Voor het bedrag van 175 miljoen euro is ‘De Vaandeldrager’ van Rembrandt teruggekeerd naar Nederland. Van 1 tot en met 30 oktober 2022 is het schilderij te zien in Het Noordbrabants Museum. De Noord-Brabantse Eerste Kamerleden Tanja Klip-Martin (VVD) en Mary Fiers (PvdA) beslisten mee over de aankoop. “De Vaandeldrager is van ons allemaal.”
door Emmanuel Naaijkens
In 1997 baarde de Nederlandse Staat opzien met de verwerving van het (onvoltooide) schilderij Victorie Boogie Woogie van Piet Mondriaan. Hij maakte het schilderij in 1944 in zijn atelier in New York. Er was de lieve som van 82 miljoen gulden mee gemoeid en de kritiek was niet van de lucht. Kon dat geld niet beter besteed worden om maatschappelijke problemen op te lossen? Het weerwoord van de regering: het is een schenking van de Nederlandse Bank en daarmee openbaar kunstbezit. Victorie Boogie Woogie is te bewonderen in het Kunstmuseum Den Haag (voorheen Haags Gemeentemuseum).
Een kleine twintig jaar later verbleekte die 86 miljoen gulden toen Nederland samen met Frankrijk voor 160 miljoen euro Marten en Oopjen (1634) van Rembrandt van Rijn kocht. Weliswaar twee levensgrote portretten en met een gezamenlijke eigenaar, maar toch een uitzonderlijk hoog bedrag. Aan cultuurminister Jet Bussemaker (PvdA) de lastige taak om uit te leggen waarom de overheid tachtig miljoen euro uit de hoge hoed kon toveren terwijl de cultuursector elk dubbeltje moest omdraaien. Een van de argumenten was dat Marten en Oopjen door de aankoop publiek bezit werden. De portretten zijn nu een van de blikvangers in het Rijksmuseum in Amsterdam.
Kunsthandel
Maar net zoals in de voetballerij de transfersommen nog altijd hemelhoog stijgen, lijkt er ook in de kunsthandel geen plafond te zitten aan de prijzen die voor kunst betaald worden. Eind vorig jaar deed zich opnieuw een ‘nu of nooit’ kans voor om een belangwekkend schilderij, dan in particuliere handen, tot openbaar kunstwerk te verheffen. Na lange onderhandelingen met de eigenaar, de Franse familie Rothschild, kocht de Nederlandse overheid Rembrandts De Vaandeldrager. Er werd 175 miljoen euro overgemaakt naar de Rothschilds, opgehoest door de Vereniging Rembrandt (vijftien miljoen), de Vrienden van het Rijksmuseum en de nationale loterijen (samen tien miljoen), het Nationaal Museaal Aankoopfonds (negentien miljoen) en 131 miljoen uit de staatskas.
“Een extreem hoog bedrag”, geeft Tanja Klip-Martin uit Hilvarenbeek volmondig toe. Als lid van de Eerste Kamer voor de VVD besliste zij, net als haar collega en plaatsgenoot Mary Fiers (PvdA), in januari 2022 mee over de aankoop van De Vaandeldrager. Ook nu ging het publieke debat over de vraag of de overheid zo’n uitzonderlijk hoog bedrag aan belastinggeld moest uitgeven aan de aankoop van één schilderij. Juist in een tijd waarin de samenleving, en in het bijzonder de cultuursector, leed onder de gevolgen van de coronapandemie. Klip begrijpt dat ongemakkelijke gevoel, maar vindt het alles afwegend verantwoord.
Zelfbewust
“Het is in historisch en kunsthistorisch opzicht een belangrijk kunstwerk. Historisch omdat het de ontwikkeling van de Nederlandse samenleving laat zien, De Vaandeldrager verbeeldt de opkomst van zelfbewuste burgers. Rembrandt schilderde het in 1636, tijdens de Tachtigjarige Oorlog. Kunsthistorisch omdat het een sleutelmoment is in Rembrandts kunstenaarschap. Het is een heel barok schilderij, terwijl hij in zijn Leidse periode nog een wat bedeesdere schilder was.”
Het Rijksmuseum beschouwt De Vaandeldrager als de ontbrekende schakel in zijn collectie van tweeëntwintig schilderijen van Rembrandt, de grootste in de wereld. Hoe reëel de vraagprijs van 175 miljoen euro was, kan Klip niet te zeggen. Het schilderij is immers niet via een openbare veiling maar onderhands verkocht. “Als overheid oordelen wij niet over kunst en cultuur. Wij moeten afgaan op wat de experts ons vertellen en die zeggen dat er extreem hoge prijzen worden betaald voor topkunstwerken als De Vaandeldrager.”
Zij wijst erop dat de cultuursector tijdens de coronacrisis ruim drie miljard euro aan steun heeft gekregen en dat er deze regeerperiode nog eens 170 miljoen structureel beschikbaar komt. Op de opmerking dat dit geld ook deels een compensatie is voor de ingrijpende bezuinigingen door haar partijgenoot, staatssecretaris Halbe Zijlstra in het eerste kabinet Rutte, reageert Klip met een veelbetekenend stilzwijgen.
