Eerder maakte Geert de Bruijn een diepgravend boek over alles van leer wat te maken had met trek- en rijdieren. De titel van dat boek was ‘Brabants tuig’. Nu voltooide hij ‘Brabants gerij’ over al hetgeen werd voortgetrokken of geduwd in het boerenbedrijf van voor de mechanisatie. Volkskunde volgens het boekje.
door Lauran Toorians
Volkskunde, of met een duur woord etnografie, kan worden beschouwd als een onderdeel van de sociologie, maar is ook breder. Heemkunde is er de lokale variant van en het gaat om de studie van (aspecten van) het dagelijks leven van ‘gewone’ mensen: hoe zij spreken (dialect, uitdrukkingen en gezegden, vaktaal en dergelijke meer), eten, werken, geloven, de wereld beleven en nog veel meer. In de volkskunde ligt meestal ook een zekere nostalgie besloten. Wat wordt bestudeerd, is voorbij of gaat voorbij. Dat onderscheidt volkskunde van de volkenkunde (antropologie of ook wel etnografie) waarin andere culturen juist ook in het heden worden bestudeerd. Die zijn dan bij voorkeur wel ‘vreemd’ en ‘primitief’, want een antropoloog die de dorpsperikelen in Heerle bestudeert, kom je niet gauw tegen.
Op een dood spoor beland
De ‘klassieke’ volkskunde lijkt op een dood spoor beland. Zeker waar het de materiele kant betreft. Aan lokale varianten in de bouw van hooioppers valt geen onderzoek meer toe doen en er is weinig kans dat de eerste generatie megastallen op voldoende sympathie kan rekenen om volkskundigen ertoe te brengen de resterende stallen voor te dragen voor een monumentenstatus. Van de oude hoogspanningsmasten die nu worden vervangen, zal vast ook geen rijtje worden opgenomen in het Nederlands Openluchtmuseum.
Toch zijn er nog onderzoekers die dit klassieke werk te hand nemen. Geert de Bruijn (Amsterdam 1956) is zo iemand. De in Vught wonende beeldend kunstenaar is volgens zijn website gefascineerd door ‘cultuur en natuur, materie en spiritualiteit’ en daartoe behoort ook de cultuurgeschiedenis van de tractie die liep op hooi in plaats van benzine en diesel. In 2009 verscheen zijn boek Brabants tuig. Zadelmakers en agrarische aanspanningen in Noord-Brabant.
Nu is daar als het ware het vervolg: Brabants gerij. Agrarische voertuigen en hun makers in historisch perspectief. Gepubliceerd in eigen beheer, want voor een commerciële uitgever door omvang (762 bladzijden) en onderwerp is dit blijkbaar niet interessant genoeg. En het moet gezegd, dit is een werk voor wie echt alles wil weten over wat ooit reed of rolde in het boerenbedrijf in Noord-Brabant. Niet alleen wagentypes met hun lokale varianten worden besproken, maar ook hun bouwwijze en de gereedschappen die daarbij nodig waren. En denk niet alleen aan grote wagens en karren, ook de hondenkar en het simpele trekkarretje waar precies een volle melkbus op past worden hier in detail besproken, net als de kruiwagen en de wielploeg. En dat alles inclusief de terminologie zodat met dit boek in de hand een voertuig niet alleen kan worden nagebouwd – toegegeven, handigheid vereist – maar ook elk onderdeel op de juiste manier kan worden benoemd.
De Bruijn duikt diep in de geschiedenis
Uiteraard is er ook aandacht voor de wagenbouwers en voor de tractie, dus de trekdieren, waardoor dit boek nauw aansluit bij het eerdere Brabants tuig. Maar De Bruijn doet in dit boek nog iets anders. Hij duikt namelijk diep in de geschiedenis, tot in de prehistorie waarin het wiel en de wagen werden uitgevonden. Daarmee biedt dit boek ook een breed opgezette, algemene geschiedenis van het rijdend vervoer tot de introductie van stoomkracht en de verbrandingsmotor.
