Column door JACE van de Ven
Hoe het ene boek het andere kan wegvagen! Hebt u dat ook wel eens meegemaakt? Ik dacht een artikel te gaan wijden aan Alles voor de Kempen van Jan Hertoghs. Hij beschrijft weliswaar alleen de Belgische Kempen, maar het leek mij interessant om overeenkomsten te ontdekken met de Nederlandse. Ik dacht dat ik dat wel zou kunnen, want volgens mij ben ik redelijk op de hoogte van de Kempen aan beide zijden van de grens. Ik ben zelfs lid van een club van voornamelijk oude mannen die Vereniging van Kempische Schrijvers – Kempense en Kempische mag allebei – heet en kom sowieso vaak in zowel het Nederlandse als het Belgische deel van deze landstreek.
Maar dat artikel lijkt op niks uit te draaien. Hoewel Hertoghs’ boek in België gunstige besprekingen kreeg, kon het mij nauwelijks boeien. Anders dan de titel van het boek doet vermoeden, durft Hertoghs, die van Antwerpen is maar in zijn jeugd herhaaldelijk bij zijn grootouders in Tielen – midden in de Kempen – logeerde, zijn liefde – of haat of wat dan ook – voor deze landstreek niet volledig te botvieren. Hij is een gerenommeerd journalist en kent de regels van objectiviteit al te goed, hetgeen resulteert in een afstandelijkheid op momenten dat het gevoel vrij baan had moeten krijgen. Op die manier blijft er een verhaal over dat zo algemeen is, dat je voor de Kempen even goed de Westhoek of de Peel had kunnen invullen. Allerlei merkwaardigheden die Hertoghs herkent, gaan mijns inziens op voor zowat elke streek die lange tijd ruraal is gebleven.
Maar misschien heeft Alles voor de Kempen geen eerlijke kans van me gekregen. De schuld daarvan ligt bij Anjet Daanje. Ik had haar Het lied van ooievaar en dromedaris weliswaar net uit voor ik aan Hertoghs’ boek begon, maar haar woorden zinderden nog na. Hoe zij in haar boek, zonder hen bij naam te noemen, constant alludeert op het verborgen leven, de eenzame verbondheid, de bijzondere karakters en de zachte kracht van Charlotte, Emily en Anne Brontë, daar kun je niet zomaar uit stappen. Hetzelfde had ik decennia geleden toen ik Wuthering Heights van Emily Brontë gelezen had. Dit was geen boek om literair van te smullen, maar een ervaring die me naar de keel greep. Het spookte nog weken na.
Toen een jonge vrouw mij onlangs vroeg welke roman uit de wereldliteratuur zij volgens mij moest lezen, noemde ik Wuthering Heights. “Waarom?” “Omdat het gaat”, zei ik, “over…,” maar ik kwam er niet uit, “over de elementen, het instinct, de menselijke drift, het onderdeel van de natuur zijn, de vrede en de onrust, het leven en de dood, het bezield zijn van mensen, dieren en planten, dingen zelfs, de naïviteit en de berekening, het mysterie van het leven, het woeden van de hele wereld, de weidsheid van het universum, het starre en het buigzame, over…, over alles. En dat op een manier dat het al lezende in je kruipt.” “Poeh”, antwoordde de jonge vrouw. En toen ik haar enkele weken later opnieuw tegenkwam, herhaalde ze dat: “Poeh, je had gelijk.”
Als het lezen van Alles voor de Kempen mij ook maar even niet voor honderd procent boeide, zag ik mezelf op het internet de namen van de Brontë-zusters intikken. Anjet Daanje die in haar boek op bijzondere wijze om deze drie bijzondere mensen heen blijft cirkelen door het schrijven van nieuwe verhalen die geïnspireerd lijken op elementen uit hun leven, had me volledig te pakken. Het lied van ooievaar en dromedaris is geen gewone historische roman, maar een soort parallelverhaal waarin de schrijfster haar idolen groet, opnieuw presenteert en over hen fantaseert met superieure verbeeldingskracht. Dat gebeurt via allerlei rolfiguren, loopt door tot in onze tijd en gaat zo ver dat een beginnend lezer misschien niet eens in de gaten heeft dat het allemaal gaat over Charlotte, Emily en Anne Brontë. Geweldig.
De zusjes Charlotte (1816-1855), schrijfster van Jane Eyre, Emily (1818-1848), schrijfster van Wuthering Heights, en Anne Brontë (1820-1849), schrijfster van The Tenant of Wildfell Hall, waren domineesdochters die opgroeiden op het platteland van Yorkshire, ver van de wereld van literatuur en cultuur. Het waren verlegen karakters die in hun afzondering verhalen en gedichten voor elkaar schreven. Vooral Emily en Anne, beiden niet ouder geworden dan negenentwintig, schijnen twee handen op één buik te zijn geweest. Anne is van de drie de onbekendste, maar volgens Brontë-kenner Dick Holland, is zij van gelijk niveau als haar twee oudere zussen. Zie daarvoor www.annebronte.org. Luister ook naar Kate Bush, ook een domineesdochter, en haar hit ‘Wuthering Heights’ en lees, na je eerst enigszins in het leven van de Brontë-zussen verdiept te hebben, dan zie je het spel dat Daanje met hun leven en hun werk speelt in Het lied van ooievaar en dromedaris veel beter.
Sorry, Jan Hertoghs dat mijn artikel over uw boek door omstandigheden zo ontspoord is. Van vrienden hoor ik dat het de moeite waard is. Ik had een journalistiek verslag niet mogen vergelijken met een fictief stuk wereldliteratuur. Dat mij dit nou overkomt, iemand die op de grens van de Kempen geboren is en voor die streek niet alles, maar toch heel veel over heeft. In de strijd tussen de Kempen en het platteland van West-Yorkshire zag ik herhaaldelijk Emily Brontë voor me, zittend in een woest heideveld, rillerig van de kou, maar vreemd gelukkig. De Kempen die ik zo goed ken, wilden maar geen vorm aannemen in mijn geest. Ik zag langgerekte dorpen vol burgerlijke brol, van opgeleukte brievenbussen tot carports, ik zag het ene na het andere café gesloten worden en mensen in de file voor Ikea en pretparken staan terwijl ze op hun mobieltje het laatste nieuws doornamen.
De Kempen die ik zo goed ken, wilden maar geen vorm aannemen in mijn geest.
Misschien is het te laat, misschien bestaan de Kempen wel niet meer, hoe graag we de mensen die er wonen ook typische aan hun streek en hun verleden ontleende eigenschappen toedichten. Misschien is het in Yorkshire wel hetzelfde. Waarschijnlijk zelfs.
Alles voor de Kempen door Jan Hertoghs. Uitgeverij TZARA / Standaard Uitgeverij, ISBN 978 90 223 4007 3, 150 pagina’s harde kaft.
Meer foto’s en reportages op de site van Jan Hertoghs
Lees hier de vorige column van Jace
© Brabant Cultureel 2023
Leuk artikel. Hartelijk dank
Kun je mij de omslag van de roman
van Anjet Daanje “uitleggen”?
Interessant en goed geschreven, dankjewel!
Deze dikke pil van Anjet Daantje ligt nog op me te wachten.
Nu ben ik gemotiveerd om Het lied van ooievaar en dromedaris te lezen.
Prima artikel, Jace !!!
In het artikel van Jace wordt een vergelijking gemaakt tussen het verhaal van Jan Hertoghs en het boek van Anjet Daantje. Het is elke keer weer interessant om te zien hoe lezers bepaalde boeken met elkaar vergelijken. Beide boeken heb ik ook onlangs gelezen en dan betrek ik daarbij ook nog andere boeken zoals “Hoe God verdween uit Jorwerd” van Geert Mak ( Hoe situatie verandert op het Friese platteland in het dorp Jorwerd) en “Het dorp” van Wim Daniels ( vooral mbt het dorp Aarle-Rixtel bij Helmond in Noord _Brabant ) en niet te vergeten “100 jaar eenzaamheid ” van Gabriel García Marquez. Elke keer voel ik me dan weer verplaatst in een andere wereld en is het steeds weer een nieuwe belevenis die mijn leven en ziel verrijkt en me een bredere kijk geeft op de samenleving van mensen.Dus hulde aan al die schrijvers.