Column door JACE van de Ven
De Brandon Pers bestaat niet meer. Ze is tweeënvijftig jaar oud geworden en sleet haar laatste jaren, op enkele erupties na, als een slapende vulkaan. Fraaie erupties, dat wel. Eind 2017 presenteerde zij nog het boekje Casanova’s Wraak. ‘Lessen in vernedering en nederigheid’, luidde de ondertitel. Het betrof nooit eerder in het Nederlands uitgegeven brieven van Giacomo Casanova, vertaald en van toelichtingen voorzien door Ed Schilders. En in 2020 kwam Jan van Eyck en de Van der Paele papegaai nog uit, een fraai geïllustreerde tekst van filosoof Harry van Boxtel over het hoe en waarom van een vogel op het schilderij dat Jan van Eyck maakte van kanunnik Joris Van der Paele.
Daarna kwam er niets meer. Aan een reeks van meer dan zestig bibliofiele uitgaven sinds 1971 is in mei 2023 een eind gekomen. Het zou al een paar maanden eerder gebeurd zijn als de ING niet zo moeilijk had gedaan bij het opzeggen van de zakelijke rekening. Het bleek onmogelijk om via normaal menselijk verkeer een afspraak met die bank te maken. En drong je via allerlei zijsprongen toch tot hen door dan was er altijd wel iets waarom de rekening, waarvoor zij een maandelijks bedrag in rekening brachten, niet opgezegd kon worden. Om horendol van te worden.
Afgaande op haar naam heeft de Brandon Pers – ‘brandon’ betekent strovuurtje – het lang volgehouden. Oprichter Frans van der Ven, de dichter Frank Valkenier, begon er in 1971 mee om een reeks eigen gedichten uitgegeven te krijgen. Hij dacht dat het bij een of twee bundels zou blijven. Valkenier, geboren in 1907, was in de jaren dertig van de vorige eeuw een van de dichters die publiceerde in het tijdschrift Brabantia Nostra, het blad van een beweging die het toen landelijk nogal timide Brabant wilde emanciperen. Ik weet nog van school dat hij in de toen veelgebruikte literatuurgeschiedenis van Knuvelder vermeld werd met de bundels Blazoen en Balladen van Brabant. Melancholische gedichten over de geschiedenis van Brabant, ik vond ze prachtig.
Maar na de oorlog zweeg Frank Valkenier en Frans van der Ven werd hoogleraar sociaal recht en arbeidsrecht aan de Katholieke Hogeschool Tilburg en de Katholieke Universiteit Nijmegen en zelfs lid van de Sociaal Economische Raad (SER). Maar toen zijn magnum opus, Geschiedenis van de arbeid in 1971 niet herdrukt werd en er door een ander een nieuw boek over dezelfde materie geschreven zou worden, beëindigde hij zijn wetenschappelijke carrière en ging hij op zijn vijfenzestigste met emeritaat. Hij wilde weer gedichten publiceren, maar ondanks zijn inmiddels gerijpte en veel soberder ingekleurde poëzie dan die van voor de oorlog kon hij geen uitgever vinden. Niet getreurd, via vrienden kwam hij aan een degelpersje en drukte zijn gedichten zelf. Zijn boekjes vielen onmiddellijk op door de prachtige verzorging en werden geroemd in bibliofiele kringen. In kleine kring werd de Brandon Pers een begrip.
Na enkele bundels van hemzelf ging Van der Ven ook gedichten drukken van mede-hoogleraren als L.C. Michels en Jan Leyten en bracht hij oude Franse poëzie in eigen vertaling uit, zoals sonnetten van Joachim de Bellay en Charles d’Orleans. Hij drukte werk van de nu welhaast vergeten Carel Swinkels die tot aan de jaren zeventig van de vorige eeuw een grootheid was in Brabant, van Cornelis Verhoeven, Tymen Trolsky en de voortreffelijke Osse vertaler Frans van Dooren. Ook mochten Brabantse dichters, onder wie ik, bij Brandon Pers debuteren. De oplages, alle in hoogdruk en per vel apart gedrukt op de degel, waren uiteraard klein. Rond de honderd exemplaren meestal en die waren voor het grootste deel onmiddellijk weg doordat Brandon Pers met abonnees werkte. Maar via het toen nog actieve Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen zijn wel enige facsimile offset-herdrukken met een oplage van telkens vijfhonderd stuks op de markt gebracht.
Een verre van compleet overzicht van bundels van de Brandon Pers van 1971 tot ongeveer 2010. Een compleet overzicht van de eerste 50 uitgaven is hier te vinden.
In november 1989, op tweeëntachtigjarige leeftijd, deed Frans van der Ven het drukken over aan grafisch ontwerper Looi Naaijkens die nog een aantal mooi Brandon Pers-hoogdrukken verzorgde, waaronder Vijftien Brabantse dichters van deze eeuw (1993). In 1998 begaf de oude trapdegel het definitief en vanaf dat jaar ging Brandon Pers het drukken uitbesteden. Door extra aandacht te besteden aan de vormgeving en door fraaie teksten te zoeken – niet meer alleen gedichten – wisten degenen die het van Frans van der Ven hadden overgenomen nog enkele interessante uitgaven op de markt te brengen, maar de Brandon Pers werd minder bijzonder dan zij geweest was. Laten we hopen dat haar uitgaven niet helemaal vergeten worden, want al ploeterde het uitgeverijtje slechts door de berm van de literaire weg, het liet er wel enkele geurige bloemetjes achter.
Van mijzelf verscheen ‘viereneenhalve’ bundel bij Brandon Pers: Mijn tragische ziekte en dood in 1977, Een dagje aan/op/in het water in 1988, Bezijden de Noordstraat in 1999 en Bromtol in 2016. In 1984 zou Kroniek van verlangen ook bij Brandon Pers uitkomen, maar nadat die bundel was gezet en een proefexemplaar gedrukt, vroeg Frans van der Ven mij om langs te komen, want er was een probleem. Ik weet nog dat ik binnenkwam en tegenover hem aan tafel ging zitten, een paar meter achter Frans zat zijn vrouw Leen, die aandachtig ons gesprek volgde.
Frans had het duidelijk moeilijk om te zeggen wat hij zeggen wilde, maar ik begreep dat hij mijn bundel niet kon uitgeven, omdat er een pornografisch gedicht in stond. Kijk, hij zelf vond dat nog niet zo erg, maar hij had met zijn uitgeverijtje vaste abonnees als dominees en zo en die zouden er niet tegen kunnen. Vanuit haar stoel volgde Leen elk woord dat er gezegd werd. Het veto kwam duidelijk van haar. Het ging om dit gedicht:
Als vliegen drentelden mijn ogen over
Haar lijf. Ze volgden opgewekt hun pad
Langs borst naar buik en rustten in het lover
Daar; ik voyeerde door een sleutelgat.
Of ik passeerde haar en liet mijn handen
Per ongeluk haar handen raken, ach,
dan tintelde mijn onderlijf en spande
Mijn liefdeswapen zich bij toverslag
Mijn paardrift puntte zich, maar ik geneerde
Me dood om haar te vragen in mijn bed
Dus smachtte ik en als ik masturbeerde
Graveerde ik haar naakt in het toilet.
Van Frans van der Ven heb ik de proefdruk meegekregen. Een andere uitgever mocht alles zo overnemen. Ik besloot de bundel te sturen aan de kleine uitgever C.J. Aarts, toen vooral bekend om zijn jaarlijkse Letterkundige Almanak. Hij meldde mij een paar maanden later dat hij mijn gedichten niet ging publiceren. Maar de volstrekt unieke, bibliofiele bundel, gemaakt door Frans van der Ven, heeft hij nooit teruggestuurd. Niet om de tekst van mij, maar om de volstrekte uniciteit, moet die bundel voor bibliofielen best wat waard zijn. Kroniek van verlangen verscheen later dat jaar bij Boekhandel Gianotten in Tilburg.
De vermelde anekdote is een kleine, ongeweten kanttekening bij de geschiedenis van de Brandon Pers. Een strovuurtje dat langer brandde dan gedacht, maar in 2023 toch echt is uitgefikt.
© Brabant Cultureel 2023
Lees hier deel 1 en 2 van de column ‘Kunstenaars aan de zijlijn’:
Kunstenaars aan de zijlijn deel één, Harrieke de Klaore
Kunstenaars aan de zijlijn deel twee, Jules Kersten
dag Jace,
In je bovenstaand artikel over de Brandon Pers mis ik de namen van Ingrid Luycks, Jan Naaijkens en die van mijzelf. Terwijl je jezelf behoorlijk in het zonnetje zet. Je haalt Looi Naaijkens aan als vormgever van ‘Vijftien Brabantse van deze eeuw’ (inderdaad mooi gedaan), echter ik heb deze bijdragen met veel moeite wel bijeen gesprokkeld. Zoals ik vele jaren me heb ingezet voor de Brandon.
met groet,
Cees