Haal je hart maar op

column door Arnold Verplancke

Het stimuleert wel als mensen vragen waarom ik zo weinig columns meer schrijf. Een aai over je bol is nooit weg, hoe oud je ook bent. ‘Ga je tegenwoordig minder naar concerten of theater’, veronderstellen ze dan. Nee dat is het niet. Maar wat moeten lezers met een verhaaltje van mij over een uitvoering die toch al voorbij is en waar ze niet zelf meer naartoe kunnen? Dat vraag ik me soms af.

Ik blijf het zeggen: er is veel moois en verrassends te vinden. Dichtbij in de concertzalen van Eindhoven en Tilburg, of in de schouwburgen van die steden. Ongetwijfeld ook in die van Breda, ’s-Hertogenbosch en Helmond, al komen die niet zo vaak voor in mijn agenda. Maar ook op minder bekende podia en daarom besteed ik eveneens regelmatig aandacht aan bijvoorbeeld Podium Klassiek Eindhoven of de Hasseltse Kapel in Tilburg. Haal je hart op, zou ik zeggen. En voor de opera reis ik zonder problemen nog vaak naar Amsterdam.

Een vrolijke aftrap

Met veel plezier heb ik tussen de musici van Philzuid gezeten tijdens ‘Philsurround’ in het Klokgebouw van Eindhoven eind augustus. Een vrolijke aftrap van het nieuwe seizoen en een goede nieuwe traditie van het orkest dat tot voor kort nog philharmonie zuidnederland heette. Het publiek leefde mee en de orkestleden hadden er echt zin in.

Gastdirigent Guiseppe Mengoli bij Philsurround. Foto > Arnold Verplancke

Vol vertrouwen kijk ik dan ook uit naar het bekende ‘Stabat Mater’ van Pergolesi dat hetzelfde orkest over een paar weken gaat uitvoeren. Ik kom in Tilburg luisteren op 2 november 2024 als Hannah Morrison en Sarah Mingardo de klaagzangen vertolken over Maria aan de voet van het kruis. Voor de pauze klinkt het Derde Celloconcert van Carl Philipp Emanuel Bach, dus ‘de zoon van’. Luigi Piovano dirigeert en soleert zelf.

Philzuid gebruikt als publiciteitsbeeld voor Stabat Mater één van de Goudse Kruiswegstaties van kunstenaar/ontwerper Willem Hesseling. Voor een interview met de kunstenaar, klik hier.

Maar met nog meer spanning ga ik 7 november in het Eindhovense Parktheater kijken naar de opera ‘Blauwbaards burcht’ van Béla Bartók. Opera Zuid speelt dit lastige werk met Thomas Oliemans als Hertog Blauwbaard en Deirdre Angenent als Judith. Philzuid zit in de orkestbak onder leiding van Duncan Ward.

Publiciteitsbeeld voor Blauwbaards burcht. Beeld > Bjorn Frins

Dit werk is niet vaak te zien en te horen in ons land. Ik herinner me een uitvoering uit 1988 bij wat toen nog De Nederlandse Opera heette. Pierre Audi was daar nog maar net de artistiek leider en Hartmut Haenchen de dirigent die alle lof kreeg voor de voortreffelijke muzikale uitvoering. Maar wat klonk er veel tumult en boe- en bravogeroep door elkaar na afloop. Allemaal voor het concept van regisseur Herbert Wernicke. Hij liet de opera twee keer achter elkaar uitvoeren, vóór en na de pauze.

‘Die vrouwe van Blauwbaard’, geschilderd door Marlene Dumas en opgenomen in het programmaboekje uit 1988 van De Nederlandse Opera (nu De Nationale Opera).

Verbijsterd en opgewonden

De eerste keer liep de handeling nog een beetje parallel met de muziek en de tekst, als je die niet al te letterlijk nam. Maar na de pauze werd de handeling min of meer achterstevoren gespeeld. De zangers begonnen met Judiths dood en het was de hertog die vertwijfeld uitwegen zocht. ‘Onbevattelijke symboliek’, oordeelde mijn collega Ferd Op de Coul indertijd in het Brabants Dagblad.

Reclame-affiche voor de uitvoering van Blauwbaards burcht door De Nederlandse Opera. Wederom een beeld van Marlene Dumas. Bron > collectie Stedelijk Museum Breda/Brabants Erfgoed

‘Wernicke maakt tekst van Blauwbaard zoek’, meende Roland de Beer in de Volkskrant. Maar ‘Twee keer Blauwbaard is dubbel fascinerend’, oordeelde Kasper Jansen in NRC Handelsblad, die er bijna geen genoeg van kon krijgen. Zelf heb ik afwisselend verbijsterd en opgewonden zitten kijken: Bartók meets Beckett en Sartre, dacht ik bij mezelf. Bij Opera Zuid voert Kenza Koutchoukali de regie. U begrijpt nu waarom ik zo benieuwd ben naar haar versie, die ook al 3 november in ’s-Hertogenbosch te zien zal zijn. 

Begin volgend jaar regisseert zij bij de Nationale Opera in Amsterdam ‘Oum’, een muziektheatervoorstelling gewijd aan de beroemde Egyptische zangeres Oum Kalthoum.

Verbonden door elektronisch werk

Over de onze De Nationale Opera (DNO) gesproken, ‘Le lacrime di Eros’ (De tranen van Eros) belooft het operapubliek volgende maand weer behoorlijk uit te dagen. Dirigent Raphaël Pichon en regisseur Romeo Castellucci hebben een voorstelling gemaakt waarbij zij muziek uit de ontstaansperiode van de Italiaanse opera, eind zestiende eeuw, gebruiken. Maar die fragmenten over de verschillende vormen van liefde, verbinden zij door elektronisch werk van de hedendaagse componist Scott Gibbons.

Publiciteitsbeeld Le lacrime di Eros. Beeld > Hugo Thomassen

Tot de uitvoerenden behoren onder anderen de bekende sopraan Jeanine De Bique en mezzo Katia Ledoux. Die laatste heeft deze productie al ‘verbluffend en grensverleggend’ genoemd. ‘Let op, in deze voorstelling komen verbeeldingen van bloed, marteling en zelfmoord voor, die als indringend kunnen worden ervaren’, waarschuwt de Nationale Opera zelf alvast op haar site. Ik zal 17 november weer met een open blik en even open oren er naar toe gaan.

Publiciteitsbeeld Die Fledermaus. Beeld > Hugo Thomassen

Voor liefhebbers voor iets vertrouwder werk brengt DNO in december de operette ‘Die Fledermaus’ van Johan Strauss in de regie van Barrie Kosky. Vorig seizoen kreeg hij de lachers op zijn hand met ‘Gianni Schicchi’ van Puccini. Kosky heeft de naam van iedere operette een wervelende show te maken met extravagante kostuums, uitgebreide dansnummers en een kenmerkend gevoel voor humor. Het Nederlands Philharmonisch Orkest zit in de bak onder leiding van de populaire chef-dirigent Lorenzo Viotti, die binnenkort deze functie neerlegt. Zijn zuster, de mezzosopraan Marina Viotti maakt haar debuut bij DNO in de rol van de verveelde rijke prins Orlofski. Ik ga zondag 8 december kijken, de kaartjes voor die middag zijn al bijna uitverkocht.

In het nieuwe Theater aan de Parade

Terug naar Brabant. Ik heb heel veel lof gehoord voor het toneelstuk ‘Prima Facie’ van de prijswinnendeauteur Suzie Miller. In Nederland speelt Maria Kraakman deze monoloog bij het Internationaal Theater Amsterdam (ITA) onder regie van Eline Arbo. Kraakman kreeg onlangs de Theo d’Or voor de ‘meest indrukwekkende acteerprestatie in een dragende rol’. Het stuk is volgende week al op twee avonden te zien (15 en 16 oktober) in het nieuwe Theater aan de Parade in ’s-Hertogenbosch. Ik ga dan alsnog en er blijken nog kaarten te koop.

‘Maria Kraakman speelt Tessa, een slimme en meedogenloze strafrechtadvocaat die is gespecialiseerd in zedendelicten. (…) Een onverwachte gebeurtenis confronteert haar met de gespannen verhouding tussen de patriarchale macht van de wet, de bewijslast en de moraal.’ Beeld > website ITA

Kraakman speelt Tessa, een slimme en meedogenloze strafrechtadvocaat die is gespecialiseerd in zedendelicten. Ze heeft zich weten los te maken van haar arbeidersmilieu en wordt nu omgeven door oud geld en de geprivilegieerde elite. Rechtspraak is voor haar een sport. Zij vindt dat ze in vergelijking tot haar mannelijke collega’s op een nette manier de slachtoffers van seksueel misbruik onderuithaalt. Zo houdt ze verdachten uit de gevangenis door precies genoeg twijfel te zaaien en altijd ‘de juridische waarheid’ boven tafel te krijgen. Totdat de rollen onherroepelijk omdraaien: een onverwachte gebeurtenis confronteert haar met de gespannen verhouding tussen de patriarchale macht van de wet, de bewijslast en de moraal.

ITA waarschuwt dat deze voorstelling ‘beschrijvingen en beelden bevat van seksueel geweld die als confronterend kunnen worden ervaren. In de voorstelling wordt gebruik gemaakt van sterke lichteffecten waaronder een stroboscoop. Deze voorstelling toont ook beelden die voor mensen met emetofobie (braakfobie) als onprettig ervaren kunnen worden.’

Zonder nadere uitleg

Nog even terug naar Philzuid en het Muziekgebouw in Eindhoven. Eind vorige maand heb ik met grote bewondering geluisterd naar violiste Simone Lamsma in het prachtige Vioolconcert van Sibelius. Ik ken het vrij goed in een uitvoering van de beroemde Russische violist David Oistrach dankzij een grammofoonplaat die hij opnam met toen nog het USSR Radio Symfonie Orkest.

LP van David Oistrach met Vioolconcert van Sibelius

Ik heb genoten van Lamsma’s vertolking. Helaas stond na de pauze weliswaar Bruckners Eerste Symfonie op het programma, maar die bleek zonder nadere uitleg vervangen te zijn door de Derde Symfonie van Brahms. Ook mooi natuurlijk, maar als je mede vanwege Bruckner kaartjes had gekocht, keek je toch wel op je neus.

Het orgel in de grote zaal van het Muziekgebouw Eindhoven. Foto > Arnold Verplancke

Rondkijkend in de grote zaal van het Muziekgebouw – dat nu om onverklaarbare reden MgE moet heten – vroeg ik mij trouwens af of dat grote orgel het eigenlijk wel doet. Ik kan mij niet herinneren dat dit het vorig seizoen ooit is bespeeld en dit seizoen volgens mij evenmin. Het zal toch geen façade zijn? Ook in het orgelfestival Eindhoven kwam dit orgel eind vorige maand niet voor, wel dat van de TUe en de orgels van twee kerken.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *