Peter Dictus verrast opnieuw met ontroerend stuk over het onheil van Moederheil

Moederheil of moederhel, de voormalige Bredase kraamkliniek was recent vaker in het nieuws. Vrouwen, meisjes vaak, ongewenst zwanger, werden hier gedwongen hun baby af te staan. De nieuwste locatievoorstelling Moederskind van Bureau Pees brengt het leed treffend in beeld. Reden voor een recensie en een interview met schrijver Peter Dictus.

door René van der Velden – Foto’s Rob ten Broek

Het is een zondagavond in mei. We zitten met enkele tientallen mensen op een tribune in het plantsoen op de hoek van de Fatimastraat en de Valkenierslaan in Breda. De tuin is alles wat er over is van Moederheil, later Valkenhorst. Het gebouw heeft plaatsgemaakt voor moderne appartementen. Deze groene oase is in het gewone leven een klein parkje om de hond uit te laten. Nu wordt de rust er slechts opgeluisterd door tientallen vogels. Een man graaft een enorme kuil. Uit die kuil komen een rompertje, een laken, een kinderstoeltje tevoorschijn. En een mens. Waarna vier Moederheilslachtoffers hun verhaal vertellen.

“Kijk, hier, dit is de plek ongeveer. Mijn geboortegrond.”
“Nu heb ik zelf een zoon, die hebben ze er na tweeënveertig weken uit moeten hakken, omdat ik hem wilde vasthouden.”
“Op het werk, in het café, is aan mij niets te zien maar het zit er wel, een leeg gat.”
“Iemand of iets heeft mij ongevraagd verplaatst.”

We horen fragmenten van ongeschreven brieven van een afstandsmoeder aan haar kind. Moederheil, het afvoerputje van de maatschappij. En de afstandskinderen graven verder… De ontroerende voorstelling eindigt als een monument voor alle in Moederheil geboren en afgestane kinderen. “Dat wij niet onopgemerkt zijn gebleven.”

De oorverdovende stilte wordt slechts overstemd door de vogels. 
Moederskind, van regisseur Anouk van den Berg, met geweldige prestaties van acteur Jasper Koopmans en drie danseressen van het Bredase gezelschap Dansnest, is een indrukwekkende, prachtige productie. Nog te zien op 3, 4 en 5 juni en op 10, 11 en 12 juni.

Habitat

Peter Dictus (Zundert 1959) kennen we als voormalige collega bij het toenmalige dagblad De Stem. Later zagen we hem regelmatig in zijn natuurlijke habitat: bij een locatievoorstelling van Het Zunderts Toneel, als presentator van een debatavond in een kroeg in Zundert en als zanger van de cd Hier. Nooit, ik herhaal nooit, viel het tegen. Hij is een talentvol theaterdier dat zich helemaal thuis voelt bij zo’n locatievoorstelling als Moederskind in het plantsoen. Gedreven vertelt hij over zijn projecten.

Peter Dictus bij de locatievoorstelling Moederskind in Breda.
‘De muur’ > scène uit Moederskind

Sinds een paar jaar runt hij het in Breda gevestigde productiehuis Bureau Pees. ‘Als je weet wat er speelt, weet je ook wat er gespeeld moet worden’, luidt het motto van deze vernieuwende theatermakers. Dat leidde tot nu toe tot theaterprojecten over actuele landbouw, intersekse en binnenkort klimaatverandering. En nu dus Moederskind, over het onheil van Moederheil.

Jouw cv blijft maar groeien. Heb je met Bureau Pees je bestemming gevonden?
“Mijn bestemming? Geen idee. Ik heb vaak het gevoel gehad dat ik niet weet wat ik later wilde worden, later, als ik groot ben. En dat ik dat eigenlijk graag zo wil houden, dat gevoel het niet te weten. Maar ja, intussen is mijn later toch ook wat aan het afnemen en dan is Bureau Pees wel echt een zaak die ik nog geregeld wil hebben. Ik zou liefst zo snel mogelijk deze organisatie willen verstevigen en uitbouwen, zodat ik er zelf op tijd uit kan stappen. Een winkeltje voor jongere mensen die het goed vinden als ik straks ook af en toe een plannetje inbreng. Bestemming. Ik weet wel dat ik nu precies doe waar ik goed in ben en dat veel van de opgedane leerwinst en opvattingen nu samenkomen. En het werkt nog ook.”

