door JACE van de Ven •
Mensen die niet van wielrennen houden of niet aan trimfietsen doen, weten misschien niet wat in het wiel zitten betekent? Iemand die in het wiel zit, rijdt net achter de fietser voor hem en wordt dus uit de wind gehouden. In zijn liedjesprogramma ‘In het wiel’ waarmee Leo Alkemade dit seizoen hernieuwd door het land trekt, heeft de uitdrukking ook figuurlijke betekenis: de vader leidt de beklimming, het kind fietst in zijn wiel, maar eenmaal de top bereikt, zit de taak van de vader erop, het kind zal zelf de gevaarlijke afdaling in moeten gaan.
Metaforen tussen fietstochten of wielerwedstrijden en het werkelijke leven liggen voor de hand. In de vijftien liedjes die Alkemade in zijn programma laat horen bezondigt hij er zich vaker aan, maar hij doet het steeds treffend, niet te quasi diepzinnig en niet te plat. Eerlijk gezegd ben ik na het zien en horen van ‘In het wiel’ een fan van Leo Alkemade, terwijl ik hem tevoren een beetje ontweek, omdat ik altijd bang ben – te bang blijkt in dit geval – dat mensen die veel succes hebben op de Nederlandse commerciële televisie inhoudsloos vertier brengen. Quod non, in dit geval, weg met dat vooroordeel.
Fietsen is een deel van mijn leven
Ik ging naar Alkemade zijn liedjesprogramma, omdat fietsen een deel van mijn leven is en Alkemade (Loon op Zand 1980) een Brabantse cabaretier, acteur en auteur en ook – en dat wist ik tevoren niet – songwriter. Het begint meestal met een regel tekst die hem te binnen schiet, daar heeft hij al snel een melodie bij. ‘Ik ben vanmorgen opgestaan met de benen van een winnaar’, bijvoorbeeld. Met dat eitje gaat hij dan naar zijn maat René van Mierlo in Eindhoven en samen broeden ze het dan uit. Het heeft al een hele reeks songs opgeleverd die gehoord mogen worden.
De meesten zullen Alkemade kennen als cabaretier en filmacteur. In 2000 won hij samen met Roel Bloemen de jury- en publieksprijs op het Groninger Studenten Cabaret Festival met het programma Sudomotorisch. Met Bloemen, die hij had leren kennen aan de Koningstheateracademie van Frank Verhallen in ’s-Hertogenbosch, maakte hij daarna nog enkele succesvolle programma’s met rare titels als HybrisHydrolisch en 13-0-ZEVEN. Alkemade en Bloemen bleven tot 2014 samen optreden. Toen kwam er in alle pais en vree een einde aan, omdat Alkemade steeds meer in films en series ging spelen en voor een cabarettournee niet altijd beschikbaar kon zijn.
Komische sketches
Dat begon met de films ‘Shouf Shouf Habibi!’ (2004) en de komische televisieserie ‘Shouf Shouf!’ (2004-2009) die daar op volgde. Intussen heeft hij al in vijfentwintig Nederlandse films gespeeld en in tal van series. Ook viel hij op in programma’s met komische sketches als ‘Komt een man bij de dokter’ en later ‘Sluipschutters’. En het gaat maar door. Deze week komt ‘Rokjesnacht’ van regisseur Johan Nijenhuis in de bioscoop, waarin Alkemade een hoofdrol speelt. De film is geïnspireerd op de gelijknamige musical uit 2016. Vanaf 17 oktober is ‘De Mannenmaker’ overal te zien, een romantische feelgood film waarin Alkemade samen met Katja Schuurman een hoofdrol vertolkt.
En dan komt in april volgend jaar ‘Champagne’ uit, een heel bijzondere film voor Leo Alkemade, omdat hij er zelf het script voor schreef. Het is een soort roadmovie die gaat over de band met zijn vader, in de film vertolkt door Huub Stapel. Ook Beppie Melissen speelt erin mee. Alkemade heeft er negen jaar aan gewerkt, met liefde, want het gaat over een vader en zoon die elkaar niets te verwijten hebben.
