Bij archeologie denken we vaak aan een heel ver verleden, maar dat hoeft helemaal niet. Archeologie kan ook van gisteren zijn. Alles wat de bodem onder onze voeten bewaart aan sporen van menselijke activiteit behoort tot het aandachtsgebied van de archeoloog. Dus ook de vuilstort van Helmond.
door Anja van den Akker
Eierkolen, babyschoentjes, een fietsbelastingplaatje, leren voetbal, soldatenhelmen, tandenborstels, een kunstgebit met gouden draadje en vooral heel veel glas. Ruim duizend voorwerpen haalden stadsarcheoloog Theo de Jong en zijn collega’s van het Erfgoedhuis Eindhoven vorig jaar in Helmond naar boven op een oude vuilstort aan de Houtse Parallelweg. Deze stille getuigen van het dagelijks leven tussen 1930 en 1957, het jaar waarin de stort werd gesloten, liggen sinds 1 april 2017 tijdelijk in het EDAH Museum, een uniek levensmiddelenmuseum dat helaas nog vrij onbekend is.
Opslagplek
De expositie heeft als toepasselijke titel Zand erover. Hoewel het voornamelijk om ´dagelijkse, gewone´ voorwerpen gaat, is deze opgraving volgens de archeologen absoluut bijzonder. De stortplaats is namelijk een van de laatste lokale opslagplekken in ons land waar de historie letterlijk voor het oprapen lag. Met onze huidige afvalscheiding, recycling en verbrandingsovens, valt er tegenwoordig op een vuilnisbelt nog maar weinig van ons dagelijks leven terug te halen. En deze vuilstort bestrijkt dan ook nog eens een turbulente periode: de crisisjaren, Tweede Wereldoorlog en wederopbouw.
Toen in juni 2015 het bedrijf Munsters Staalbouw op deze plek afbrandde, kwam de weg vrij om hier de archeologische schop in de grond te zetten. Dat gebeurde in 2016. Aan de vele jeneverkruiken en glaasjes te zien, hield men van een borrel op zijn tijd. En aan de grote hoeveelheid restanten van rookwaren te beoordelen, hoorde daar flink wat tabak bij. Limonade en bier zaten vaak in donker glas om zonlicht tegen te houden, zodat het koeler bleef. De Duitse en Engelse soldatenhelm alsook de granaathouder herinneren aan de Tweede Wereldoorlog: de strijd om de spoorlijn waar de vuilstort aan grenst.
Mooie fijne scherven in Art Deco stijl liggen hier naast de restanten van ruim bemeten potten en pannen voor de doorgaans grote Brabantse gezinnen. Opmerkelijk is de flinke hoeveelheid emaille: de oud-ijzerboer had er niets aan vanwege het dunne glazuurlaagje. Dus ging alles hoppa de vuilstort op. De dierlijke botresten zijn vooral van runderen. Varkens werden immers thuis geslacht voor eigen consumptie en het afval ging dan nog lang in de tuin de grond in.
Hygiëne
De vele parfum- en eau de cologne flesjes herinneren aan de summiere persoonlijke hygiëne. De bekende zinken teil voor het hele gezin en de lampetkan hielden de moderne wastafel en douche lang buiten de deur. Vandaar dat een geurverdrijvertje tegen de stank veel werd gebruikt.
Een van de leukste vondsten is het kunstgebit dat precies één tand mist: de eigenaar had kennelijk nog een eigen kies die hij wilde houden om het kunstgebit wat meer stevigheid te geven. Daartoe liet hij een gouden draadje aanbrengen op de plek waar zijn eigen tand doorheen stak. Het is aan archeologen altijd weer de hamvraag: hebben jullie ook goud gevonden? In dit zeldzame geval is het antwoord daarop ‘ja’.
De vraag wie in die tijd rondreed in zo’n oude Ford waarvan een wieldop werd opgedoken, is nog niet beantwoord. Die auto’s reden hier volgens kenners amper rond. Wellicht komt het antwoord nog in het boek te staan waarin bezoekers aan de tentoonstelling hun herinneringen aan deze periode kunnen delen, al dan niet met kroontjespen en inkt. Op het oude schoolbankje van puur Helmondse makelij (Janssen Fritsen) ligt ook nog een handgemaakt inktlapje. Want in het EDAH Museum wordt ieder detail gekoesterd.
‘Zand erover’, in de Helmondzaal van het EDAH Museum in Helmond.
Het museum is niet dagelijks open (wel op vrijdag- en zaterdagmiddag).
Kijk voor de actuele openingstijden op de website:
www.edahmuseum.nl
© Brabant Cultureel 2017
Een extra bedankje gaat uit naar de 3 vrijwillgers Erfgoedhuis Eindhoven.!!Zonder deze”‘extra handjes”‘ had deze tentoonstelling nooit van de grond en vooral uit de grond gekomen! Chapeau heren !!