Slechts enige dagen voor zijn overlijden verscheen van Cas van Houtert een nieuwe studie over middeleeuwse keizers en koningen. Anders dan zijn eerdere vier boeken over de middeleeuwen is dit niet thematisch van opzet, maar een ‘klassiek’ chronologisch verhaal. Maar dan wel door een betrokken auteur die een eigen mening hier en daar niet schuwt.
door Camiel Hamans
Vertellen is een kunst. Cas van Houtert (1940-2022), de op 5 juli overleden oud-hoofdredacteur van het Eindhovens Dagblad, beheerste die kunst als geen ander. Als parlementair verslaggever wist hij in de jaren zestig en zeventig zijn lezers zo meeslepend voor te lichten dat hij daarvoor de Prijs van de Nederlandse Journalistiek kreeg. Toen hij in latere jaren voor de krant op reis ging naar India, Iran en Tibet bracht hij zijn ervaringen en observaties zo onder woorden dat zijn publiek bijna de indruk kreeg zelf deze verre landen en vreemde culturen te bezoeken. Wie met Van Houtert in een bestuur zat, meldde thuis dat het wel wat later zou worden. Zodra een agendapunt daartoe maar de geringste aanleiding bood, nam Cas met twinkelende oogjes het woord voor een herinnering, uitgesponnen anekdote of een heus verhaal. Raconter c’est resister, ‘vertellen is weerstand bieden’, is de Franse titel van een omvangrijke romancompilatie van de Chileens schrijver en verzetsman Luis Sepúlveda. Het had het devies van Cas van Houtert kunnen zijn: vertellen om het verleden levend te houden.
Favoriet
Vertellers laden vaak de verdenking op zich de werkelijkheid te verfraaien, het verleden te kleuren en zichzelf een heldenstatus te verlenen. Niets daarvan bij Van Houtert. En dat blijkt vooral uit het werk dat hij na zijn afscheid van het Eindhovens Dagblad op zich heeft genomen: het vertellen van de geschiedenis van de middeleeuwen. Op basis van een gedegen studie van de bronnen en de beschikbare literatuur wilde Van Houtert deze, zijn favoriete, periode voor een groot publiek toegankelijk maken. Zijn gouden pennetje en zijn vertelkunst stelde hij in dienst van de wetenschap.
Onder de titel Middeleeuwers tussen hoop en vrees beschreef hij hoe onze vroege voorouders omgingen met hun angst voor hel en verdoemenis, rampen, ziektes en oorlogen en hoe zij hoopten op vrede en verlossing. In een volgend en eveneens zeer omvangrijk boek beschreef hij leven en vooral de daden van de ‘Stupor Mundi’ ofwel ‘hij die de wereld verbaasd doet staan’, de grote Duitse keizer en koning van Sicilië, Frederik II (1194-1250). Zijn derde en vierde boek behandelden de liefde in de middeleeuwen. In het eerste deel liet hij zien hoe de katholieke kerk meekeek in het slaapvertrek en in het volgende hoe de hoofse minnezangers ‘de dans leidden’.
Macht
Nog net voor Van Houterts overlijden bracht zijn vaste uitgever IJzer een vijfde boek uit. De titel is Onder God en boven de mensen. De keizers van het Heilige Roomse Rijk en het boek telt opnieuw een kleine vijfhonderd pagina’s. Het verhaal begint bij de Romeinse Keizer Constantijn de Grote en eindigt bij Van Houterts favoriet Frederik II uit het huis Hohenstaufen. Onderweg stopt het verhaal bij Karel de Grote en zijn opvolgers met onderwerpen als Hendrik de Vogelaar, die minder goed ingevoerden wellicht alleen kennen uit Wagners opera Lohengrin, de tocht van Hendrik IV naar Canossa, de Kruistochten en de eeuwigdurende strijd tussen paus en keizer om de macht.
Als steeds is van Houtert de ideale geschiedenisleraar. Zijn schilderingen zijn zo levendig dat de lezer de vele vorsten, graven, hertogen en prelaten ongeveer voor zich ziet. Verdrinken ze in een ijskoude rivier, worden ze gevild of juist met alle luister en pracht binnengehaald, bekonkelen ze hoe hun tegenstrever de loef af te steken of onderwerpen ze zich ogenschijnlijk als boeteling aan de Heilige Vader, het is voor de lezer of hij een film voor zich ziet. Met massa-scènes, achterkamertjes-gefluister en bloedstollende gevechten. En als een goede docent steekt hij zijn eigen mening niet onder stoelen of banken. In terzijdes levert hij commentaar.
Een lange paragraaf over Karel de Grotes overwinning op de weerspannige Avaren en de daarop volgende kerstening van hun legerleider Tudum sluit bijvoorbeeld af met de ietwat vileine opmerking dat deze doop Karel de gelegenheid bood ‘weer in zijn favoriete rol te kruipen van Peetoom’. Even verderop concludeert hij dat als Karel nog eens voor de rechter gebracht zou kunnen worden de wijze waarop hij rebellie de kop indrukte als misdaad tegen de menselijkheid aangemerkt zou kunnen worden. Een vergelijkbaar anachronistisch commentaar permitteert hij zich wanneer hij concludeert dat de vervolgingen van de ketterse Katharen en Waldenzen in gang gezet door Paus Innocentius III nu als een vorm van genocide gezien zouden worden.
Mythe
Dit betekent geenszins dat andere opvattingen onder het tapijt geveegd worden. Uitvoerig en trouwhartig geeft Van Houtert theorieën weer die claimen dat bijvoorbeeld Karel de Grote nooit bestaan heeft en dat daarom onze fixatie op het Europese Charlemagne-gevoel in wezen niets anders is dan terugkeer naar een mythe. Of dat het Romeinse Aquisgranum, of zoals Van Houtert het op zijn Italiaans noemt Aquisgrana, helemaal niet het Duitse Aken is, maar een plaats in Midden-Italië. Daarmee zou Karel de Grote niet zozeer de grondlegger zijn geweest van een uitgestrekt Europees rijk, maar een machtige lokale, Italiaanse vorst.
Het zou de twaalfde-eeuwse keizer van het Heilige Roomse Rijk Frederik Barbarossa geweest zijn die vanwege onlusten elders zijn toevlucht zocht in het welvarende en goed gelegen Aken en die om zijn falsificatie van het verleden kracht bij te zetten de stoffelijke resten van zijn grote voorganger uit Italië mee naar het noorden sleepte. Van Houtert beëindigt deze uiteenzetting met de tongue-in-cheek opmerking dat deze alternatieve theorieën geen aardverschuiving teweeg hebben gebracht in de mediëvistiek.
Overkoepelend
Van Houterts nieuwe boek is van eenzelfde kwaliteit als zijn vier eerdere veelomvattende historische studies. Hij heeft grip op de materie, kan die helder en vooral beeldend weergeven en weet de lezer te boeien. Het verschil met zijn eerdere werk is dat hij nu niet thematisch te werk kon gaan. Anders dan in zijn liefde- of rampenboeken is er geen alles overkoepelend idee. Hij moet van vorst tot vorst gaan, het verhaal vertellen van opvolger tot koningsmoord en van Rijksdag tot concilie.
Dit betekent dat de lezer een eindeloze reeks Karels, Hendrikken, Lodewijken, Rudolfs, Koenraads, Richards en Otto’s uit elkaar moet zien te houden, hetgeen zonder potlood en papier bijna niet lukt. Anders dan zijn eerde studies is dit vijfde boek een voorbeeld van klassieke geschiedschrijving, over vorsten, strijders en prelaten, over veldtochten, krijgsverrichtingen en nederlagen. Veldslag op veldslag, moord op moord en victorie na victorie. Dat kan gezien het onderwerp van dit boek nauwelijks anders, maar het doet wel verlangen naar een studie waarin de zwoegende, steeds opnieuw van zijn schaarse middelen beroofde plattelander en diens bij voortduring verkrachte of op zijn minst belaagde vrouw en dochters centraal staan. Helaas is het Cas van Houtert niet meer gegeven dit desideratum te vervullen.
Cas van Houtert, Onder God en boven de mensen. De keizers van het Heilige Roomse Rijk. Utrecht: Uitgeverij IJzer 2022, 448 pp., ISBN 978-90-8684-253-7, pb., € 29,95.
Lees ook op Brabant Cultureel over de boeken van Cas van Houtert:
Hoe dichters leerden minnen, verhaald door Cas van Houtert
Cas van Houtert schrijft meeslepend over liefde en seks in de middeleeuwen
Cas van Houtert schreef een mooi boek over de vergeten keizer Frederik II
© Brabant Cultureel 2022