Al tien jaar lang maken beeldend kunstenaars in het gastatelier bij het Vincent van GoghHuis in Zundert werk geïnspireerd op Van Gogh. Nu heeft voor het eerst een curator een werkperiode in het gastatelier doorgebracht. Alexandra van Dongen deed er onderzoek naar de gebruiksvoorwerpen op de schilderijen van de beroemde schilder. Dat leverde niet alleen een opvallende expositie op, maar ook een interessant boek.
door Irma van Bommel
In het voorjaar van 2022 was in Stedelijk Museum Breda nog een indrukwekkend overzicht te zien van beeldend kunstenaars die de afgelopen tien jaar in het gastatelier van het Vincent van GoghHuis kunstwerken maakten geïnspireerd op het leven en werk van Vincent van Gogh. Velen van hen hadden zich niet alleen verdiept in zijn schilderkunst, maar ook in de brieven die hij schreef aan zijn broer Theo. Daarin staat immers veel informatie over wat hem bezighield, wat hij schilderde en waarom.
Objecten
Ook Alexandra van Dongen (1961) bestudeerde zowel de schilderijen als de brieven van Van Gogh, maar haar onderzoek is anders, diepgravender en met een ander doel. Zij spitste haar onderzoek toe op de gebruiksvoorwerpen, werktuigen en kleding die Van Gogh schilderde. Van Dongen verzamelde kennis over de objecten in literatuur en archieven en bij andere deskundigen en schreef er een interessant en vlot leesbaar boek over. Ook ging zij op zoek naar de objecten zelf. Een aantal van die voorwerpen is nu te zien in het Vincent van GoghHuis.
Van Dongen studeerde museologie en kunstgeschiedenis en is conservator historische vormgeving bij Museum Boijmans van Beuningen. In 2011 startte zij ALMA, een online onderzoeksproject naar de rol en betekenis van objecten in de beeldende kunst. De naam van het project is afgeleid van die van conservator Alma Ruempol (1939 -1992) die in de jaren tachtig onderzoek deed naar alledaagse gebruiksvoorwerpen, met prenten en schilderijen als visuele bron.
Sinds 2017 werkt Van Dongen tevens als parttime onderzoeker, schrijver en curator. Als eerste verrichtte zij gedegen onderzoek naar de objecten op de schilderijen in het oeuvre van Van Gogh. Zij ging op zoek naar de echte voorwerpen en onderzocht telkens de herkomst, waar het was geproduceerd en hoe het werd gebruikt. Dat vergeleek ze met wat Van Gogh over de objecten schreef in brieven aan Theo. En ze vergeleek de voorwerpen met andere afbeeldingen daarvan op tekeningen, schilderijen en foto’s. Door deze informatie krijgen we een beter beeld van het leven en werk van Van Gogh en komen we dichter bij Vincent, zoals ook de titel van het boek en de expositie luidt.
Inktfles
In het boek is een indeling gemaakt naar de woonplaatsen van Van Gogh vanaf het moment dat hij als schilder door het leven ging. Voor iedere woonplaats is een overzichtsfoto gemaakt van de besproken en dus gevonden objecten. Door per schilderij de objecten te bespreken, leren we beter kijken. Een rechthoekig blok blijkt een turf te zijn en een van de aardewerk flessen blijkt een inktfles. Aan de wand hangt bij De Aardappeleters een houten klomp met daarin lepels en vorken. Doordat het schilderij zo donker is, herken je het opbergsysteem niet direct als een klomp.
In Nuenen schilderde Van Gogh het dagelijks gebruiksgoed en de werktuigen van de boeren en wevers en van het huishouden van zijn ouders. Bij archeologisch onderzoek in de achtertuin van de pastorie in Nuenen zijn scherven gevonden van weggegooide kapotte voorwerpen. Deze scherven zijn vergeleken met objecten op de schilderijen van Van Gogh en ze komen overeen. Dat betekent dat de gevonden scherven afkomstig zijn van voorwerpen die in de negentiende eeuw gemeengoed waren voor de bewoners van dat huis en voor de bewoners van die streek.
