Brabantse warmte in een romantische Winterreise

Column door Arnold Verplancke

‘Zaandhaozenlaand’ heet het daar. Ja, de ene keer zit je bij De Nationale Opera in Amsterdam en dan weer in ’t Rad, het gemeenschapshuis van Elshout. De carnavalsnaam hangt er breed boven het podium. In het dialect klinkt de korte a kennelijk als aa en de lange aa als een soort ô. Misschien toch maar onthouden, want de Elshoutse troubadour Berrie Kolmans (1973) zingt vanavond Schuberts beroemde liederencyclus Winterreise, maar wel in zijn eigen ‘taol’. Nèjûh wèntûrjas heet de reeks van vierentwintig liederen nu, ofwel Nieuwe winterjas.

Kosteres

Voor degenen die niet precies weten waar Elshout ligt: vlakbij Drunen. Het valt binnen de gemeente Heusden. Hoe ik daar terecht kom? Eigenlijk via Els van Heijst, de partner van Berrie. Zij was ooit in een vorig leven kosteres van de Hasseltse Kapel en ik mocht jarenlang voorzitter zijn van de stichting die dit oudste monument van Tilburg beheert.

Els van Heijst & Berrie Kolmans. Foto > elsenberrie.nl

Berrie en Els zijn twee jaar geleden zomaar vertrokken uit Noord-Brabant, richting het zuiden. Met alleen de hoogstnoodzakelijke dingen in een Toyota-personenbusje naar Spanje. Zij weg bij de kapel. Hij ook zijn baan opgezegd, na onder meer achttien jaar muziekdocent aan het Willem II College in Tilburg. Slechts de muziekinstrumenten bij zich, laptops en wat kleren. Volkomen vrij, geen andere bezittingen als ballast.

Hij raadt het iedereen aan. “We kunnen elke dag naar het einde van de wereld reizen als we willen”, aldus Berrie Kolmans. Ze wonen nu een uurtje van Valencia, in Llutxent. Hij houdt zich weer bezig met muziekeducatie en muziektheater voor kinderen. Hun huis staat ook open voor mensen die eens willen onthaasten en korte tijd willen samenleven met een toegepast pycholoog en een veelzijdige artiest.

Berrie Kolmans. Foto > elsenberrie.nl

Compositie

Ze komen regelmatig terug naar Nederland waar hun zoon woont en ook soms voor optredens, zoals vanavond in zijn geboortedorp Elshout. Als ik hem vraag naar de Winterreise, reageert hij onmiddellijk met: vergeet Schubert. Hij blijkt die oorspronkelijke cyclus, stevig wortelend in de Duitse romantiek, een paar jaar geleden wel te hebben gezongen als tenor, met een pianist. En vervolgens ook in een Nederlandse vertaling, van Jan Rot. “Maar toen dacht ik: dat kan ik ook.” Vervolgens vertaalde hij de hele Winterreise opnieuw uit het Duits. Waarna een vriend hem uitdaagde: “En nouw in oew eige taol.” Dat is de versie van vanavond Nèjûh wèntûrjas waarvoor hij bovendien zelf nieuwe muziek schreef. Niettemin leunt hij qua ritme en rijm nog op het oorspronkelijke werk.

“En nouw in oew eige taol.”

Het gemeenschapshuis blijkt tot de laatste stoel bezet. Met mensen uit het dorp die hem kennen, vrienden en andere belangstellenden. Zo te zien herkent Kolmans ze allemaal. Hij voelt zich als een vis in het water. De liederen klinken verrassend helder. Het lijkt of er door het Brabants en de nieuwe muziek meer warmte kruipt in de weemoedige teksten. Vijf strijkers begeleiden deze avond zijn eigen composities. Tussendoor vertelt hij over zijn herinneringen aan Elshout, zijn nieuwe leven in Spanje, maar ook over de Romantiek waaruit deze liederen stammen. Over de onbereikbare liefde, over het spreken tot het eigen hart, alsof het een persoon is. “Dort wo du nicht bist, dort ist das Glück”, haalt hij aan. Misschien veelzeggend voor iemand die in twee werelden leeft en nergens wil wortelen.

Berrie zingt de cyclus Nèjûh wèntûrjas in ’t Rad, het gemeenschapshuis van Elshout, Zaandhaozenlaand in carnavalstijd. Foto’s optreden > Arnold Verplancke

Bad

De zaal in Elshout is een warm bad waarin hij rond poedelt. Hij haalt herinneringen op aan vroeger. Hoe ze niet over moeilijke onderwerpen praatten in zijn ouderlijk huis. Als zijn huwelijk is vastgelopen en hij gaat scheiden, wil hij dat zijn ouders vertellen. Ze reageren nauwelijks. Als hij dan tijdens het eten zijn moeder vraagt, wat ze er eigenlijk van vindt, zegt ze alleen maar: wil je nog aardappelen? Ook toen zij overleed, hadden wij als kinderen daar eigenlijk geen woorden voor, zegt hij. Die bekentenis ontroert hem even. Hij die zo goed is met taal.

