hij maakte, ‘Het nieuwe westen’ ging over zijn schoonvader die naar Tsjechië emigreerde. Het zijn onderwerpen met een grote diversiteit, hoe komt hij tot deze keuze?

Fascinaties die al jaren bij mij leven

“Mijn documentaires ontstaan vanuit fascinaties die vaak al jaren bij mij leven. Ik heb een brede interesse in geschiedenis, politiek en kunst, maar je zult mij niet snel een natuurfilm zien maken. De gemene deler is dat het gaat over mensen en over de werkelijkheid waarin we leven. Meestal gaan mijn films over individuen die een belangrijke keuze moeten maken omdat ze in de verdrukking komen, of in de maatschappij een aparte positie innemen. Maar het gaat bij mij niet alleen om het persoonlijke. Mijn films spelen zich af in een krachtenveld waarin mensen in een bepaalde situatie zitten, en daar soms een speelbal van zijn. Er zit soms een sociologische kant aan die het individuele overstijgt, maar ik ben ook geïnteresseerd in psychologische en filosofische aspecten. Vanuit het persoonlijke kan een universeel thema opdoemen. Het leven zelf is het ultieme mysterie.”

Zijn onderwerpskeuze wordt vaak bepaald door toeval. “Soms komen dingen op mijn pad en dan maak ik een mentale notitie. Als zo’n onderwerp dan later nog een keer terugkomt, wordt het de moeite waard er iets mee te gaan doen. Het maken van een film kost heel veel tijd en ik heb veel meer ideeën dan ik kan uitvoeren. En dan ben je voor een groot deel ook afhankelijk van de enthousiaste reactie van een producent en van financiers. Mijn film ‘Allen tegen allen’ ging bijvoorbeeld over de opkomst van fascistische bewegingen in Nederland voor de oorlog. Dat was een idee dat ik al langer had, maar toen was er niet echt animo voor. Later kwam het onderwerp terug in de media en dan merk je dat er nieuwe interesse ontstaat. Mensen zagen paralellen met wat er nu aan het gebeuren is met populisme.”

“‘Allen tegen allen’ kwam weer voort uit de film ‘Donker Oss’ omdat ik in het stadsarchief publicaties tegenkwam van Zwart Front, een Brabantse fascistische beweging in Oisterwijk met Arnold Meijer als frontman. Toen ik sommigen daarnaar vroeg werd daar een beetje vergoelijkend over gesproken, zo van: dat viel allemaal wel mee, dat was nu eenmaal die tijd, er was toen veel werkeloosheid. Maar als je die kranten van Zwart Front openslaat, was er wel degelijk sprake van racistische en antisemitische taal. Dat zijn van die verhalen waarvan je denkt: die zijn niet zo bekend, ze geven een ander perspectief.”

Filmstill uit Allen tegen allen. Arnold Meijer (midden voor) en Wouter Lutkie (midden achter) in Italië onder een portret van Mussolini. Bron > Katholiek Documentatie Centrum

De Duitsers noemen film een Gesamtkunstwerk

Dat hij filmregisseur zou worden was voor hem lange tijd onduidelijk. “Ik herinner me toen ik naar de Kunstacademie ging dat ik niet zo goed wist welke richting ik op wilde. Ik ging daar naartoe omdat ik eigenlijk wilde schilderen. Maar ik vond veel dingen interessant en was ook veel met muziek bezig. Na mijn opleiding heb ik tien jaar lang in een band gespeeld, Aux Raus. Maar op een gegeven moment begon het bij mij te knagen dat ik heel graag films wilde maken. Het mooie van film is dat je verschillende media met elkaar combineert. Film is wat ze in het Duits een Gesamtkunstwerk noemen. Je hebt muziek en tekst en beeld en geluid en daarmee is het ook de meest complexe kunstvorm, denk ik.”