Voor een aantal stillevens leende Van Gogh eeuwenoude, kostbare objecten uit de verzameling van zijn leerling Antoon Hermans. Voorwerpen ‘uit de gotiek’ noemde Van Gogh die. Hoewel hij een grove schildertoets hanteerde, is er toch vaak sprake van ‘stofuitdrukking’ en kun je zien wat bijvoorbeeld glas voorstelt, en wat keramiek.
Nostalgisch
In de brieven lezen we dat Van Gogh kleding verzamelde om de boerenbevolking er authentiek uit te laten zien. Zijn vrouwelijke modellen liet hij poseren met Brabantse mutsen, ook mutsen die alleen op zondag werden gedragen. De informatie uit de brieven, gecombineerd met de specialistische kennis van Van Dongen over het gebruik van objecten en kledingstukken, maakt duidelijk dat Van Gogh een authentieke uitstraling belangrijker vond dan een waarheidsgetrouwe weergave. Dus net als veel tijdgenoten wilde hij een nostalgisch beeld vastleggen van een werkelijkheid die op het punt stond te verdwijnen. Dat geldt althans voor de werken die hij in Nuenen maakte.
Van een Stilleven met aardappels is altijd aangenomen dat dit in Nuenen is geschilderd. Hij schilderde daar immers ook De Aardappeleters. Maar de aardewerken schaal waarin de aardappels liggen, doet anders vermoeden. Onderzoek wijst uit dat het gaat om een ‘Parijse’ kasserol van Zuid-Franse makelij. Daarom wordt nu aangenomen dat het werk iets later is geschilderd (1886-1887), de periode dat Van Gogh Nuenen had verlaten en in Parijs bij zijn broer woonde.
In de expositie in Zundert wordt een aantal in het boek besproken objecten tentoongesteld. Wat opvalt is dat de voorwerpen er in werkelijkheid veel frisser en kleurrijker uitzien dan op de schilderijen van Van Gogh. Onder andere van het Van Gogh Museum in Amsterdam, het Musée d’Orsay in Parijs, het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem en het Glasmuseum in Leerdam zijn voor deze expositie objecten in bruikleen ontvangen. Maar het Van GoghHuis heeft ook zelf het een en ander aangekocht. Bijzonder is dat het een stoel van gebogen hout, zoals die te zien is op enkele portretten die Van Gogh schilderde in Arles, heeft laten nabouwen.
Linten
Voor de vormgeving van de expositie zijn beeldend kunstenaars André Smits (1960) en Monika Dahlberg (1975) gevraagd. André Smits bedekte de wanden met tekeningen in de voor hem zo kenmerkende horror vacuï stijl, bestaande uit een alles bedekkende wirwar van linten, onderbroken door namen. Die haalde hij uit het boek van Van Dongen: namen van objecten, van plaatsnamen en van personen. Over de tekeningen van Smits zijn kleurrijke collages aangebracht van Monika Dahlberg.
Grappig zijn de subtiele toevoegingen van hedendaagse elementen, zoals ijsjes bij een collage van de aardappeleters. Maar waarom zijn van de personages karikaturen gemaakt? Figuren voorzien van de oren van Mickey Mouse is het ‘handelsmerk’ van Dahlberg, staat in de introductie te lezen. En daar blijft het niet bij. Ook rare tandjes en soms ook opgeplakte oogjes zijn toegevoegd. Maar een karikatuur maak je van iemand die zich vreemd gedraagt, bij voorkeur een foute politicus, om met die persoon de spot te drijven. Om een statement te maken. Dan heeft het betekenis. Hier heeft het geen betekenis. Het gaat immers om gewone mensen. Waarom zou je met hen de draak willen steken? Weg met dat handelsmerk. Dahlberg heeft dat ook helemaal niet nodig.
‘Dichter bij Vincent’ is nog t/m 30 oktober 2022 te zien in het Vincent van GoghHuis in Zundert.
Alexandra van Dongen, Dichter bij Vincent. Alledaagse voorwerpen in het werk van Vincent van Gogh. Gorredijk: Sterck & De Vreese 2022, 224 pp., ISBN 978-9056-15913-9, pb., € 29,90.
Lees terug op Brabant Cultureel:
Vincent van GoghHuis Zundert viert tien jaar gastatelier met overzichtsexpositie en boek
© Brabant Cultureel 2022
De Stoelenmatter Rien Stuijts uit Zundert heeft voor het Vincent van GoghHuis in Zundert de replica gemaakt.