Vader hield zoon af van het profwielrennen
Die vader, Aad Alkemade, is er overigens wel de oorzaak van dat zoon Leo Alkemade nooit in het peloton heeft gereden. Zoon Leo wilde – als jonge puber in het bezit van een racefiets en helemaal gefascineerd door de wielrennerij – wielrenner worden, maar vader vond dat te gevaarlijk en wist hem te bepraten. Dus werd de zoon geen lid van de Tilburgse Wielerclub Pijnenburg, maar draaide hij als veertienjarige braaf zijn rondjes tussen de zestigjarigen van de Loon op Zandse toerclub.
Want dat is waar Leo Alkemade opgroeide, in Loon op Zand. Hij zingt er liedjes over in zijn programma ‘In het wiel’, onder anderen over zijn Amerikaanse buurmeisje Tiffany met een ijskast vol blikjes Dr. Pepper. ‘Zij was wel de ware, maar dan voor iemand anders’, zingt buurjongen Leo jaren later over haar. Hij zat toen op de Mavo op de Rooi Pannen in Tilburg en bakte er niks van. Niet omdat hij dom was, maar omdat hij het gevoel had ‘dat alle fantasie uit hem werd geramd om aan een standaard te voldoen’. ‘Ik ben laks’, zegt hij er achteraf zelf over, maar dat is niet waar, want toen hij later naar de avondopleiding op de Koningstheateracademie kon, werkte hij wel vol enthousiasme en bekostigde zijn studie zelf door overdag te werken in een leerfabriek.
Zingen op de biljarttafel
Waarom die cabaretopleiding? Leo werd als kind in het café al eens op het biljart getild om een liedje te zingen en ook op schoolfeesten liet hij van zich horen en met een vriendje in Loon op Zand presenteerde hij het kindertonpraten op een manier dat Leo en zijn vriendje meer aan het woord waren dan alle tonpratertjes bij elkaar. Maar, soit, het gaat over ‘In het wiel’, het liedjesprogramma, over Alkemade’s ‘liefde voor de koers en de koers van de liefde’.
Het is een prachtig programma waarin vijf gekwalificeerde muzikanten die zich de Kopgroep noemen de liedjeszanger bijstaan in een serie van vijftien liedjes, door Alkemade op aanstekelijke wijze aan elkaar gepraat. Er zit een mooi ritme in de show en de lange zit van anderhalf uur zonder pauze is daarom niet bepaald een opgave. De zanger heeft een behoorlijk aangename stem die hij op doortastende wijze inzet en waarmee hij, indien nodig, de ontroering die aan sommige liedjes ten grondslag ligt voelbaar weet te maken.
Dat begint al meteen met de titelsong ‘In het Wiel’. Dat lied gaat over een zware klim die hij met zijn zoon van tien op de racefiets rijdt. ‘Ik kijk om, de tijd heeft stil gestaan / En ik zie mijzelf gaan / Kom maar bij je vader in het wiel / Waar de wind niet met je speelt…’. Aan het eind van de show – de zoon is nu zes jaar ouder en fietst als een speer – krijgt het lied zijn tegenhanger: ‘Mag ik alsjeblieft nog met je mee’, zingt de vader.
Een liefdesduet
Tussen die twee liedjes in speelt zich veel herkenbaars uit een mensenleven af. Lief en leed dat onmiddellijk herkenbaar is, vlotjes gebracht wordt, maar niet betekenisloos is. En er is een liefdesduet dat Alkemade elke voorstelling met een andere zangeres zingt, in Goirle heette die zangeres Amber de Kok. Op de plaat ‘In het wiel’ wordt die tekst gezongen door Trijntje Oosterhuis. Die plaat is online via bol.com te bestellen, maar u kunt hem ook na een voorstelling kopen, dan zet Leo Alkemade er een krabbel op.
‘In het wiel’ is in Noord-Brabant nog te zien en horen in Theater De Schalm in Veldhoven op 18 oktober 2024, in Markant Theater Maashorst in Uden op 6 november, in Theater De Maagd in Bergen op Zoom op 23 november, in Theater Speelhuis in Helmond op 10 december en in Schouwburg Concertzaal Tilburg op 11 december.
Lees alle recente columns van JACE van de Ven op Brabant Cultureel
© Brabant Cultureel 2024
Wat een mooie en informatieve column. Ik deel je waardering voor het werk van Leo (met herkenning van je genoemde vooroordelen) en ik heb genoten van In het wiel.
Heel mooie column Jace,
Je liefde voor wielrennen en cultuur is bekend.
Mooi stuk Jace, ik ga der maar eens een kaartje aan wagen.