door Huub van Esch
Ik ben ironisch van nature, dus
mensen vergissen zich in mij van nature.
Trots
Ik heb geduldig geleerd anderen links
te laten liggen, te negeren, te ontkennen.
Ik stel ondertussen behoorlijk wat eisen
aan het vertrouwen, maar vergis u niet:
ik ben geworden wie men mij heeft gemaakt.
Ik bevat het principe al te best. Ik sprak
mij uit door te zeggen wat ik niet bedoel
en liet door de ironie het gat opvullen
dat betekenis werd in de voorbijgaande tijd.
Ik begreep dat in ieder beeld dat ik op-
zocht de titel van het idee moest worden
waargenomen om haar ten volle te begrijpen.
Recht voor de raap. Ik staalde de lede-
maten en het verstand. Wat gezegd werd
verdween voorgoed op de neiging om alles
in fragmenten onder te brengen zonder
dat men geluisterd had naar mijn woorden
of de roering had ondergaan die ik had
moeten doorstaan om de aanwezige belofte
achter de woorden waar te maken met daad
en voorstelling. Ik bepaalde de beelden
naar hun soevereiniteit. Ik klopte mij
zo vaak op de borst dat ik mij een zilverrug
begon te voelen, zelfs soms wat gromde.
Majesteit
Ik kijk met andere ogen naar de mens
dan u, nooit liet ik mij verstoren
door vooroordeel of tegenstand. Ik kijk
met de ogen van de vrijheid van geest,
daarom moet ik vaak kritiek leveren
om de kritiek uit te melken en te over-
klassen. Wanneer men vraagt wat ik
voor de anderen kan betekenen, weigert
men vaak aan te nemen wat ik vertel,
noemt men mij arrogant en betweterig
wanneer ik zeg: laat je vrouw achter,
doe afstand van je spullen en zet
je professie aan de kant om op zoek
te gaan naar wie je werkelijk bent.
Word zoals ik! Ik ben geworden wie
ik was toen ik geboren werd, naakt,
leeg en zonder illusies of mankement.
Maar ik ben moe als een stervende,
hondsmoe, en enkel mijn haat begrijpt
de wereld om mij heen op juiste wijze.
Brok
De mens is zo een eenzaam schepsel.
Je hoeft maar weinig te vragen
om een ander uit de school te horen
klappen. De begeerte die hij voelt
te zeggen wat hem drijft of bezig-
houdt, de angsten die hij koestert
in het diepste geheim van zijn
radeloze, oppervlakkige ziel,
de achilleshiel van zijn armoedig
en hongerig bestaan. Hij likt
de kruimels uit andermans hand
en snoept het suikergoed uit de pot
die toch bestand zou moeten zijn
tegen de grofste bejegeningen
waarmee het innerlijk hem eigenlijk
aanspoort te zwijgen en de poot
stijf te houden wat betreft de ver-
antwoordelijkheid die lichaam
en brein in brutale zelfstandigheid
moet onderbrengen om de koorts
van de twijfel en gewaarwordingen
te verkoelen met het ongenaakbare
stoïcisme waaraan ik gewend
ben geraakt door verveling en gemis.
Huub van Esch (Haaren 1970) werkt in deeltijd als productie-medewerker. De meeste tijd besteedt hij aan het schrijven van gedichten. Hij publiceerde behalve in Brabant Cultureel eerder ook in ‘Schoon schip’, in de verzamelbundel ‘Echte inkt’ van uitgeverij Opwenteling en in enkele verzamelbundeltjes samengesteld uit wedstrijden van uitgeverij Kontrast.
Beeld voorpagina > Detail uit WVZ 360 -S, 49-delige sculptuur van Elmar Trenkwalder.
Tussen de gedichten > 2 schilderijen van Marlene Dumas, beide getiteld Schors, nu te zien bij Museum De Pont, Tilburg
© Brabant Cultureel 2023