column door Arnold Verplancke •
Het is de tijd dat de programma’s van toneelgroepen en orkesten voor het nieuwe seizoen weer in de brievenbussen en de mailbox vallen. Heerlijk om er even doorheen te bladeren en je te laten verrassen. Zo zag ik dat ‘Moeder Courage en haar kinderen’ van Bertolt Brecht weer in de schouwburgen verschijnt. Lang niet gezien dit muziektheater. Een goede keuze van Het Nationale Theater: het is een anti-oorlogsstuk.
Moeder Courage is bij Brecht een vrouw die aan de oorlog wil verdienen. Zij trekt met de troepen mee als marketentster. Ze verkoopt echter niet alleen haar voorraad laarzen en voedsel, maar verliest ook haar drie kinderen één voor één aan de oorlog. De regie is in handen van Liesbeth Coltof die er een eigentijdse versie van maakt. Tamar van den Dop speelt de hoofdrol. Ik herinner me de voorstelling van het Vlaamse Kollektief Internationale Nieuwe Scene uit 1982. Met Hilde Uitterlinde in de hoofdrol, een sober decor dat Brecht deugd zou hebben gedaan en fel gezongen liederen op muziek van Paul Dessau. Er is zelfs een grammofoonplaat van verschenen met de in het Nederlands vertaalde liederen.
Moeder Courage in Brabant
Brecht heeft meermalen gewaarschuwd dat de toeschouwers iets moeten leren van het stuk en dat de acteurs dus moeten voorkomen dat het publiek zich al te zeer kan identificeren met de hoofdfiguur. Best lastig, want het is heel verleidelijk om mee te leven met de lotgevallen van Moeder Courage en niet als een student afstand te houden en inzichten op te doen, zoals Brecht dat voorstaat met zijn episch theater. De voorstelling zal volgend jaar in alle vier grote steden in Noord-Brabant te zien zijn. Ik zal er tegen die tijd graag op terugkomen.
Een andere klassieker op de speellijst van Het Nationale Theater is ‘Antigone’. De Franse schrijver Jean Anouilh heeft de tragedie van Sophocles indertijd bewerkt en diens versie gebruikt de groep nu, ongetwijfeld ook in een hedendaags jasje. Antigone, de dochter van Oedipus, ziet hoe haar twee broers oorlog voeren om de troon van Thebe. Ze sneuvelen alle twee. Creon, opnieuw machthebber, beslist dat de broer die de stad verdedigde, eervol mag worden begraven. Het lijk van de ander, die de stad aanviel, moet onaangeroerd blijven liggen, ten prooi aan de beesten. Dat pikt Antigone niet, ondanks dat haar de doodstraf wacht. De hoofdrol is voor Yela de Koning die eerder verraste als Coriolanus. Nina Spijkers voert de regie.
Bij Het Zuidelijk Toneel vervolgt Stefaan van Brabandt zijn serie grote filosofen. Na Marx, Spinoza, Sartre en De Beauvoir presenteert hij nu Arthur Schopenhauer (1788-1860). De Vlaamse acteur Damiaan De Schrijver zal hem spelen. Schopenhauer is een pessimistische filosoof. Als grondbeginsel van het menselijk leven ziet hij de blinde wil tot bestaan. Dat is dus geen redelijk beginsel en heeft in wezen zelfs geen zin. Wel kan de mens zijn zinloze bestaan tijdelijk vergeten in de kunst, aldus Schopenhauer. En voor hem geldt dat in het bijzonder voor de muziek, die hij het diepzinnigste van alle kunsten noemt. Over vrouwen blijkt hij minder enthousiast, getuige de titel van zijn essay Er is geen vrouw die deugt (Über die Weiber’, 1851). Ook ‘Antigone’ en ‘Schopenhauer’ zijn minstens in Tilburg, Eindhoven, Breda en Den Bosch te zien, dit najaar of soms pas begin 2025.
Wereldpremière door pianist Ralph van Raat bij Philzuid
‘Beleef geluksmomenten’ heet het seizoensprogramma van Philzuid, bijna in de geest van Schopenhauer. Het orkest presenteert meerdere interessante concerten, althans wat mijn voorkeuren betreft. Het Vioolconcert van Sibelius met Simone Lamsma als soliste en de Eerste Symfonie van Bruckner bijvoorbeeld samen op 29 september in Eindhoven. Een wereldpremière speelt pianist Ralph van Raat daar met ‘Techno Etudes IV’ van Tanaka op 11 oktober. Een Nederlandse première volgt op 6 en 7 december in Eindhoven en Tilburg als pianiste Alice Sara Ott het nieuwe pianoconcert van Bryce Dessner speelt bij Philzuid onder leiding van de eigen dirigent Duncan Ward. Voor het spannende Tweede Vioolconcert van Prokofjev moet u naar Breda of Eindhoven op 12 respectievelijk 13 december. Alexandra Conunova voert het uit met het orkest.