De muzikale begeleiding: Paul Fischer, viool. Kim Roosendaal, viool. Philien Wakelkamp, altviool. Mieke Manders, contrabas. Martijn Verbrugh, cello.

Ik heb een mooie avond beleefd in Elshout en met bewondering geluisterd naar de nieuwe liederencyclus die hij nog maar een paar maanden geleden heeft voltooid. Hij zit niet stil en ontwikkelt allerlei nieuwe initiatieven. Zo kunnen mensen bij hem een videoserenade bestellen voor een ander. Of dat nu ter gelegenheid van een huwelijk of Valentijnsdag is. Op verzoek en op aanwijzing maakt hij dan een compleet nieuw lied. En in april vertrekt de Drunense harmonie met negentig mensen naar hem om op verschillende locaties in Spanje op te treden, ook met enkele van zijn liederen.

Hier een voorbeeld van zijn tekstbewerking. Het oorspronkelijke gedicht van Wilhelm Müller dat Franz Schubert bijna tweehonderd jaar geleden op muziek zette als nummer zes in zijn cyclus Winterreise en dat ik al zo lang ken, gezongen door de mezzo Christa Ludwig, luidt:

Wasserflut

Manche Trän’ aus meinen Augen
Ist gefallen in den Schnee;
Seine kalten Flocken saugen
Durstig ein das heiße Weh.

Wenn die Gräser sprossen wollen
Weht daher ein lauer Wind,
Und das Eis zerspringt in Schollen
Und der weiche Schnee zerrinnt.

Schnee, du weißt von meinem Sehnen,
Sag, wohin doch geht dein Lauf?
Folge nach nur meinen Tränen,
Nimmt dich bald das Bächlein auf.

Wirst mit ihm die Stadt durchziehen,
Muntre Straßen ein und aus; 
Fühlst du meine Tränen glühen, 
Da ist meiner Liebsten Haus.

De Elshoutse versie van Berrie Kolmans luidt:

Wottûrlaandûrs

Wotturlaandurs uît mûn oogûh
Zèn gûvalllûh naor beneej
As ’t waore opgezogûh
Asof de snîw ze nôdûg heej

As ut gras strâks gruun goi kleurûh
Of ge vuult ûn lauwûh wèènd
Kan ût zo mèr gaon gûhbeurûh
Dè tie wittûh snîw vûrdwèènt

Snîw gij kent toch al mûn droomûh
Zeg me waorheen goddûh gij?
Nim mûn traonen tot ze komûh
Bij de vliet en laot ze vrij

Laot mûn troanen verdûr strômuh
’t liefstûh laangs heur huis veurbij
Mocht zij net naor buitûh komûh
Ziet ze daor mûn liefhebbûhrèèj

Dat laatste woord schoot hem ’s ochtends vroeg te binnen. Hij lag nog in bed en maakte opgetogen Els wakker. Liefhebbûhrèèj, dat is het, riep hij uit. De dubbele betekenis past inderdaad perfect. Ik meen dat Els zich nog even omdraaide, niet-begrijpend.

Toen ik mijn jas al aan had en wilde vertrekken uit ’t Rad, vroeg zij nog of ik alles had kunnen verstaan, die teksten van Berrie, ik als niet-Brabander. Ze besefte niet dat ik al vierenvijftig jaar in deze provincie woon, langer dan zij.

Wie Berrie Kolmans zijn vierentwintig liederen van de Nèjûh wèntûrjas wil horen zingen, kan terecht in De Flierefluiter in Hilvarenbeek, zondag 19 maart 2023. Dan is hij toch weer even terug in Nederland. En als iemand hem uitnodigt, komt hij gewoon in de huiskamer zingen voor een klein publiek.

Berrie Kolmans’ Nederlandse versie Nieuwe winterjas met muziek:

www.elsenberrie.nl/lied-op-maat-cadeau

www.elsenberrie.nl/onthaast-vakantie-in-spanje

© Brabant Cultureel 2023

Reacties (4)

  1. Bart de Groof schreef:

    Wat een mooi artikel over twee mensen die hun hart (durven) te volgen en die daardoor de prachtigste dingen meemaken. Chapeau Berrie, vriendin Els en natuurlijk ook (weer) Arnold.

  2. Jan Bernard Koolen schreef:

    Boven jezelf uitstijgend Berrie, samen met Els en je Strijkers.

    Ik bewonder je voor je levenslustige creativiteit en Brabantse gemoedelijkheid.

    Voor mij ben jij een en al Liefhebberij.

    Jan Bernard Koolen

  3. Jeanne Engels schreef:

    Wat een inspirerend verhaal. En wat een mooie muziek. Dank je wel Arnold en Berrie Kolmans.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *