We mogen weer eens het Mooiste Natuurgebied van Nederland kiezen. Noord-Brabant gooit daar deze keer Vincent van Gogh voor in de strijd. Van Gogh, natuurgebied? Jazeker, want de verkiezing is deze keer een initiatief van het ministerie van Economische Zaken en het gaat dus niet om natuur, maar om euro’s.
door Lauran Toorians
‘Wat is natuur nog in dit land? / Een stukje bos, ter grootte van een krant, / Een heuvel met wat villaatjes ertegen.’ Je hoeft de voorkeur van de dichter J.C. Bloem voor ‘grauwe, stedelijke wegen’ en ‘in kaden vastgeklonken waterkant’ niet te delen om het met hem eens te zijn dat natuur in Nederland een fictie is. We hebben landschap, en buitengebied, maar dat is allemaal door mensen ingericht en vormgegeven en daar is niets natuurlijks aan. Toch liegen we onszelf voortdurend voor dat we in eigen land zulke mooie natuur hebben. De naam van de Vereniging Natuurmonumenten schreeuwt het uit.
Buiten is belangrijk, laat daar geen twijfel over bestaan. En dat geldt zeker voor ongeasfalteerd, niet volgebouwd buiten met bomen en beesten en waar weer en wind, eb en vloed en andere ongeregeldheden hun gang kunnen gaan. Maar laten we dan wel zo eerlijk zijn om toe te geven dat al dat buitengebeuren – afgezien van weer, wind en eb en vloed – cultuur is. Al eeuwenlang bepaalt de mens hoe Nederland eruit ziet en daarmee is alle landschap hier cultuurlandschap, ook als het zowaar een hele hectare vol bomen is.
Dynamisch
Dit beseffen, doet inzien dat onze omgeving dynamisch is. Niet alleen steden en dorpen veranderen voortdurend door sloop en nieuwbouw, ook het buitengebied is constant in beweging. Noord-Brabant is al lang geen uitgestrekte heidevlakte meer, want boeren hebben kunstmest (en zeeën vol stalmest) en schaapskuddes zijn niet langer rendabel. Heggen en houtwallen maakten plaats voor grote, open akkers die vervolgens ook hun functie verloren en nu door boomkwekers worden volgeplant. En beken werden ‘genormaliseerd’ om vervolgens in nieuwe, machinaal gegraven beddingen en binnen strikt bepaalde kaders weer te mogen meanderen, om nu als waterberging te dienen. Dat wordt aan de burger verkocht als nieuwe natuur en is ecologisch ook best heel verantwoord, maar natuur is het niet.
Wat dit duidelijk maakt, is dat er geen ideaal landschap bestaat. Wie ‘terug’ wil naar het landschap van 1850 (waarom nooit van 850?) is een romantische dromer die waarschijnlijk niet terug wil naar de stad van 1850. Wie wolven wil uitzetten, moet dat doen in het landschap van nu, want de wolven van 1850 zijn morsdood.
Het volk laten meepraten (praten, niet beslissen), is een goede manier om betrokkenheid te suggereren en dus is er om de paar jaar een verkiezing van het mooiste plekje van Nederland. De NCRV maakte er een aantal tv-seizoenen mooie programma’s mee. De tijden zijn veranderd en nu laat het ministerie van Economische Zaken ons ‘het mooiste natuurgebied van Nederland’ kiezen. Dat het niet om natuur gaat, hebben ze dus begrepen, al doet dat begrip nog mee als schaamlap. Maar om cultuur gaat het duidelijk ook niet, het gaat ordinair om euro’s.
Uitspreken
‘Met de verkiezing “Mooiste Natuurgebied van Nederland” kon het publiek zich uitspreken (tot en met 31 oktober jl) over onze natuur, verbeteren we de kwaliteit en toegankelijkheid én zetten we onze mooiste natuurgebieden en landschappen voor binnen- en buitenlandse bezoekers op de kaart. Deze verkiezing draagt bij aan de bekendheid van onze natuur, en daarmee aan de waardering ervoor’, zegt de bijbehorende website van het ministerie. Dat is Newspeak, want uiteindelijk mogen alleen de drie winnende gebieden samen anderhalf miljoen verdelen. En moeten de verliezers maar zien hoe zij hun kwaliteit en toegankelijkheid verbeteren. Natuurlijk gaat het vooral om die binnen- en buitenlandse bezoekers (Zuid-Afrikanen die hier wildparken komen bezoeken?) en die spenderen hun euro’s niet in en aan de ‘natuur’, dat snapt het ministerie van Economische Zaken heel goed. Let ook op het herhaalde ‘onze’ in het citaat. U en ik voelen ons aangesproken, maar van wie is die ‘natuur’ eigenlijk? Van mij niet.