Het boek is rijk geïllustreerd met zo’n duizend (oude) foto’s en tekeningen die de tekst functioneel aanvullen. Behalve naast Brabants tuig staat dit boek ook in een rijke traditie van naslagwerken over molens en molenbouw, boerderijtypen, de werking van allerlei soorten stoommachines, treinen en dergelijke meer. Voor de fijnproevers die graag het naadje van de kous weten (en zelfs daarover is gespecialiseerde literatuur te vinden).
Om een indruk te geven, hier de gedetailleerde inhoudsopgave van hoofdstuk 8 ‘De analyse van de kartypen op het boerenbedrijf’. Het zou ook poëzie kunnen zijn:
Inleiding – De onderdelen van de kartypen in Noord-Brabant – De hoogkar (lange kar) – Het laadvermogen – Andere afmetingen van de hoogkar – Bijberries of een andere type hoogkar? – Ossenkar, een variant van de hoogkar? – De roomkar (ook een variant van de hoogkar?) – Ezelkar (een verkleinde hoogkar?) – De kipkar (Klik-, wip-, laag-, aard-, stort of kortekar) – Verschillende aardkar typen uit de kasboeken – Stortkar – Slagkar (slach) – Biesboskar – Polderkar – Bijberries bij de kipkar, een nieuw type? – De gierbak met vast bak – Ossenkar – Varkenskar of vee kar – De watersproeiers – De analyse – Het wiel – Spoorbreedte – Naaf (dom) – De naafbanden – De schutskap – Lunspin en olie nippel – Spaken – Het ritme – Velgen – Hoepel van ijzer/metalen wielband – Asdam – Verschillende typen asblokken – Catalogus asdam aardkar – Catalogus asdam hoogkar – Asstrop en asbeugels – Slijkvanger – Berries – Het kipmechanisme – Dwarsscheien en schoot – Toten en staart – De toot van de bovenberries – Losse staart stuk – De karbak – Bodem/vloer – De wanden van de aarden hoogkar – De wand van de aardkar – Catalogus aardkarwand – De wand van de hoogkar – Catalogus hoogkarwand – De maatvoering van de zijwand – Karbak ten opzichte van de wielen – Rongen – Rongkram type I – Rongkram type II (bermpalen) – Zijleest – Voorschot/voorbord – Voorbordtypen aardkar – Recht voorbord – Schuin voorbord – Combinatie voorbord – Voorbordtypen hoogkar – Recht voorbord – Schuin voorbord – Combinatie voorbord – Onderdelen van het voorbord – Sluitsysteem voorbord – Bovensluiting – Ondersluiting – Verbinding scheien/rongen van het voorbord – Catalogus voorborden aard-, stort-, en slagkar – Catalogus voorbord hoogkar – Het achterbord (heubord) – Recht achterbord – Schuin achterbord – De typen bij de hoogkar – Recht achterbord – Schuin achterbord – Catalogus achterbord aard-, stort-, en slagkar – Catalogus achterbord hoogkar – Sluiting achterbord – Karsteun (berries, bok, Madam of vooren achter Madam) – Hulpmiddelen voor de hoog – of aardkar – Beerkisten – Houten- en ijzeren tonnen – De losse kisten – De gierkist op onderstel – Catalogus beerkisten en tonnen – Watersproeiers of pompen – Hooi-, pee(l)- en oogsthekken – De verschillende hooihaken, katrollen en de wisboom – Extra laadvloer (onderbrak) – Opstap of trede – De bevestiging van de tree aan de berries – Catalogus opstappen – Huif – Houweel/ijshakken – karkist of karkruk – Karkrik – Versieringen en kleuren op en aan de aard- en hoogkar – voor- en achterbord – Het achterbord – De boven- en onderberries – De rongen – De voorste- en achterste schei – Asdam – De berries – De wielen – De vorm van de naaf – De spaak – De karsteun – De kleuren – Tot slot
Geert de Bruijn, Brabants gerij. Agrarische voertuigen en hun makers in historisch perspectief. Vught: eigen beheer 2023, 762 pp., ISBN 978-94-6481-115-5, pb., € 59,95.
Te bestellen via www.boekenbestellen.nl/boek/brabants-gerij/9789464811155
© Brabant Cultureel 2023