door JACE van de Ven
Grote woorden in de titel van deze column, want Frederike (24) gaat in haar eentje de poëzie niet redden en wie ben ik met mijn geringe kennis over het onderwerp om me uit te spreken over de toekomst van de dichtkunst en of de poëzie wel redders nodig heeft?
Aanleiding voor mijn ongerustheid is misschien de opstelling van mensen die denken dat het een pre is om alle eigentijdse cultuuruitingen te verstaan. Matthijs van Nieuwkerk is er zo één en ook onze Tilburgse wethouder van cultuur, Marcelle Hendrickx. Zij roepen bijvoorbeeld onmiddellijk ‘oeh’ en ‘ah’ en ‘wat goed!’ zo gauw er een rapper of een spoken-word-artiest een riedeltje afwerkt. Ik wantrouw dergelijke adhesie. Hij is als die van vaders en moeders die denken hun kinderen te plezieren als zij op hun muziek ritmisch gaan staan te meebewegen tussen de rest van de jeugd, terwijl hun kroost wijselijk de andere kant op kijkt.
Niks tegen rap of spoken-word overigens, deze kunstvormen komen voort uit absolute noodzakelijkheid en er worden vaak maatschappelijke oneffenheden in aangekaart die in de literatuur niet onbesproken kunnen blijven, maar op een enkeling na zijn de schrijvers en tekstzeggers ervan maniëristen die op voorspelbare wijze grootheden uit dat genre na-apen. Ga hun teksten nooit lezen, want je struikelt over de clichés, de rijmdwang en het moralisme. Daarbij stoor ik mij als ouwe lul van tweeënzeventig – en dus qua genoten onderwijs van vóór de Mammoetwet – bij het lezen van spoken-word en rapteksten aan het feit dat er in veel gevallen tegen zowat alle regels van de Nederlandse grammatica gezondigd wordt. En het dodelijkst in mijn ogen is dat wat er gezegd wordt, vaak zo algemeen gesteld is dat het geen individuen vertegenwoordigt maar groepen.
In veel gevallen wordt zowat tegen alle regels van de grammatica gezondigd
Let wel, dit alles is niet meer dan mijn persoonlijke gelijk, ik geef mijn mening graag voor een andere. Misschien ben ik teveel opgevoed met het idee dat een literator iemand is die weliswaar niet buiten de maatschappij staat, maar die de maatschappij wel als eenling en vanuit een heel eigen positie bekijkt, iemand die zich verbaast en verwondert om wat de dingen lijken te zijn en hoe de menselijke handelingen zich voltrekken. De rest is popmuziek, rap of spoken-word.
Dit alles bedacht ik toen ik enkele nummers van de/het seizoenszine van Frederike Luijten in handen kreeg. Waarschijnlijk vindt zij het helemaal niet fijn om door mij tegenover rap- en spoken-word-artiesten gesteld te worden, want de poëzie en die genres kunnen heel goed naast elkaar bestaan, het ene in de literaire wereld, het andere in de popcultuur. Dus deze discussie laten we even achter ons en we gaan verder met, zoals Frederik het zelf zegt, ‘de zine’. Mij lijkt ‘het’ in plaats van ‘de’ juister – per slot van rekening verwijst het woord naar hét magazine – maar het onzijdige zelfstandige naamwoord en alle woorden die daarmee samenhangen verdwijnen nu eenmaal snel uit onze taal.
Even tussendoor voor ouwe lullen als ik: wat is een zine? Een zine is een zelfuitgegeven minitijdschrift zonder winstoogmerk en meestal verspreid in kleine oplages of alleen online te lezen. Het is een middel van jongeren om te wereld te becommentariëren of te bezingen. De Seizoenszine van de Brabantse Frederike Luijten is een literaire zine vol met teksten, foto’s en illustraties van jonge makers. Sinds enkele jaren verschijnt er elk seizoen eentje, nadat via een oproep op social media weer teksten verzameld zijn die door Frederike zelf en haar mederedacteur Tessa van Rooijen gewikt en gewogen worden alvorens ze eventueel in de volgende zine geplaatst worden.
Frederike begon haar zine tijdens haar studie Creative Writing aan de hogeschool ArtEZ in Arnhem. Het maken van een tijdschrift is een onderdeel van die opleiding. Daarom maakte Frederike er een met als thema herfst, haar favoriete seizoen. Voor kopij benaderde zij medestudenten en andere jonge dichters. Herfst werd met liefde ontvangen. En wat gebeurde daarna? Een paar maanden later begonnen mensen die aan de zine meegewerkt hadden en anderen spontaan teksten in te sturen voor een winterzine. Waarom niet, dacht Frederike. En zo kwamen er zines met de titels Winter, Lente en Zomer. En het jaar daarop weer. De Seizoenszine eiste bestaansrecht op en bleef bestaan, ook nadat Frederike in 2020 afstudeerde aan ArtEZ. Dat deed ze met Kind zonder uitknop, een experimentele en ritmische bundel over ADHD. Inmiddels is zij aan ArtEZ verbonden in de studieleiding bij Creative Writing, organiseert ze evenementen, is ze actief in het schrijverscollectief Wildgewelf en werkt zij aan een prozaboek.
Via een publicatie van het schrijverscollectief van Frederike kwam ik in aanraking met het online platform Hard//hoofd (hardhoofd.com) waar literaire talenten de ruimte krijgen zich te ontwikkelen. Een kijkje op hun site bleek een aangename kennismaking. Het in collectief werken heeft zo zijn voordelen voor jonge schrijvers. Positieve feedback van collega’s brengt je waarschijnlijk verder dan eenzaam zwoegen op een zolderkamer. En evenals De Seizoenszine van Frederike Luijten hanteert Hard//hoofd een ondergrens. Ze plempen niet zomaar alles wat ze in handen krijgen online.
Natuurlijk is niet iedereen die in de zine van Frederike publiceert een uniek talent, maar anders dan bij rap of spoken-word heeft wel iedereen een eigen stem die op zoek is naar uniciteit, naar een manier om taal te gebruiken om een verhaal te vertellen dat eigen is aan de persoon en toch universeel. Dat gebeurt in de sfeer van de seizoenen, maar die zijn niet meer dan achtergrond.
Ik werd deze week vrolijk van het lezen in de seizoenszines van Frederike Luijten en van de content op Hard//hoofd. De rivier van de poëzie blijkt in alle tijden verder te stromen. Soms kent zij stroomversnellingen of vertakkingen die zij nauwelijks lijkt te overleven, maar dan hervindt zij zich weer, laat rages en modes achter zich en verkent het mysterieuze gebied waar wetenschap en religie niets over kunnen zeggen opnieuw, op eigentijdse wijze.
Zomaar een voorbeeld, Verdrietig gedicht van Femke Zwiep uit de laatste Winterzine die Frederike Luijten uitbracht, een van de teksten uit de afgelopen zines die lezing en herlezing verdienen, omdat zij zich niet zomaar prijsgeeft:
De poëzie en de zines stromen verder. De zomereditie van De Seizoenszine 2022 wordt gepresenteerd in een programma met interviews, een expositie van foto’s en tekeningen uit het nummer en voordrachten van degenen die erin publiceren. Dat gebeurt op donderdag 7 juli 2022 in de tuin en de Kraakkelder van De NWE Vorst aan de Willem II straat in Tilburg. Het programma duurt van 20:00 tot 23:00 uur en de toegangsprijs bedraagt zes euro, inclusief Zomerzine. Wie verder op de hoogte wil blijven, zoekt via instagram naar @seizoenszine.
© Brabant Cultureel 2022