door Paul Bezembinder •
Ars longa
Met poëzie, parfum en wijn
hielp je cliënten, liefste mijn,
om in de wereld thuis te zijn.
Met poëzie, parfum en wijn
hielp jij cliënten, liefste mijn,
om in hun pijn zichzelf te zijn.
Toen jij er zelf niet wilde zijn,
hielp poëzie, parfum noch wijn.
Airboriste
duifste duifste alles in de banachruimte
van de dichtkunst is tot norm verheven
waar zijn de dagen van weleer gebleven
waar bleef de afgrond waar de luchtlens
ooit las de vogel wysiwyg de vluchtwens
de rede werd haar wolkenvlucht gegeven
de schreeuw werd zij met zang verweven
de dichter dacht zich van zijn lichaam vrij
nu nu gaat alleen nog het gezond verstand
de horizon van de bestaanbaarheid voorbij
(Dit gedicht is ook verfilmd: zie onderaan)
Regentijd
… ad claras Asiae volemus urbes.
Je vliegt naar Azië, naar glazen steden
heet en hip. De date, de trip, je valt op
Liz, en daarna – het gemis. Het heden
raakt doordat je het verleden erin ziet
zijn onschuld kwijt. Een vriend zei dit:
de tijd schoot door de jetlag uit het lid.
Plots ontstaan er hier in Assen als het
regent flonkerende Koreaanse plassen,
en het regent uren, regent dat het giet.
Spaanse klaagzang
Als je bij mij gebleven was, mijn lief,
dan had ik mij ontwikkeld in de tijd,
van fotoboek naar tekst en narratief,
van nevenschikking naar causaliteit.
O dubbelspaat van het gebroken hart,
het licht breekt op de tijd, de smart.
Als je bij mij gebleven was, mijn lief,
zat ik niet vastgevroren, in mijn tijd
met jou, in prentenboek en ongerief,
in nevenschikking en verborgenheid.
O dubbelspaat van het gebroken hart,
het licht breekt op de tijd, de smart.
Li Bai
Hoe donker gloeit vandaag de zomerzon!
De bamboe ruist als eens een sleepjapon.
O! Miljoenen sterren fonkelen vannacht!
O! Flonkerende wijn die rood mij wacht!
Hoe donker gloeit dit jaar de zomerzon!
De bamboe ruist als ooit een sleepjapon.
Zijn en tijd
De ruimte was de diepte kwijt,
de tijd bleef steken in de stroom,
en ik bleef steken in mijn tijd met
jou, een nachtmerrie, een droom.
De liefde die het al beweegt,
de zon, de sterren, het heelal,
hield ermee op, de leegte leegt,
de hele wereld kwam ten val.
De littekens van deze val
zie ik nog altijd om me heen,
mijn hele wereld kwam ten val
toen jij uit mijn bestaan verdween.
Paul Bezembinder studeerde theoretische natuurkunde in Nijmegen. In zijn poëzie zoekt hij vooral in klassieke versvormen en thema’s naar de balans tussen serieuze poëzie, pastiche en smartlap. Bij uitgeverij Leeuwenhof (Oostburg) verschenen de bundels ‘Gedichten’ (2020), ‘Parkzicht’ (2020) en ‘Duizelingen’ (2022). www.paulbezembinder.nl
illustraties bij Spaanse klaagzang, Zijn en tijd en voorpagina > Hans Lodewijkx
© Brabant Cultureel 2024
DOOR MIJN GROTE ONSCHULD
L A A T S T E O O G W E N K
voor mijn Geliefden.
Nu ik ophoud met dichten
Mijn angsten onaangeraakt sterven
Doven alle eenzame lichten
Zult ge deez’ woorden omarmen en erven.
Met kleurrijke groet André Van Eynthoeve EINDHOVEN City of Lighting.
http://www.Eynthoeve.nl