Bij Festival Cement zoeken jonge makers nog altijd naar nieuwe theatervormen

Op vrijdag 17 maart 2023 begint in ’s-Hertogenbosch het tiendaagse Festival Cement dat een podium biedt aan een jonge generatie van theatermakers in ruime zin. Dramaturg Joost Segers kent het festival vanuit diverse rollen van nabij. Dit jaar is hij lid van de jury voor De Troffel. Het festival bestaat ruim twintig jaar, maar is nog altijd vernieuwend.

door Emmanuel Naaijkens

Als kind schreef Joost Segers (Tilburg 1988) al hele verhalen, maar het was pas tijdens de dramalessen op de middelbare school dat hij bij hem een zaadje werd geplant dat zou uitgroeien tot een alomvattende liefde voor het theater. Maar de weg daarnaartoe was geen gemakkelijke. Hij volgde de vooropleiding theater aan het toenmalige Utrechts Centrum voor de Kunsten (UCK) en mocht daarna beginnen aan de ‘echte’ bacheloropleiding aan de Hogeschool voor de Kunsten in diezelfde stad (HKU). Dat was veelbelovend, er waren circa vierhonderd kandidaten waarvan er veertien werden uitgeselecteerd en Segers was een van hen.

Maar na het eerste jaar was er nogmaals een strenge selectie en viel voor hem alsnog het doek. “Ik werd weggestuurd van de acteursopleiding.” Die boodschap viel hem rauw op het dak en hij geeft volmondig toe dat het enige tijd heeft geduurd voor hij er vrede mee had. Nu, bijna twintig jaar later, ziet hij in dat hij op dat moment niet op zijn plek was. “De lat ligt hoog en dat is heel terecht. Want er is natuurlijk weinig werk in onze sector.”

Scène uit de voorstelling ‘Voor sletten die zijn verkracht’ van Toni Blackwell. Hij was in 2022 winnaar van De Troffel, een stimuleringsprijs van Festival Cement. Foto > Emiro Smolders

Na een time-out en omzwervingen kwam hij tot de onvermijdelijke conclusie dat zijn hart toch echt in het theater ligt. Hij schreef zich in voor de opleiding Theater-, Film- en Televisiewetenschappen aan de Universiteit Utrecht. “Ik had altijd gedacht dat een universitaire studie niets voor mij was. Maar in deze opleiding kwamen heel veel dingen samen die ik interessant vond, zoals filosofie, sociologie, kunst en cultuur.” Hij studeerde af in de Master Theatre Studies om als dramaturg zijn loopbaan te vervolgen.

Buitenstaander

“Er zijn veel omschrijvingen te geven van wat een dramaturg doet, dat is erg afhankelijk van de situatie waarin zij, hij of hen werkzaam is. Een dramaturg is vaak als een relatieve buitenstaander betrokken bij het proces van een theaterproductie. Hij geeft de regisseur onder meer feedback en input, schrijft mee aan teksten, analyseert, inspireert, reflecteert en contextualiseert. Een regisseur is meer opgeleid vanuit het ambacht en is eindverantwoordelijke voor de artistieke keuzes. Een dramaturg heeft vaak een wetenschappelijke achtergrond en is een soort sparringpartner voor de regisseur en andere creatieve betrokkenen. Hij is meestal niet permanent bij het maakproces aanwezig.”

“Soms ben je als dramaturg de buitenstaander die iemand peper in zijn kont stopt, soms ben je de therapeut in de relatie tussen regisseur en speler als het niet goed loopt, soms stel je de voor de hand liggende vraag die niemand meer stelde, soms herinner je een maker eraan waarom hij deze voorstelling ook alweer wilde maken.”

Joost Segers. Foto > Renée Verberne

Dramaturgie speelt nog een grote rol in zijn werk, maar het daadwerkelijk begeleiden van ontwikkelprocessen op de vloer is nog maar een deel van Segers’ praktijk. Hij is betrokken bij het internationale SPRING festival in Utrecht, een tiendaags podiumkunstenevenement. Segers is binnen die organisatie hoofd van de Spring Academy en heeft als zodanig ook veel met talentontwikkeling te maken. Daarnaast is hij artistiek ontwikkelaar bij VIA ZUID in Limburg, een organisatie die beginnende, talentvolle makers, zoals choreografen, performers, regisseurs, schrijvers en componisten, ondersteund op weg naar een zelfstandige beroepspraktijk. Hij is als tutor betrokken bij de Master Scenografie aan de HKU en een kleinere nevenfunctie van Segers is zijn betrokkenheid bij de monitoringscommissie theater van de Raad voor Cultuur.

Sappelen

Die combinatie van banen is in de theaterwereld niet ongebruikelijk. Wie hecht aan een zeker en regelmatig bestaan moet dat buiten die sector zoeken. Vooral voor beginnende makers is het vaak sappelen. Je moet heel bevlogen en idealistisch zijn en genoegen nemen met een bescheiden levensstandaard. Je moet echt van je vak houden.

Er zijn wel initiatieven om theatermakers beter te betalen, maar dat levert voor organisaties ook een dilemma op, weet Segers. “Er is veel aandacht voor fair pay en dat is goed, want het geeft bestaanszekerheid en erkenning van je werk. Maar als we dat heel strikt doen en er komt geen geld bij van de overheid, dan betekent het ook dat veel van wat nu gedaan wordt niet meer mogelijk is. Dat zou ook een ontzettende kapitaalvernietiging zijn, nog los van het persoonlijke drama.”

Nieuw

Festival Cement is in 1999 opgericht om beginnende makers, soms nog bezig met afstuderen, letterlijk een podium bieden. Op het festival etaleert zich telkens een nieuwe generatie die in brede zin zoekt naar nieuwe vormen van theater. Maar kun je als maker nog wel vernieuwend zijn. Is niet alles al gedaan?

Segers: “Er is ontzettend veel anders dan vijfentwintig jaar geleden. Een kort door de bocht voorbeeld: in de jaren negentig kon het niet gek genoeg zijn. Alles moest geridiculiseerd kunnen worden, liefst zo grof mogelijk. De rol van de kunsten was vooral die van onruststoker, frictie veroorzaken. Dingen moeten schuren, was het idee. Je ziet nu, en dat is ook gelieerd aan het maatschappelijk debat, dat het vaker gaat over groepen in de samenleving die over het hoofd worden gezien. Makers zijn meer dan voorheen bezig met verbinding, empathie, zorgzaamheid. Welke verhalen vertel je en welke (vormen)taal gebruik je daarvoor? Welke relatie ga je aan met je publiek en hoe organiseer je die ontmoeting? Laatst zei een collega dat je een verschuiving ziet binnen het theater, en misschien wel kunsten-breed, van provocatie naar educatie, al twijfel ik of dát het goede woord is, het klinkt me wat te belerend. En gelukkig mag het ook nog wel schuren, maar koketteren met cynisme, dat zie je niet veel meer.”

Boven: beeld uit ‘Liberty bell’ van het zuid land. Foto > Suus Waijers. Links: beeld uit ‘è vero è vero è vero’ Foto > Anna Perger

Subsidieverstrekkers

Segers noemt als sprekend voorbeeld de voorstelling Landing on feathers die op Festival Cement te zien is en die de weerslag is van de ervaring van een choreografe die tijdens corona in de zorg is gaan werken en daar in contact kwam met een kunstenaar die na een ongeluk in een rolstoel belandde. Met haar achtergrond kon ze op een heel andere manier zorg verlenen, waardoor de man perspectief kreeg en een nieuwe waardering voor de mogelijkheden van zijn bestaan. De voorstelling is een creatieve expressie en tegelijkertijd een voorstel voor hoe we met elkaar kunnen samenleven.

Dat makers maatschappelijke vraagstukken onder de loep nemen, is iets wat subsidieverstrekkers, in het bijzonder de overheid, graag zien. Zeker als hun aanpak oplossingsgericht is. Segers plaatst kanttekeningen bij deze tendens. “Engagement vanuit de kunstenaars zelf juich ik enorm toe, ook in hoe ze zich organiseren. Maar je moet oppassen voor instrumentalisering van kunst voor sociaal-maatschappelijke vraagstukken die de politiek zou moeten oplossen. Het doet me ook denken aan volgers van de Amerikaanse wetenschapper Richard Florida, die vinden dat kunst als aanjager een grote economische waarde heeft en daarom belangrijk is voor de economische ontwikkeling van een stad. Dat is de verkeerde benadering. Kunst moet je beoordelen op zijn eigen merites in plaats van externe zaken zoals verbinding in de stad brengen. Dat kan natuurlijk wel, maar het is niet aan de overheid om die voorwaarde te stellen bij het verstrekken van subsidies.”

Festival Cement werkt, naast de reguliere programmering, op basis van een ‘open call’ voor de stimuleringsprijs De Troffel. Jonge makers kunnen zich melden met een concept. De inzendingen worden door een leescommissie blind gelezen, ze weten niet wie de indiener is. Segers was vorig jaar lid van die commissie. Zes geselecteerde inzenders mogen hun concept pitchen tijdens het festival. Een jury, waarvan Segers dit jaar deel uitmaakte, kiest dan iemand uit die voor het festival het jaar daarop dat concept tot een voorstelling mag gaan uitwerken. De uitverkorene wordt beloond met De Troffel. Toni Blackwell was vorig jaar de gelukkige en staat nu op Festival Cement met ‘Voor sletten die zijn verkracht’.

Scène uit Mannahatta van Renée Goethijn. Foto > Michiel Devijver

Dromen

Vroeger koesterden makers nog wel de illusie door te kunnen stromen naar een BIS-gezelschap, bijvoorbeeld als regisseur van een productie in de grote zaal. Maar dat is gezien het aantal mensen dat jaarlijks afstudeert niet reëel, zegt Segers. “De meesten dromen daar niet meer van. Die zijn bezig met ‘hoe kan ik mijn eigen professionele praktijk vormgeven, waar vind ik mijn plekje’. Vanuit Festival Cement zijn er best veel mensen die hun weg vinden. Het is echt een goed festival voor jonge makers.”

Na corona zijn de theaterzalen nog steeds niet zo vol als ze waren voor het uitbreken van de pandemie. Het lijkt erop dat de theaters meer op safe spelen in hun programmering en eerder kiezen voor producties waar sowieso een publiek voor is. Dat is niet gunstig voor nieuwe, jonge makers met nieuwe ideeën die nog bijna niemand kent. Kunnen zij nog wel een voet tussen de deur krijgen bij de theaters?

Volgens Segers valt dat wel mee, hij is niet somber. Bezoekers die wegblijven is toch vooral een verschijnsel van het oudere, traditionele theaterpubliek. “Er is echt wel een jonger publiek dat op andere plekken naar voorstellingen gaat. Jonge makers timmeren ook zelf aan de weg. En je ziet dat er bijvoorbeeld met de erkenning en emancipatie van urban kunst er een nieuwe groep is die zich daardoor voelt aangesproken. Jonge makers hebben bovendien festivals waar ze zich kunnen manifesteren, die hebben een andere energie. Een bezoek is vaak laagdrempeliger voor het publiek, het is allemaal flexibeler. Voorstellingen kunnen makkelijker allerlei verschillende vormen en formats aannemen. De festivalbezoeker is nieuwsgierig, wil ervaren en wil zich laten verrassen met het onbekende als onderdeel van een totaalervaring. Het is toch opvallend dat grote festivals nu binnen de kortste keren zijn uitverkocht, ondanks dat de kaartjes duurder zijn geworden.”

Festival Cement in Den Bosch begint op vrijdag 17 maart en eindigt op zaterdag 25 maart.

www.festivalcement.nl

Lees ook op Brabant Cultureel:
Eerlijk loon is op Festival Cement al zes jaar de praktijk [2020]
Festival Cement is van de dwarse jonge generatie theatermakers [2019]
Theater: Een eiland van vertraging in een steeds snellere tijd [2017]

Extra geld voor een eerlijke beloning
Staatssecretaris van cultuur Gunay Uslu (D66) is erg geschrokken van de lage inkomens van met name de zzp’ers, die in grote aantallen in de kunst- en cultuursector werkzaam zijn. Ze vertelde dat onlangs tegen journalist Jaap Jansen in de podcast ‘Betrouwbare Bronnen’. Het zijn niet alleen artiesten, regisseurs of beeldend kunstenaars die moeten sappelen, maar ook de mensen achter de schermen. In de cultuursector is ongeveer zestig procent zzp’er. In de economie als geheel is dat ongeveer dertig procent. 

Het inkomen van zelfstandige acteurs bijvoorbeeld ligt op ongeveer twaalfduizend euro, ver beneden het minimumloon (ongeveer 24.000 euro bruto per jaar). Veel beeldend kunstenaars halen dat zelfs niet, aldus de staatssecretaris. Ze trekt in deze kabinetsperiode ongeveer 35 miljoenen extra uit om fair pay mogelijk te maken, maar ze realiseert zich dat het gat dat gedicht moet worden zo groot is dat het waarschijnlijk niet voldoende zal zijn. 

Op dit moment wordt onderzoek gedaan in de diverse subsectoren om beter in beeld te krijgen hoe de vlag erbij hangt. Van de popmuziek is de uitkomst al bekend. De staatssecretaris Uslu noemt de cijfers ‘choquerend’.  Ongeveer acht miljoen per jaar is structureel nodig om de kloof tussen fair pay en wat er nu werkelijk betaald wordt te dichten.
Festival Cement heeft zich gecommiteerd aan de Code Fair Practice, wat inhoudt dat makers volgens eerlijke normen betaald worden.
Meer informatie over Code Fair Practice

Staatssecretaris Gunay Uslu. Foto > Martijn Beekman

© Brabant Cultureel 2023

Reacties (1)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *