Poëzie door Huub van Esch •
Dat de woorden
Dat de woorden zich voortdurend
herhalen op de sentimentele
waarde die zij in zich dragen
is zelden gelogen voor wie wordt
bewogen door innerlijke weer-
stand en kleinerende accidenten.
Dat de woorden zich voortdurend
inzetten om in de verstoring
de kleinste verschillen aan te
merken voordat zij ongezien in
de vergetelheid zullen raken
kan hier volmondig worden beaamd
om de schijnwerkelijkheid niet uit
het oog te verliezen en het ge-
fragmenteerde karakter van het
ziekelijk karakter de vrije hand
te reiken waarmee het al repe-
terend voorziet in de behoefte.
Ik ben ik
Ik ben ik. Ik denk alleen aan mij.
Ik geloof alleen in mij. Ik kan ook
een ander zijn dan ik. Dan nog
ben ik ik. Ik ben mijn gedachten.
Toch is het zeker dat ik nooit in
mijn gedachten tot leven kom. Ik
ben dus niet mijn gedachten. Ik
tik alleen maar weg als een klok
zonder wijzerplaat, zonder cijfers.
Ik ben ik. Ik ben dichterbij mij-
zelf dan ik zou zijn zonder mij.
Ik ben eenzaamheid en zwijgzaam-
heid. Ik verlos mij van mijn ik in
doodse stilte. Ieder derde uur
van de ochtend wis ik mijzelf uit
als een diep gebed met geen God
anders dan ik mij kan inbeelden.
Ik ben tenslotte alomtegenwoordig.
Hier ben ik
Hier ben ik op zijn best. Hier ben ik volstrekt alleen.
Hier is het restant verdwenen, het rumoer, de wind-
vlaag, de toeloop, het rundvee. Hier is geen blokkade
aan de hand, geen onbegrip, geen tegenstand, geen
taal die aan de haal kan gaan met het woord dat niet
wordt uitgelegd, niet wordt voorzegd, niet wordt na-
besproken of achtervolgd door slechtgehumeurde
narren en lastposten. Hier hoeft de kromme rug zich
niet te rechten uit verplichting of fatsoen met klets-
koek of achterklap, kliederboel of kleverigheid die
stroop of weet ik veel wat voor zoetigheid uit vege
lafheid om de mond smeert of stuivertje wisselen moet
om de ordening te handhaven. Hier hoeft zich niets
te bewijzen wat van schroot of oud ijzer is, van brand-
hout of klei. Hier zijn de dingen wijzer dan hun ver-
schijning, hun wufte oogopslag, hun slag in de rondte,
hun onomwonden zwijgzaamheid en onverstoorbaar-
heid, hier wordt niets verdonkeremaand uit stekelig-
heid of statistiek. Wat ik hier afrond is zonder lafheid
of gêne. Hier hef ik het glas met mijzelf en sla daarna
de glazen stuk op de steen van mijn betoverende een-
zaamheid. Geen die mij hier ter verantwoording roept,
geen die mij hier het boek tegen de oren drukt om
mij de letter in te prenten uit pudiciteit of prestige.
De tijd staat hier stil terwijl de klok doordraaft, om-
keert, afslaat en zijn baan om de aarde beschrijft uit
lijdzaamheid maar veel vaker nog uit drukdoenerij
om zich te haasten naar het einde van tijd en ideaal.
Doornat. Stomdronken. Kurkdroog. Het is allemaal
voor de kat zijn kont. Nietszeggend. Pronkzuchtig.
Herderspel en duivelskunst. Luchtkastelen. Roze bril.
Huub van Esch (Haaren 1970) werkt in deeltijd als productie-medewerker. De meeste tijd besteedt hij aan het schrijven van gedichten. Hij publiceerde behalve in Brabant Cultureel eerder ook in ‘Schoon schip’, in de verzamelbundel ‘Echte inkt’ van uitgeverij Opwenteling en in enkele verzamelbundeltjes samengesteld uit wedstrijden van uitgeverij Kontrast. Bovenstaande gedichten komen uit het werk ‘Onaangepast’. Momenteel kijkt hij uit naar een uitgever voor een bundel.
De ruimtelijke installaties van het Belgisch kunstenaarsduo Gijs Van Vaerenbergh sieren de foto’s bij de gedichten van Huub van Esch. De installaties werden getoond in de tentoonstelling Escher-Andere Wereld in het Kunstmuseum Den Haag. Foto’s en fotobewerking > Hans Lodewijkx
© Brabant Cultureel 2023