Het meest verbazingwekkend aan dit hele prijzencircus is echter wel de deelname van Noord-Brabant. Niet dat onze provincie een deelnemer levert is vreemd, want Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen wist ook bij de NCRV al enkele malen hoog te scoren. Nee, net als eerder in de strijd om Olympische Spelen en Culturele Hoofdstad moet het zo nodig weer eens anders dan anders. De grootste zandbak van West-Europa is blijkbaar niet bijzonder genoeg om een kans te maken, en dus zijn voor de gelegenheid het Nationaal Landschap Het Groene Woud en nog wat losse gebieden en gebiedjes (zowaar ook de Efteling) aangehaakt om het allemaal nog groter en mooier te maken. Nu wil het Rijk inderdaad graag af van de versnippering tussen nationale parken en nationale landschappen en is schaalvergroting de trend, zodat op termijn heel Noord-Brabant ‘natuur’-reservaat zou kunnen worden. Dat betekenisloosheid het gevolg is, zal niemand ontgaan, maar mag niet worden gezegd,
Zak geld
En welke naam kreeg deze plak-en-knip inzending? Van Gogh National Park. Let op de ontbrekende a, het is meteen ‘international’. Wie dit heeft verzonnen, weet ik niet, maar er is vast een flinke zak met geld tegenaan gegooid om dit – inclusief bidboek en website – voor elkaar te krijgen. Vincent van Gogh is dood en hoeft zich er niet meer voor te schamen, maar de erven die anders zo snel vooraan staan om een nieuw ontdekt schilderij vals te verklaren, zouden best in het verweer mogen komen tegen dit misbruik van hun goede naam. En een formele, wettelijke status heeft dit Van Gogh National Park niet. Het is een ‘mirage’.
Met Vincent van Gogh heeft dit gebied helemaal niks. Ondanks alle mooie praatjes is Helvoirt de enige aan de schilder te linken plaats in het gebied, en dan nog alleen omdat zijn vader er enige tijd dominee was. Vincent heeft er nooit gewoond. Een Nationaal Park-bestuurder en wethouder die nu beweert dat het in de Loonse en Drunense Duinen is alsof je door een schilderij van Vincent van Gogh loopt, dient ernstig een cursus kunstgeschiedenis te gaan volgen. Erger is dat deze man, Kees Grootswagers, wethouder is in de gemeente Loon op Zand en daar toerisme in zijn portefeuille heeft. Wie dan bereid is de naam ‘Loonse en Drunense Duinen’ – jeweetwel, die zandduinen bij Loon op Zand en Drunen – in te ruilen voor de naam van een schilder waarvoor geen hond naar Loon op Zand komt, die is gek. (Natuurlijk had hij liever ‘Kaatsheuvelse Duinen’ op de kaart zien staan, maar soms is de historische werkelijkheid sterker dan de wens van een wethouder.)
Marketing en branding les 1: geef nooit een goede merknaam uit handen. Les 2: bedonder je klanten naar hartenlust, maar doe het intelligent.
Een Nationaal Park van Wereldklasse? Amehoela. Voor het Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen wordt momenteel gewerkt aan een nieuw beheersplan. Daarin wil met name Natuurmonumenten inzetten op cultuurhistorie, omdat, zo zei een medewerker, “we als natuurgebied niet erg bijzonder zijn – bomen staan overal – maar we wel inzien dat er sprake is van bijzondere cultuurhistorische elementen.” Het is een gotspe dat een medewerker dit zo zegt, maar inderdaad: cultuurhistorie is er volop. Aandacht daarvoor is er nauwelijks.
Landgoederen
Het Groene Woud is een prachtig gebied in de stedendriehoek ’s-Hertogenbosch-Eindhoven-Tilburg. Er liggen schitterende landschappen en oude landgoederen, maar een eenheid is het nooit geweest en is het ook nu niet. Ook hier is volop cultuurhistorie aanwezig, maar de aandacht daarvoor is nogal selectief en de manier waarop de kennis daarvan wordt uitgedragen ook. Het ene na het andere koffietafelboek wordt geproduceerd, er verschijnen een hoop folders en websites die het niveau van goede wil niet overstijgen en ondertussen zijn er nog hele volksstammen die in dit fraaie Nationaal Landschap wonen en werken, maar nog nooit van het Groene Woud hebben gehoord.
Nu zijn dus bestaande structuren en een nog nauwelijks ingeburgerde naam ingeruild voor een Engelstalige Van Gogh. Het gaat immers niet om ons, de bewoners, en ook niet om de natuur. Het gaat om de euro’s van ‘binnen- en buitenlandse bezoekers’. Staatssecretaris Bleeker had het goed gezien toen hij een streep zette door de Ecologische Hoofdstructuur: natuur is onzin ‘voor tevredenen of legen’. Het moet water bergen en vooral veel geld opbrengen. Dan worden we er gelukkig van, ‘domweg gelukkig, in de Dapperstraat’.
De Dapperstraat
Natuur is voor tevredenen of legen.
En dan: wat is natuur nog in dit land?
Een stukje bos, ter grootte van een krant,
Een heuvel met wat villaatjes ertegen.
Geef mij de grauwe, stedelijke wegen,
De in kaden vastgeklonken waterkant,
De wolken, nooit zo schoon dan als ze, omrand
Door zolderramen, langs de lucht bewegen.
Alles is veel voor wie niet veel verwacht.
Het leven houdt zijn wonderen verborgen
Tot het ze, opeens, toont in hun hogen staat.
Dit heb ik bij mijzelven overdacht,
Verregend, op een miezerige morgen,
Domweg gelukkig, in de Dapperstraat.
uit: J.C. Bloem, Quiet, though sad (‘s-Gravenhage 1946).
© Brabant Cultureel – oktober 2016