De Amerikaanse componist Charles Ives staat niet vaak op de lessenaars. Van hem speelt Philzuid ‘The Unanswered Question’ op 8 en 9 februari eveneens in Breda en Eindhoven om daarna samen met slagwerkster Vivi Vassileva ‘Recycling Concerto’ uit te voeren. Dat is een heel bijzonder werk van Gregor Mayrhofer die allerlei afgedankte potten en pannen uit het afval gekozen heeft als instrumenten voor dit werk. Voor een avondje Bernstein kunt u op 26 januari terecht in Eindhoven en voor de Negende Symfonie van Sjostakovitsj op 15 en 16 februari in Eindhoven en ’s-Hertogenbosch. Concertmeester Lei Wang van Philzuid zal dan zelf soleren in het vioolconcert van Samuel Barber.
Vijftig jaar geleden dat Sjostakovitsj overleed
Meer Sjostakovitsj in het Muziekgebouw van Eindhoven in 2025, want dan is het vijftig jaar geleden dat deze Russische componist overleed. Op 22 januari voeren een aantal wereldberoemde solisten werk van hem uit, helemaal los overigens van Philzuid, om geen misverstand te krijgen. Violist Gidon Kremer, altviolist Maxime Rysanov en cellist Gautier Capucon spelen dan de voor hun instrumenten geschreven drie sonates, samen met pianist Evgeny Kissin.
Voor de Vierde Symfonie van Gustav Mahler hoeft u nu eens niet naar Amsterdam. Die is 16 maart te beleven in Eindhoven bij Philzuid. Mezzosopraan Magdalena Kozená zingt aan het slot het mooie ‘Das himmlische Leben’. Het zal u niet verbazen dat ik al een serieabonnement heb besteld van Philzuid.
Philzuid zal bovendien Opera Zuid begeleiden in ‘Blauwbaards Burcht’ van Bela Bartók, een opera die maar zelden wordt opgevoerd. Thomas Oliemans zingt de titelrol met Deirdre Angenent naast zich als Judith. Op 3 november te zien in ’s-Hertogenbosch en 7 november in Eindhoven.
Rijksmuseum of Centre Pompidou
Collega Henk van Weert schreef een pleidooi om in Eindhoven een dependance van het Rijksmuseum te openen. Hij verwees daarbij naar bijvoorbeeld de publiekstrekker Guggenheim in Bilbao en het Centre Pompidou in Málaga. Laat ik nou vorige week toevallig daar in Málaga zijn geweest. Ik liep met interesse en plezier door die dependance van Centre Pompidou en bewonderde vrijwel uitsluitend eigentijdse kunst en werken uit de twintigste eeuw. Als thema gold op de benedenverdieping de mens en de natuur vroeger en nu.
De meeste kunstenaars wilden vooral de bezoekers aan het denken zetten en zo moeilijk bleek dat niet.
Van Daniel Spoerri hing er ‘La Douche’, een traditioneel landschapje van een rivier omgeven door bergen en groen. Maar midden op dat schilderij stak een heuse douchekop naar voren, met slang en kranen. Vroeger dacht je bij het begrip water aan een bergbeek en nu dus aan een kraan. Een stap verder denkend: Water leek toen een eeuwig gegeven en dat is het nu niet meer. Allerlei landen kreunen onder een hopeloze droogte. Het wachten is slechts op oorlogen om het bezit van rivieren en stuwdammen.
‘Tire Test Column’ noemt Oscar Tuazon zijn stapel afgedankte autobanden. Ze staan er als een hedendaagse totempaal. Vroeger was dat een heiligdom van de indianen. Nu vormen de restanten van onze heilige koe, de automobiel, zijn totempaal. Ook heel opvallend vond ik de metershoge coconachtige sculptuur van Poolse Magdalena Abakanowicz genaamd ‘Abakan grand noir’. De naam ‘abakan’ is door een recensent afgeleid van haar naam om haar textiele kunstwerken aan te duiden. Allemaal interessant werk, maar geen aanbod om veel bezoekers te trekken. Al zullen die waarschijnlijk wel afkomen op de naam Centre Pompidou Málaga. Overigens moet het museum in Málaga wel jarenlang forse bedragen aan de grote broer in Parijs betalen om de naam te mogen voeren.
Meer bezoekers trekt het Museo de Belles Artes in Sevilla met werken van ongeveer alle grote Spaanse kunstenaars door de eeuwen heen tot de twintigste eeuw. Het overgrote deel bestaat uit religieuze kunst, dat wil zeggen dat een beetje Bijbelkennis wel handig is om alle schilderijen en beelden te waarderen. Het mooie museum voelde soms aan als de grote broer van het Udense museum Krona. Het is onmogelijk om een goed beeld te schetsen van de rijke kunstschatten daar. Ik maak een uitzondering voor het krachtige en levensechte beeld van Pietro Torrigiano (1472-1528) ‘San Jerónimo penitente’. Zo boetvaardig heb ik de heilige Hiëronimus nog maar zelden gezien.
Collage voorpagina: Saint Jerome, schilderij van Antonio de Pereda y Sáldalo, 1643, Prado Madrid + Mother Courage and her children, theaterposter Trap Door Theatre, Chicago
Lees ook in Brabant Cultureel:
Pleidooi: Rijksmuseum open een dependance in Brainport Eindhoven
Andere columns van Arnold Verplancke
© Brabant Cultureel 2024