Met een vrolijke ‘Orphée aux Enfers’ sluit Opera Zuid op sprankelende wijze het theaterseizoen 2022/2023 af. Roger Smeets, een van de meest ervaren Nederlandse klassieke zangers, zetelt op de Olympus en vervult de rol van oppergod. Reden voor een interview.
door Camiel Hamans • repetitiefoto’s > Bjorn Frins
Hij hoeft niet zo nodig in de pers en op de voorgrond, zegt bariton Roger Smeets (Maastricht 1960). “Maar met Opera Zuid heb ik een speciale band. In de eerste productie, ‘Le Nozze di Figaro’ in 1991, was ik al van de partij en zong ik de rol van Conte d’Almaviva. Bovendien draag ik Waut Koeken, de huidige intendant, een warm hart toe en dus draag ik graag mijn steentje bij aan de promotie van de nieuwe voorstelling, Orphée aux Enfers van Jacques Offenbach.” In deze ‘opéra bouffe’, een vrolijke, komische opera, neemt Smeets de rol van oppergod Jupiter voor zijn rekening.
Naam gevestigd aan de Komische Oper in Berlijn
Roger Smeets heeft in zijn lange carrière alleen al in Nederland aan meer dan vijfenzeventig operaproducties meegewerkt, maar zijn naam heeft hij gevestigd met rollen die hij onder de befaamde Harry Kupfer en diens opvolgers zong aan de Komische Oper in Berlijn. Daar was hij tussen 1986 en 2013 vaste gast. “Ik zat nog bij de Opera Studio van de Nederlandse Opera stichting, het opleidingsinstituut, toen ik uitgenodigd werd door Kupfer om bij hem graaf Almaviva te komen zingen. Kupfer regisseerde elk seizoen wel een productie in Amsterdam onder toenmalig intendant Hans de Roo en was altijd op zoek naar jonge zangers. Hans Nieuwenhuis, destijds nog als regieassistent verbonden aan DNO, wees Kupfer op mij. Zo is het contact ontstaan.”
“Kupfer was bezig met een Mozartcyclus en voor ‘Le Nozze’ zocht hij een jonge Almaviva. De graaf is een viriele, onstuimige rokkenjager en daarom moest hij in de ogen van Kupfer jeugdig zijn. Dat laatste was ik met mijn zesentwintig jaar en navenant jong geluid. Ik heb de Almaviva meer dan tweehonderd keer gezongen aan de Komische Oper. Het systeem is daar anders dan in Nederland – een stuk wordt op het repertoire gehouden en regelmatig uitgevoerd. Kupfer wilde niet dat een ander de rol overnam. Terwijl we nog aan het repeteren waren voor ‘Le Nozze’, vroeg Kupfer mij al voor zijn volgende productie, de titeltol in ‘Don Giovanni’. Dat is een baritonrol waarvoor meestal wat zwaardere stemmen worden gecast, maar bij de première in Praag heeft Mozart voor die rol Luigi Bassi gevraagd, een tenorale bariton van begin twintig. En in die tijd was mijn stem nog jeugdig, nog niet helemaal volwassen, precies wat Kupfer zocht. Onder Kupfer bleef ik in meerdere rollen enkelvoudig bezet, hetgeen betekent dat ik als enige deze rollen voor mijn rekening nam. Kupfer deed dit bewust, wat ik altijd als een groot compliment heb mogen ervaren.”
Geen probleem om een paar te hoge noten wat om te leggen
“Kupfer was een man van type casting. Hij zocht bij een rol een bepaald type, een bepaald soort stem, een karakter zoals hij dat in zijn hoofd had. In 1999 heb ik al een eerdere ‘Orphée aux Enfers’ gezongen. Bij de Komische Oper en in de regie van Kupfer. Ik had toen de rol van Pluto, die nu bij Opera Zuid door tenor Mark Omvlee wordt gezongen. Kupfer zag mij echter helemaal voor zich in die rol. Nu ben ik weliswaar een hoge bariton, maar Kupfer had er geen probleem mee een paar te hoge noten wat om te leggen. In ‘Hoffmanns Erzählungen’, de Duitse vertaling van Offenbachs ‘Les Contes d’Hoffmann’, vroeg Kupfer mij voor de rol van Nicklausse, de metgezel en muze van Hoffmann. Het is geschreven voor een mezzo, maar Kupfer wilde dramaturgisch gezien per se een man. Hoewel het beroemde Barcarolle-duet wel door een mezzo werd gezongen, dit vond hij dan toch te ver gaan.’
“Het verschil tussen mijn eerdere ‘Orphée’ en deze voorstelling nu is niet alleen dat ik een ander personage op het toneel breng of dat de regisseur een andere visie heeft op het stuk of dat deze productie samengesteld is uit de twee versies die Offenbach geschreven heeft, maar vooral dat ik nu in het Frans zing. Bij de Komische Oper gingen destijdsalle stukken in het Duits. Daar stond het operahuis bekend om. Kupfer wilde, helemaal in lijn van de grondlegger van de Komische Oper, Walter Felsenstein, dat het publiek begreep waar het stuk over ging. In die tijd had je nog geen boventiteling. Dus werd alles vertaald. Het is nu hard werken voor mij om de Franse tekst onder de knie te krijgen. Misschien komt dat door mijn leeftijd, maar het zal ook wel zijn omdat ik zo lang en zoveel in het Duits gezongen heb, dat me dat gemakkelijker af gaat. Gelukkig zitten er een paar Franse collega’s in deze productie en die zijn zo vriendelijk om waar nodig aanwijzingen te geven voor een juiste uitspraak.”
In zekere zin een Offenbach-specialist
“Het klopt dat ik vaker Offenbach gedaan heb, zes keer om precies te zijn en na ‘Fantasio’ in 2019 nu voor de tweede keer een Offenbach bij Opera Zuid. Je zou me dus in zekere zin een Offenbach-specialist kunnen noemen, maar gezien het grote aantal verschillende rollen dat ik zing en gezongen heb in opera’s uit de barok tot en met modern, eigentijds werk, klopt zo’n etiket niet. Ik ga niet een lijst met componisten en werken opsommen, maar het loopt van Monteverdi tot Boesmans, Eötvös en Louis Andriessen, maar ook Mozart, Rossini, Verdi, Wagner en musicals. Geen oratorium of lied. In mijn opleiding heb ik me daar natuurlijk wel mee bezig gehouden, maar daarna niet meer.”
“Ik ben wat de Duitsers noemen een Sänger-Darsteller, een acterende zanger. Zingen alleen geeft mij niet genoeg. Ik doe dit vak niet, zoals een Pavarotti, om alleen maar te zingen. Het leukste is het acteren, je een rol eigen maken. En natuurlijk druk je als zanger die dan niet alleen spelend maar ook zingend uit. Bij Kupfer kreeg ik daar volop de gelegenheid toe. Toen ik daar in 1986 begon was dat nog in de DDR, de Komische Oper ligt in Oost-Berlijn. We konden toen nog drie maanden repeteren voor een nieuwe productie. Kom daar nu eens om. In het beste geval is het zes weken. Kupfer had aan het begin van het proces een raamwerk in zijn hoofd, de details kwamen tijdens de repetities. Hij triggerde mijn creativiteit. Je kon zelf aangeven hoe je details wilde invullen. Als het paste binnen zijn idee, verwerkte hij het in zijn regie.”
“De voorstelling van Orphée aux Enfers die we nu bij Opera Zuid brengen, is een vorm van entertainment, maar niet mikkend op de gemakkelijke lach. In het verhaal twist ongeveer iedereen met iedereen. Vanzelfsprekend heb ik het continu aan de stok met Junon, gespeeld door Francis van Broekhuizen, maar zelfs Orphée en Eurydice blijken op elkaar uitgekeken te zijn. Dat maakt het leuk. Intendant Waut Koeken heeft dezelfde regisseur en dezelfde dirigent uitgenodigd als voor de succesvolle ‘Fantasio’-productie uit 2019, respectievelijk Benjamin Prins en Enrico Delamboye. Zij maken iets bijzonders van de avond. Wie bij Orphée denkt aan de beroemde cancan zal niet teleurgesteld worden, maar het wordt geen revue.”
Orphée aux Enfers, Opera Zuid:
Parktheater Eindhoven 19 mei 2023, 19.00 uur en 21 mei om 14.30 uur
Schouwburg Tilburg, 23 mei, 20.15 uur
Chassé Theater Breda, 1 juni, 20.00 uur
Opera op de Parade ’s-Hertogenbosch, 22 juni, 20.00 uur
“Vanzelfsprekend heb ik het continu aan de stok met Junon, gespeeld door Francis van Broekhuizen, maar zelfs Orphée en Eurydice blijken op elkaar uitgekeken te zijn. Dat maakt het leuk.”
Meer achter-de-scenes-filmpjes op de site van Opera Zuid > Opera Zuid.nl
© Brabant Cultureel 2023