column door JACE van de Ven
Er zijn mensen die het liefst een museum binnengaan zonder gids. Ze vinden dat een expliquateur hun kijk op de zaken die ze gaan zien teveel beïnvloedt. Ik kan me daar iets bij voorstellen, maar heb dat zelf niet, omdat ik erachter ben gekomen dat ik in staat ben om langs belangrijke zaken heen te kijken als niet iemand me erop wijst. Mede daarom ben ik altijd een groot fan geweest van de kunstpraatjes van Pierre Janssen en later Henk van Os. Het leek er vaak op dat mijn eigen kijkvermogen door de opstapjes die ze mij aanreikten, in gang werd gezet.
Hoewel kunstredacteur bij het Brabants Dagblad met de disciplines theater, literatuur en oude culturen, kon het soms niet anders dan dat ik ook tentoonstellingen van beeldende kunst besprak. Het viel me daarbij op dat je beter gaat kijken als je mensen die er niet geweest zijn moet uitleggen wat er ergens te zien is. Sterker nog, ik heb weleens complimenten ontvangen over mijn recensies van exposities, terwijl ik geen begenadigd kijker ben. “Dat jij dat allemaal ziet”, zei eens iemand tegen me in positieve zin. Ik glunderde en antwoordde: “Omdat ik erover moest schrijven, werd ik gedwongen om goed te kijken.”
Vaak kijken we – ik in elk geval – niet goed. Te vluchtig, te automatisch en zonder ons af te vragen wat de maker van wat we zien nou eigenlijk wilde verbeelden. En als we ons dat afvragen, dringen zich vanzelf alternatieven op over hoe de verbeelding ook gestalte had kunnen krijgen.
“Omdat ik erover moest schrijven, werd ik gedwongen om goed te kijken.”
Dit alles overdacht ik de laatste weken toen er in mijn vriendenkring een discussie was ontstaan over boekomslagen. Aanleiding was de op stapel staande uitgave van de romancyclus Het Wolfsbit van Jasper Mikkers. Die cyclus gaat zeven delen tellen die de komende jaren gaan verschijnen, in totaal 2800 pagina’s. Hij bevat vier door de schrijver zelf bewerkte eerdere boeken en drie nieuwe romans. Samen beslaan ze een tijdspanne van een eeuw.
Mikkers stuurde een aantal van zijn vrienden de omslagen van de zeven boeken en vroeg wat zij ervan vonden. De omslagen zijn gemaakt door Perry Pierik, directeur van Uitgeverij Aspekt die de boeken op de markt gaat brengen. Hij noemt zijn ontwerpen zelf zinnebeeldend, modern en catchy. “Het is heel eigentijds en in die zin verfrissend denk ik”, schrijft hij.
Nou, dat vonden verschillende mensen die om een oordeel gevraagd waren niet. Zelfs als we het houden bij de omslag van alleen het eerste boek, De kleine jongen en de rivier, is er kritiek te over. Enkele reacties: “De jongen van het boek moet je niet op de omslag zetten. Ik zou ook niet kiezen voor een tekening. (,,,) De omslag zou sferisch moeten zijn, landschappelijk. Geen Pinokkio”, of “De relatie omslag / inhoud ontbreekt” en “De sfeer van jouw boeken ademt niet de sfeer van de urban culture waarmee ik de afbeeldingen associeer. Een provincieplaatsje in de jaren zestig verbind ik niet met graffiti. De street art van de omslagen vind ik toch meer iets van New York of Amsterdam.” En in het verlengde daarvan: “Ik mis de warmte, de liefde, de natuur, de geschiedenis, Brabant.”
Dat laatste, al loop ik daardoor de kans een provinciaal genoemd te worden, spreekt mij wel aan. In het eerste boek van de cyclus vertelt Mikkers, in 1948 geboren in Oerle bij Veldhoven, over zijn lagere school tijd. Het verhaal heeft, misschien ongewild, een idyllische sfeer waar geen graffiti bij passen. Dat komt later pas, als hij het in het derde boek gaat hebben over de studentenbezettingen in 1969 in Tilburg.
Sommige vrienden trekken dan ook flink van leer in hun kritiek. Ik voel wel wat voor hun mening. Uiteraard, denk ik, een omslag moet evocatief zijn, maar wel een vlag die de lading dekt. Een van de kritikasters zegt het mooi als hij schrijft dat de realiteit in De kleine jongen en de rivier op zo “lyrische wijze” wordt verbeeld, dat “laten we zeggen, eenvoudig stromend water op de omslag al voldoende zou kunnen zijn”. Ja, denk ik, dat vind ik ook, maar had ik dat ook gevonden als een ander me daar niet op had gewezen. Ik let normaliter nooit zo op omslagen. Denk ik.
“Ik let normaliter nooit zo op omslagen.
Denk ik.”
Denk ik, want het kan ook zo zijn dat de uitgever, zoals één van de vrienden suggereert met opzet prikkelende omslagen wil, omdat die meer in het oog zouden springen. Zou kunnen zijn, misschien liggen de boekwinkels er vol van en heb ik om die reden wel eens een boek gekocht zonder het te beseffen.
Tot slot: iemand van de commentaargevers lanceerde het idee om via het Makers Fonds geld aan te vragen om een goede, professionele vormgever in te huren. Die zou bijvoorbeeld een abstracte illustratie kunnen maken van een wolfsbit – dat is een stevig metalen bit voor paarden die zich lastig laten sturen. Dat bit zou dan in verschillende kleuren terug kunnen komen op de afzonderlijke delen van de cyclus. Kan ook natuurlijk, maar dat vind ik dan weer een beetje een veilige oplossing die in mijn ogen niet veel toevoegt.
Hoe het ook zij: De boeken uit de serie Het Wolfsbit van Jasper Mikkers verschijnen de komende paar jaar bij Uitgeverij Aspekt. De achtereenvolgende delen heten: De kleine jongen en de rivier, Het einde van de eeuwigheid, De Karl Marx Universiteit, Jonge beloften, De klimmer, De late Goya en De terugkeer. De omslagen van de boeken zullen er uit zien als door Perry Pierik voorgesteld. Ondanks de kritiek van veel vrienden koos schrijver Jasper Mikkers voor diens ontwerpen: “Het Wolfsbit gaat over vrijheid en manieren om met vrijheid om te gaan, die te bevechten of op te geven, zich los te rukken of zich te plooien. Daar horen onorthodoxe, anarchistische omslagen bij.”
Zijn mening. Mogelijk had ik, stond ik in zijn schoenen, me meer van de kritiek aangetrokken. Net als soms in musea door gidsen ben ik in deze discussie op weg geholpen om te kijken. Dit keer door vrienden. Ongelofelijk dat ik tot nu toe zo weinig op de omslagen van boeken gelet heb. Niks mis mee om dat wel te doen, Ik ben ervan overtuigd dat ik in het vervolg meer ga letten op hoe een boek zich op de kaft presenteert: naar buiten spreekt wat in u steekt.
© Brabant Cultureel 2022
Lees ook op Brabant Cultureel:
De gestolen revolutie van 1969
Poëzie over het leven in een paradijs onder de regenwolken
Kunst is machtiger dan een leger tractoren