Een boek over Stadsboeren in Heusden-vesting laat zien dat tot in het recente verleden boeren geen ongewone verschijning vormden binnen een stad. Wat wel opvalt is dat in Heusden de vesting niet werd geslecht, maar boerenland werd. Nu die vesting alweer zo’n halve eeuw geleden is gerestaureerd, is die nog steeds groen, maar geen akker meer.
door Lauran Toorians
Boeren en burgers, het lijkt een tegenstelling zoals stad en platteland. Die tegenstelling is echter schijn. Ook waar de stad van het omliggende platteland werd gescheiden door een muur of stadswal was het eeuwenlang heel normaal dat zich binnen die omwalling boerenbedrijven bevonden. In veel steden is dit tot zeer recent het geval geweest en in het wat verdere verleden was het zelfs essentieel dat ook binnen de stadspoorten voedsel werd verbouwd en geteeld. In geval van een belegering of als de omgeving onder water stond, moest immers nog steeds de bevolking worden gevoed. Steden die niet echt stad waren en daarmee niet ingesnoerd in een omwalling, boden vaak ruimte aan flinke tuinen waarin de inwoners groente konden verbouwen, een geit konden houden of een varken vetmesten. Tilburg is daarvan een goed voorbeeld waar het hielp om in de industrie de lonen laag te houden.
Onlosmakelijk
‘Stadsboeren’ is dus niet zo’n gek begrip als het zou kunnen lijken in een wereld waar alles in een hokje moet. Boeren en burgers hoorden eeuwenlang onlosmakelijk bij elkaar. Hans van den Eeden maakte een boek over de stadsboeren in Heusden-vesting. Al in 1821 verloor Heusden zijn status als vesting en speelde het dus geen rol meer in de landsverdediging. Het garnizoen vertrok en de stadsboeren kregen vrij spel op de wallen die nu niet langer als vestingwerk werden onderhouden. Door het akkeren werden de taluds flink minder steil – en daardoor langer – en slibde de grachten langzaam dicht. Zo raakte Heusden omgeven door een groene ring van akkers, weilanden en tuinbouwgronden die werkgelegenheid boden die in de plaats kwam voor de ambachtelijke en handelsactiviteiten die het garnizoen had geboden.
Dit alles veranderde weer toen in de jaren zeventig de vesting werd ‘gerestaureerd’ naar de situatie van halverwege de zeventiende eeuw. Agrarische gronden en tuinen binnen de vesting bleven, maar de wallen kregen weer steile taluds en werden toeristisch-recreatief wandelgebied. Wel grazen er nu regelmatig schapen om het gras kort te houden. Van den Eeden duikt in zijn boek niet diep in de geschiedenis en maakte vooral een ‘heemkundeboek’. Geen bezwaar, want met de vele illustraties en de herinneringen van oudere Heusdenaren die ooit stadsboer waren of daar uit eigen ervaring over kunnen vertellen zal dit zeker voor Heusdenaren een aansprekend boek zijn. In een meer diepgravend historisch werk zou een vergelijking met bijvoorbeeld Ravenstein en Klundert zeer welkom zijn geweest.
Herinneringen
En passant komt in de verhalen ook steeds het oorlogsjaar 1944 aan bod. In de nacht voordat zij zich terugtrokken, bliezen de Duitsers toen alle hogere gebouwen in Heusden op, inclusief het renaissance stadhuis waar op dat moment bijna tweehonderd burgers in de kelders schuilden en velen de dood vonden. Het trauma van deze verwoesting en de vele slachtoffers is in Heusden nog steeds zeer aanwezig en komt dus boven bij wie herinneringen ophaalt, ook als die over de boeren en boerderijen in de stad gaan.
Het boek biedt ook een mooi overzicht van de panden en locaties in Heusden die in het verleden (stads)boerderij waren. Wie met die gegevens bij de hand door het vestingstadje wandelt, kijkt weer anders naar het openluchtmuseum dat Heusden als gereconstrueerde vesting in veel opzichten is. Aandacht is er in het boek verder voor de rijke flora op de wallen en voor de heemtuin die door vrijwilligers binnen de vesting is aangelegd en nu deels in de vorm van volkstuinen wordt beheerd. In korte tijd is deze heemtuin een multicultureel centrum geworden waarin mensen met allerlei culturele achtergronden elkaar vinden. Dat past bij de vestingstad waarin ooit in het garnizoen Walen, Zwitsers, Schotten, Duitsers en Nederlanders elkaar troffen.
Hans van den Eeden, Stadsboeren in Heusden-vesting. Over het belang van de wallen, grachten en ‘groen van toen’. Heusden: Lyra, stichting voor cultuur 2022, vi+98 pp., ISBN 9789078108085, pb., € 20,00 (inclusief verzendkosten). Te bestellen via hvdeeden@home.nl of telefoon 0416-661414.
Tekening voorpagina: stadsboerderij in Heusden. Bron > Lyra
© Brabant Cultureel 2022