Tournee
Een belangrijk argument om in te stemmen met de aankoop van De Vaandeldrager was voor de VVD en de PvdA dat het schilderij nu weer openbaar kunstbezit is. Klip: “Het is van ons allemaal. Je moet er toch niet aan denken dat het in particuliere handen zou blijven, bijvoorbeeld van een Russische oligarch, en niet meer in het openbaar te bezichtigen zou zijn. Nu kunnen we er allemaal van genieten.” Zelf heeft zij het schilderij nog niet kunnen bewonderen en ze is reuze benieuwd. Ze is blij dat het schilderij, voordat het een vaste plek in het Rijksmuseum krijgt, een tournee maakt door Nederland.
Het werk zal in elke provincie te zien zijn, vanaf 1 oktober tot en met 30 oktober 2022 in Het Noordbrabants Museum in ’s-Hertogenbosch. Fiers heeft nog in het debat voorgesteld om elke Nederlander een gratis toegangskaartje te geven, maar dat heeft het niet gehaald. In Den Bosch is wel op zaterdag 8 oktober de toegang tot het museum gratis. De Vaandeldrager hangt naast een aantal sleutelwerken uit de vaste collectie van het museum. Hierdoor krijgt de bezoeker een beeld van de Nederlandse schilderkunst uit de zeventiende eeuw, een periode waarin volop ideeën en inspiratie werden uitgewisseld tussen kunstenaars uit de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden.
Conservator
Tanja Klip werkte begin jaren tachtig, na haar studie kunsthistorie en archeologie aan de Universteit van Leiden, vier jaar als conservator kunstnijverheid en adjunct-directeur in Het Noordbrabants Museum, Zij organiseerde onder andere een expositie over Bosch Zilver. Het museum was toen nog in een voormalige kerk aan de Bethaniënstraat gevestigd en in haar functie werkte zij mee aan de voorbereidingen voor de verhuizing naar het Gouvernementspaleis aan de Verwerstraat. Daarna nam ze in haar loopbaan een afslag en werd onder meer gedeputeerde in Drente en dijkgraaf van het Waterschap Vallei en Veluwe.
Zij is ervan onder de indruk hoe Het Noordbrabants Museum zich ontwikkeld heeft. In haar Bossche tijd werden musea buiten de Randstad nogal eens laatdunkend als ‘provinciaal’ beschouwd. Maar daarvan is geen sprake meer en nu trekken Het Noordbrabants Museum, maar bijvoorbeeld ook het Groninger Museum en het Drents Museum in Assen de aandacht met interessante exposities. Wat Klip goed vindt aan Het Noordbrabants Museum is dat het niet alleen de schijnwerper richt op kunstwerken uit vroegere perioden en op de historie van Brabant, maar ook ruim baan geeft aan hedendaagse kunst.
Ludieke actie voor culturele zzp’ers
Voor zangdocent Anne Ermens uit Breda was de aankoop van De Vaandeldrager aanleiding om op een ludieke manier aandacht te vragen voor de kwetsbare positie voor zzp’ers in de culturele sector. Honderdvijftig miljoen uit de staatskas voor een schilderij van een dode kunstenaar stond in haar ogen in schril contrast met levende kunstenaars die door corona hun kostje met moeite bij elkaar moeten scharrelen, nauwelijks gesteund door de overheid.
Ermens bedacht een alternatieve Vaandeldrager, een grote foto met honderden portretjes van onder meer decorbouwers, acteurs, muzikanten, jongleurs, acrobaten. Deze foto bood zij voor 150 miljoen aan de Nederlandse staat te koop aan. De opbrengst ervan zou worden verdeeld onder de noodlijdende culturele zzp’ers. Ermens kreeg steun van de PvdA die bij monde van Eerste Kamerlid Mary Fiers aandacht vroeg de actie; ook andere partijen namen het op voor de zzp’ers.
De alternatieve Vaandeldrager is niet door de staat gekocht en het Rijkmuseum toonde geen belangstelling. Ook niet toen Ermens het kunstwerk aanbood als donatie. Wel beloofde staatssecretaris Gunay Uslu van Cultuur en Media (D66) om het vraagstuk van de zzp’ers bovenaan de agenda van het kabinet te zetten.
Anne Ermens geeft zangles en zangworkshops, doet voice overs en acteert. Toen al haar activiteiten door corona stil kwamen te liggen, had zij het financieel zwaar te halen. De regeling voor culturele zzp’ers was, in vergelijking met de steun aan de instellingen, karig. Maar nu het coronaspook is verdwenen, ziet Ermens de toekomst weer hoopvol tegemoet. Ze geeft weer volop les en workshops. Ook digitaal, want dat is een onverwacht positief effect van de coronacrisis. Zij heeft nu online-leerlingen in Groningen, en zelfs in Italië en Spanje.
anne-ermens.com/de-nieuwe-vaandeldrager
© Brabant Cultureel 2022
Reacties (1)