Als documentairemaker is Bouwman niet uit op een snel resultaat. Hij haalt zijn plezier vooral uit het voortraject, waarvoor hij ruimschoots de tijd neemt. “Filmen is voor mij een ervaring waarmee ik niet iets wil bewijzen, zoals bijvoorbeeld in een actualiteitenprogramma. Ik stort me op onderwerpen met complexiteit, ambivalentie, naar een gelaagdheid aan thema’s. De film over boer Gerlach begint bijvoorbeeld met een duidelijk onderwerp, de strijd die hij voert tegen de oprukkende bebouwing en de rechtszaak tegen McDonalds. Maar we gingen vaak filmen zonder vooropgezet plan. En toen merkten we dat het leven zelf binnenwandelde en dat hebben we ook gewoon toegelaten. Er kwamen mensen uit de buurt binnengelopen met hun verhalen. Uiteindelijk gaat die film meer over menselijke thema’s als vriendschap, afscheid nemen, vergankelijkheid en over de dood. Dan merk je dat het oorspronkelijke uitgangspunt langzaam naar de achtergrond verdwijnt.”

Bouwman is niet op zoek naar een bepaalde manier van filmen. “Ik ben niet geobsedeerd door het ontwikkelen van een eigen herkenbare filmstijl. Bij iedere film die ik maak, ga ik opnieuw nadenken welke vorm het best bij het onderwerp past. Een van mijn grote voorbeelden is Stanley Kubrick, die de vorm van zijn films telkens weer opnieuw uitvond. Het plezier van het maken van films is voor mij op de eerste plaats dat ik me langdurig ga verdiepen in een onderwerp. Samen met mijn vaste researcher Rik Binnendijk ben ik soms jaren bezig met het doen van onderzoek voordat we beginnen met filmen. Parallel daaraan loopt de vertaalslag naar de vorm. Ook aan het conceptualiseren besteed ik altijd veel tijd. Daar zit voor mij ook de lol in, van het vormgeven van een film. Dat je kunt bedenken vanuit ‘carte blanche’: hoe ga ik het deze keer aanpakken? Aan Gerlach hebben Aliona en ik met tussenpozen ongeveer vier jaar gefilmd en we vroegen ons af: we kunnen eindeloos doorgaan, maar waar is nu het einde? Toen ik een vroege montage liet zien aan een vriend zei hij: je weet ergens wel hoe het eindigt. Toen hebben we besloten dat het een film moest worden met een open einde.”

Voor het eerst zijn stem

Zijn nieuwe film heeft als titel ‘De Propagandist’ en komt in zekere zin voort uit ‘Allen tegen allen’. “Aan deze documentaire ligt een aparte geschiedenis ten grondslag. Toen we klaar waren met ‘Allen tegen allen’ kreeg ik via mijn schoonmoeder een cd’tje waarop een interview stond met de Brabantse, fascistische priester Wouter Lutkie, die ook in die vorige film zat. Maar nu hoorde ik voor het eerst zijn stem en ik baalde dat ik dit fragment niet eerder had ontdekt. Want dan had ik het nog kunnen gebruiken in ‘Allen tegen allen’! Toen we verder gingen met onze research vonden we op internet een digitaal formulier van een oud geluidsarchief. Daar stonden tientallen opnames in beschreven uit de jaren zestig in het kader van een ‘oral history’-project, waaronder dus dat interview met Lutkie.’

Setfoto > De Propagandist
Still uit De Propagandist > Rolf Schuursma

“Ze waren gemaakt door bibliothecaris Rolf Schuursma, een pionier op het gebied van de mondelinge overlevering. Hij ging als een van de eersten met een bandrecorder langs de deur om mensen te interviewen over actuele zaken. Op die lijst zag ik ook een interview met Jan Teunissen, een naam die ik meteen herkende. Want ik had in ‘Allen tegen allen’ al filmfragmenten gebruikt waarvan ik wist dat hij daar achter zat. Hij was in Nederland tijdens de oorlog de machtigste man op filmgebied en noemde zichzelf de filmtsaar. Hij had alle macht op filmgebied naar zich toegetrokken: leider van de filmdienst van de NSB, de SS, de Nationale Jeugdstorm en van de Bioscoopbond. Vanuit die positie had hij in Nederland het laatste woord over alles wat er op filmgebied gebeurde tijdens de bezettingstijd.”

Still uit De Propagandist > Jan Teunissen

“Toen ik zag dat er een bandopname bestond waarop hij negen uur werd geïnterviewd, begon het bij mij te kriebelen of die banden nog ergens te vinden waren. Na enig speurwerk kwamen we erachter dat ze zijn opgeslagen in het archief van Beeld en Geluid in Hilversum. Dit interview is de basis van mijn nieuwe documentaire, waarbij de opname van het gesprek de rode draad vormt. We hebben ook de interviewer uit die tijd, Rolf Schuursma, kunnen opsporen en interviewen. Hij reageert daarin op zijn interviews uit de jaren zestig en wat hij daarmee allemaal van plan was. Belangrijk voor mijn documentaire is dat er ook een groot filmarchief van Jan Teunissen is teruggevonden. Dat bestond uit vele uren familiefilms, notabene op 35 mm, die op zichzelf al interessant genoeg waren. Alsof je in een soort teletijdmachine stapt en Nederland terugziet zoals het honderd jaar geleden was.”

In de stijl van avant-gardisten

‘De Propagandist’ vertelt het verhaal van de opkomst en ondergang van Jan Teunissen. Luuk Bouwman: “Het bleek dat hij al vanaf de jaren twintig een aantal avantgardistische films maakte en toen werkte in de stijl van avant-gardisten als Jorens Ivens. Hij had geprobeerd een grote Nederlandse film te produceren over Willem van Oranje. Dat deed hij – weer een link met Brabant – in de studio’s van Philips, ook wel Philiwood genoemd, die speciaal voor deze film aan de Oirschotse dijk werden opgericht. Voor Philips, dat in die tijd investeerde in camera’s en projectoren, was het een experimenteel project.”

Still uit De Propagandist > Jan Teunissen met Mussert

“Van deze opnames zijn prachtige foto’s teruggevonden waaraan je kunt zien dat er sprake was van een echte Hollywoodallure. Die film over Willem van Oranje was voor Teunissen denk ik een soort ‘Birth of a Nation’, een episch verhaal over het ontstaan van Nederland. Het moest de eerste geluidsfilm van Nederlandse bodem worden. Maar die film is vervolgens faliekant geflopt en werd in de pers met de grond gelijkgemaakt. De mooiste en meest vileine recensie had als kop: Willem van Oranje opnieuw vermoord! Tegelijkertijd werd er ook een andere film geproduceerd: ‘De Jantjes’. Die was met veel minder pretenties gemaakt, maar had wel succes in de bioscoop!”

Een opportunistisch filmmaker

Dat Teunissen het hoog in zijn bol had, zou later kwalijke vormen gaan aannemen. “In die tijd was Teunissen nog niet een overtuigd fascist, maar een opportunistisch filmmaker die met de komst van de Duitsers zijn kans schoon zag een nieuwe rol te kunnen spelen.” Het verhaal in de documentaire begint al vóór de oorlog. “We zien hoe hij zijn eerste films maakt. Die hebben we allemaal terug kunnen vinden. Op het moment dat de oorlog begint, weet hij zich een positie in de filmwereld te verwerven. Vervolgens vertelt Teunissen hoe hij onder het nieuwe regime zijn propagandafilms gaat maken. Parallel aan dit verhaal vertelt filmhistoricus Egbert Barten over andere Nederlandse filmmakers die tijdens de oorlog collaboreerden. Want je kon geen film maken als je niet was aangesloten bij het Filmgilde, onderdeel van de Kultuurkamer. En daar was Jan Teunissen de leider van.”

Still uit De Propagandist > Egbert Barten

Interessant vindt Luuk Bouwman dat je in de documentaire ook de stemmen hoort van deze Nederlandse filmmakers uit de oorlog. “Het zijn gesprekken die door Egbert Barten in de jaren tachtig en negentig zijn opgenomen. Die filmmakers ontkenden vaak in eerste instantie dat ze er iets mee te maken hadden. Maar toen ze werden geconfronteerd met de documenten en de foto’s was dat moeilijk vol te houden.”

De Propagandist (110 min.) van Luuk Bouwman wordt geproduceerd door Docmakers. De muziek is van componisten Mathilde Wantenaar en Tijmen van Tol. Op 14 november 2024 vertellen zij in ’s-Hertogenbosch tijdens November Music over deze filmmuziek. De documentaire gaat op 16 november in Koninklijk Theater Carré in première en wordt vertoond in de hoofdcompetitie van de IDFA. Later in het jaar komt hij in de bioscoop. Televisieomroep HUMAN gaat de film ook uitzenden.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *