In het voorjaar van 2024 brachten de twee debuterende dichters Tom Dreyer en Alwyn Roux uit Zuid-Afrika een bezoek aan Tilburg. Brabant Cultureel-redacteur Carina van der Walt arrangeerde enkele ontmoetingen en dit inspireerde Jasper Mikkers tot het vertalen van enkele gedichten uit het Afrikaans naar het Nederlands.
vertalingen door Jasper Mikkers
vermiste ruimtereizigers
kort na de wegijlende piepgeluiden van de spoetnik
gingen er geruchten over de laatste woorden
van stervende Russische ruimtevaarders
tot ons gekomen via radio-operators
een vrouw vervloekt een verzengende cabine
een man meldt een kegel van vuur
er kan zoveel misgaan
in de hete nachten van Kazachstan
en toch blijft de dood van een ruimteman en -vrouw
in een motelkamer daar verder onbesproken
(ze schoven hun bedden heel dicht tegen elkaar aan
zodat ze nooit meer uit elkaar zouden drijven)
verlore ruimtelinge
kort na die ylingse piengs van spoetnik
was daar gerugte van sterwende russiese
ruimtevaarders hul laaste woorde herlei
deur radio-operateurs
’n vrou verwens ’n versengende kajuit
’n man rapporteer ’n keël van vuur
daar is soveel wat verkeerd kan gaan
in die gloeiende nagte van kazakstan
en tog bly die dood van ’n ruimteman en -vrou
in ’n motelkamer aldaar ongedokumenteer
(hul beddens knap teen mekaar geskuif
sodat hulle nooit weer uitmekaar sou dryf)
Tom Dreyer, uit: Nou in infrarooi.
koude sterren
toen mijn auto van de weg raakte
om een flikflak te maken op het grind
viel me op hoe mooi de compositie zou zijn
een smalle witte pijp vol bomen en prikkeldraad
waarlangs ik naar het exacte punt reis
waar mijn wrak tot stilstand zal komen
daar zal ik staan
zoals naast een skottelbraai
waarin vochtige groene mikken sidderen en knappen
jij leerde mij over de sterren
en hoe ondraaglijk het is
om jou hier achter te moeten laten
zonder jou zullen de sterren koud zijn
dingen bewegen zich nu in het donker
maar niets doet er meer toe:
ik wacht tot het ongeval voorbij is
koue sterre
toe my kar die pad verlaat
om te flikflak oor die gruis
merk ek hoe mooi die komposisie sou wees
’n nou wit pyp vol bome en jakkalsdraad
waarlangs ek reis tot by die presiese punt
waar my wrak tot stilstand sal skuif
daar sal ek staan
soos langs ’n skottelbraai
waarin klam groen mikke sidder en klap
jy het my van die sterre geleer
en hoe ondraaglik
om jou hier te moet agterlaat
die sterre sal koud wees sonder jou
dinge beweeg nou alom in die donker
maar niks maak meer besonder saak nie:
ek wag vir die ongeluk om verby te wees
Tom Dreyer, uit: Nou in infrarooi.
poging tot een begin
In een neongroen veld
waar van de bomen
de armen afgekapt zijn
kijk ik naar hem die voor mij staat.
Hij balanceert met zijn voeten
op de rug van de boomstam
die als een lichaam in het veld ligt.
Ik zit op de nek van de boomstronk.
Hij kijkt naar mij.
Ik neem
geen
initiatief;
bang zoals gewoonlijk
om naakt te zijn.
We praten.
Hij leest gedichten
terwijl de wind fris waait.
Hij brengt me een jasje om aan te trekken.
Hij kijkt naar mij.
En glimlacht.
En alle vrouwen van wie ik houd
vinden volmaaktheid in de scherpe aftekening
van zijn geslacht.
Tentatiewe begin
In ’n neongroen veld
waar die bome
se arms afgekap is
kyk ek na hom wat voor my staan.
Hy balanseer met sy voete
op die houtstomp se rug
wat soos ’n liggaam in die veld lê.
Ek sit op die nek van die boomstomp.
Hy kyk na my.
Ek hou my
binne
my;
bang vir ontbloting
soos altyd.
Ons praat.
Hy lees gedigte
terwyl die wind kouerig waai.
Hy bring vir my ‘n baadjie om aan te trek.
Hy kyk na my.
En glimlag.
En al die vroue wat ek liefhet,
vind volmaaktheid in die afgemete lyne
van sy manlikheid.
Alwyn Roux, uit: Weerskyn.
gezinsplanning
omdat je meer dan
jezelf liefhebt
vermoed je dat het geen slecht idee is
te proberen een tweede kind te krijgen
je wilt er niet aan denken hoe zwaar dat is
durft er niet eens woorden aan te geven
zegt niks over de beweegredenen
waarom een tweede kind een goed idee zou zijn
omdat je meer dan jezelf liefhebt
ging je jezelf te buiten
ben je jezelf kwijtgeraakt
in het grootbrengen van een eerste
gesinsbeplanning
omdat jy liefhet
buite jouself
vermoed jy dis nie ’n slegte idee
om vir ‘n tweede kind te probeer nie
jy wil jou nie die swaarte indink nie
waag nie eens om die woorde oor jou lippe te neem nie
swyg by die beweegrede
waarom ’n tweede kind ’n goeie idee kan wees
want jy het lief buite jouself
het jouself te buite gegaan
jouself verloor
in die grootmaak van ’n eerste
Alwyn Roux, Weerskyn.
Achtergrond
In de lente van 2024 kwamen twee Afrikaanstalige dichters uit Zuid-Afrika voor een bliksembezoek naar Tilburg. Aanleiding waren de debuutbundels van Tom Dreyer, Nou in infrarooi van eind 2023 en van Alwyn Roux, Weerskyn van begin 2024. De relatie met Tilburg was tweeledig. De jongere Roux kwam in 2010 als uitwisselingstudent naar de universiteit van Tilburg. Hij en Nick J. Swarth raakten bevriend in de zes maanden dat Roux hier studeerde en ondertussen ook furore maakte als academicus. Zij debuutbundel werd in Zuid-Afrika goed ontvangen.
Terwijl Roux en ik studeerden (we kwamen van dezelfde Alma Mater, de Noordwest Universiteit in Potchefstroom) brak de nu vijftigjarige Tom Dreyer in 1998 al door met zijn eerste roman Erdvarkfontein. In 2002 volgde Stinkafrikaners, een maatschappijkritische roman die werd bekroond met de Eugene Marais-prijs. Nog twee romans en twee verhalenbundels volgden tussen 2006 en 2022. Dreyers zin in poëzie werd geprikkeld door een competitie die hij in 2019 won. Het gedicht ‘Slaap solank dan hou ek die fort’ was winnaar van de AVBOB nationale poëzie wedstrijd, categorie Afrikaans. AVBOB staat voor Afrikaanse Verbond van Begrafnisondernemers. Al in 1997 werd een van Dreyers gedichten opgenomen in de bloemlezing Nuwe Stemme 1. Nou in infrarooi is zijn dichtersdebuut. Ook deze bundel werd goed ontvangen in Zuid-Afrika.
Op de zondagochtend van 17 maart struinde ik met beide dichters langs enkele muurgedichten in Tilburg. We ontmoetten Jasper Mikkers op het Helga Deen-plein, waar Mikkers meer vertelde over zijn gedicht. Op maandag 18 maart kwamen we met dichter-performer Nick J. Swart, kunstenaar Hans Lodewijkx en theatermaker Marja van Trier samen in de LocHal voor een kennismaking en een workshop vertaling. De esthetische raakvlakken waren de gedichtenserie ‘Liefde- en ruimteleer’ van Mikkers, de ‘On-Site Poetry’ van Swarth en ‘Het beloofde land: een ontdekkingsreis’, grote banieren met foto’s van het Marsoppervlak, van Lodewijkx. Bovenstaande vertalingen van Mikkers vormen een voorproefje van meer uit deze workshop. (Carina van der Walt)
Alwyn Roux, Weerskyn. Gedigte. Pretoria: Protea Boekhuis 2024,
96 pp., ISBN 978-1-4853-1543-8, pb.
Tom Dreyer, Nou in infrarooi. Gedigte. Kaapstad: Kwela Boeke 2023,
80 pp., ISBN 978-0-7957-1072-8, pb.
Jasper Mikkers (Oerle 1948) is schrijver en dichter en woont en werkt in Tilburg. In 1974 debuteerde hij onder de naam Tymen Trolsky. Onder die naam werd hij snel een bekend en gevierd dichter, maar nadat zijn echte naam bekend werd, bleef het geruime tijd stil. In 1990 trad hij opnieuw naar buiten, nu onder zijn eigen naam, maar soms ook nog als Tymen Trolsky, In 2013-2014 was hij stadsdichter. Momenteel werkt hij aan de romancyclus Het Wolfsbit.
Meer over Zuid-Afrika en literatuur op Brabant Cultureel
Beeldcollage voorpagina > Hans Lodewijkx
© Brabant Cultureel 2024