Een kleine zeventig zangers uit zevenentwintig landen treffen elkaar tussen 27 september en 5 oktober in het Bossche Theater aan de Parade, waar de zevenenvijftigste International Vocal Competition voor opera en oratorium plaatsvindt. De wereldberoemde Nederlandse sopraan Eva-Maria Westbroek maakt deel uit van de jury.
door Camiel Hamans • zwart-witportretten > Fazil Berisha
“Ik zit in een pauze van het zingen”, antwoordt stersopraan Eva-Maria Westbroek op de vraag of ze wel tijd heeft om jurylid te zijn bij de komende International Vocal Competition, IVC, in ’s-Hertogenbosch. “Maar ik wil wel bezig blijven met muziek, daarom heb ik ja gezegd. En ik vind Andrew Watts, de directeur, zo’n aardige collega.”
“Ik ben nog nooit eerder jurylid geweest bij een concours, maar ik wil het graag eens proberen. Mijn goede vriendin Roberta Alexander maakt ook deel uit van de jury en dat geeft me vertrouwen. Concoursen zijn geen match voor mij. Die paar keer dat ik er aan een meedeed, zat ik vol stress, maar voor anderen kan een prijs op een concours het begin betekenen van een succesvolle carrière. Dat de IVC geen concours is van dertien in een dozijn, maar een wedstrijd waar grote namen hebben gewonnen, heeft me overtuigd.”
Volgende generatie op weg helpen
“Dat je een volgende generatie op weg kunt helpen om ook een Elly Ameling, Jard van Nes, Nelly Miriciouiu, Pretty Yende, Dame Sarah Connolly, John Bröcheler of Robert Holl te worden, om maar een paar van de laureaten van de IVC te noemen, daar wil ik me graag voor inzetten. Bovendien mag ik een masterclass geven, iets wat ik enig vind. Ik ga daar heel erg mijn best voor doen en ik hoop de jonge collega’s wat mee te kunnen geven.”
“Ik heb te lang en te hard gewerkt, dan gaat het piepen en schuren. Ik was moe en daarom is het goed om even thuis te zijn. Ik heb dit dertig jaar lang niet gehad, dat ik voor langere tijd thuis ben, ’s ochtends een boswandeling met Frank (haar man tenor Frank van Aken; CH) en de hond kan maken, les kan geven en nu tijd heb voor het concours. Het leven dat ik tot nu toe geleid heb, was heel spannend, heel leuk, maar ik heb nooit pauze genomen en omdat ik altijd alles geef, werd het teveel. Dat heeft zijn weerslag en daarom maak ik nu even een pas op de plaats.”
Heel anders dan met een pruik op
“Ik heb wel aan concoursen meegedaan en zelfs wel wat gewonnen. In Rome won ik en op mijn vijfentwintigste mocht ik daarom al de rol van Tosca zingen, en ook wel elders in Italië behaalde ik tweede en derde prijsjes. Maar bij het Belvedère Concours, de springplank voor jong talent en daarom spottend wel ‘Wallstreet of Voices’ genoemd, kwam ik niet eens door de eerste ronde. Je moet de druk die zo’n wedstrijd met zich meebrengt aankunnen. Het is iets heel anders dan met een pruik op in een voorstelling staan. Helemaal alleen op de bühne, als jezelf. Je kunt je niet verschuilen achter een personage. Dat maakt het extra moeilijk. Bovendien is het een momentopname. Je moet op de avond van het concours top zijn. Niet een week later.”
“Mij hebben de concoursen niet geholpen, ook al zong ik al jong hoofdrollen als die van Santuzza in Cavalleria Rusticana en Tosca. Na die eerste prijsjes kwam er geen vervolg en heb ik, zoals alle kranten naderhand schreven, toen ik wel doorbrak, een tijdje als zingende serveerster gewerkt in een Amsterdams pastarestaurant bediend en opgetreden. Maar voor iemand als Bryn Terfel of Dmitri Hvorostovsky was het winnen van de Cardiff Singer of the World in 1989 meteen de grote doorbraak.”
Ik ga gewoon luisteren
“Jurylid ben ik nog nooit geweest, ik ga daarom gewoon luisteren. Zit de stem technisch op zijn plek, zit in deze zanger of zangeres een acteur, word ik muzikaal en emotioneel geraakt door wat ik hoor? Ik heb het immense voordeel dat ik met zeer ervaren collega’s in de jury zit: de levende legende Dame Gwyneth Jones, Rosemary Joshua, de leidster van de Studio van de Nederlandse Opera, Michael Chance, een Engelse countertenor die anders dan ik een enorme ervaring met oratorium heeft – zelf heb ik eigenlijk alleen Verdi’s Requiem regelmatig gedaan. En natuurlijk Roberta Alexander. Ik ben een groot fan van haar, zij heeft me altijd gesteund. Er wordt wel beweerd dat het op en achter het toneel niets anders dan competitie is. Ik heb daar nooit iets van gemerkt. De meeste zangers steunen elkaar, Roberta wel het allermeest. Ik durf haar en de andere leden van de jury dus van alles te vragen.”
“Zangers die niet winnen, zijn natuurlijk teleurgesteld, maar ze moeten zich realiseren dat het niet het einde van de wereld is. Winnen is leuk, maar het meedoen aan een wedstrijd levert ook voor de ‘verliezers’ wat op. Je leert ervan, je hoort welke punten je kunt verbeteren en daaraan kun je werken. Je kunt alles leren, als je maar te horen krijgt wat je moet verbeteren.”
Geen garantie voor de toekomst
“En ook al ga je met een prijs naar huis, dan is dat nog geen garantie voor de toekomst. Ik heb zelf meegemaakt hoe er daarna weer een inzinking kwam. In Nederland brak ik, na enige optredens in de Zaterdagmatinee, pas door in het Holland Festival van 2006 met Sjostakovitsj’ Lady Macbeth van Mtensk. Maar dat was dan ook meteen een voorstelling waarin alles klopte. Mariss Jansons, toen chef-dirigent van het Concertgebouworkest, dirigeerde na jaren weer een opera. Hij had ooit een hartaanval gehad in de bak en had daarom tijdenlang opera gemeden. Het orkest was top, iedereen ging ervoor, de make up, het koor, de techniek, we hadden een perfecte cast, een geweldige regie en de rol sprak me ontzettend aan. Tijdens de repetities kon Jansons erg direct en bot zijn in zijn aanwijzingen, maar in de voorstelling gaf hij me echter elke inzet aan, hij sleurde me door het hele stuk heen. Ik ben nog altijd weg van die man.”
Slotscène in mijn eentje
“Dat ik zoiets heb mogen meemaken, dat ik na de slotscène in mijn eentje op dat grote toneel van de Stopera applaus mocht halen, dat vervult mijn leven. Zo’n alles overstijgende ervaring heb je maar een paar keer in je hele carrière. De Fanciulla del West in Londen was er bijvoorbeeld zo een of de wereldpremière van Anna Nicole, de opera over het leven van playmate Anna Nicole Smith onder Antonio Pappano, ook in Covent Garden in Londen, en vooral de Walküre met Sir Simon Ratlle en de Berliner Philharmoniker. Weer klopte alles. Daarvoor doe je het, daarvoor geef je alles.”
www.ivc.nu
www.theateraandeparade.nl/programma
Lees meer over het IVC op Brabant Cultureel
© Brabant Cultureel 2024