Zijn er in de weg hiernaartoe omwegen die je achteraf liever had overgeslagen?
“Nee, absoluut niet. Elke werkkring heeft mij veel gebracht. Van de krant tot de schouwburg, Het Zuidelijk Toneel, Hollandia, Drieons. Ook Fontys, de Hogeschool voor de Kunsten. Al had ik daar misschien ietsje eerder moeten vertrekken. Voor mij was dat een giftige omgeving. Maar ik heb in veel verschillende keukens kunnen kijken en dat maakte mij tot een mannetje van de praktijk. Het heeft me gevormd. Mijn werkwijze, mijn opvattingen over theater, ze zijn ontstaan en gegroeid ín het werken.”

Peter Dictus

Mijn docenten raadden me aan om een theateropleiding te volgen, maar ik durfde niet

Heb je dingen gedaan waar je met afgrijzen aan terugdenkt? En de keerzijde daarvan: waar ben je het meest trots op?
“Ik heb nergens spijt van. Wel vraag ik me wel eens af waar ik terechtgekomen zou zijn als ik bepaalde afslagen wél had genomen. Of als ik een fatsoenlijke, kunstzinnige opvoeding of opleiding had genoten. Of het dan allemaal niet wat sneller of anders zou zijn gegaan. Ik studeerde bijvoorbeeld Nederlands en Maatschappijleer op de lerarenopleiding en kwam voor het eerst in aanraking met theaterlessen. Mijn docenten raadden me toen aan een theateropleiding te gaan doen, maar dat durfde ik simpelweg niet. Later ben ik ook afgehaakt als ‘aanstormend cabarettalent’, haha! Ik heb een jaar of acht min of meer professioneel cabaret gemaakt, echt in alle leuke theaters van Nederland gespeeld, maar ik was gewoon niet goed genoeg, vond ik. Dus ben ik daarmee gestopt. Terwijl je natuurlijk ook door kunt blijven gaan en zien of dat iets brengt. Maar, ik niet.”

De danseressen Charlotte Thijssen en Felicia Kuijper.
‘Lepeltjes’ > scène uit Moederskind

“Waar ik het meest trots op ben? Op sommige teksten, op sommige liedjes. Een van mijn nummers, ‘Cor’ wordt vaak gedraaid bij uitvaarten, dat vind ik echt fantastisch. Er heeft zelfs al eens iemand een tekstregel daaruit in een overlijdensadvertentie gezet. Nou, dan kun je mij opvegen. En nu ben ik ook blij met de werking van mijn ideeën en opvattingen. Ze blijken te deugen en te werken. Het meest trots ben ik op Irma en de jongens. Maar of dat dan mijn verdienste is. Da’s gewoon geluk hebben.”

In alles wat ik van jouw werk heb gezien, strijden twee aspecten om voorrang: engagement en liefde voor (West-)Brabant. Te beginnen met het eerste: waar komt die idealistische betrokkenheid vandaan?
“Geëngageerd ben ik volgens mij al heel lang. Ik weet eigenlijk niet anders. Ik kom uit een kruideniersgezin, recht tegenover de kerk. Bij ons thuis stonden het dressoir, de toonbank en het altaar tegen elkaar aan. Een van de dingen die je dan meekrijgt, is dat je je gedeisd moet houden, dat je je moet aanpassen aan het gemiddelde. Voor het oog van klanten en kerkvolk. Maar om de een of andere reden heeft dat bij mij niet goed gepakt. Ik vind juist dat je er iets aan moet doen als iets je niet bevalt. Actie. Vooral tijdens de studie maatschappijleer is dat aangewakkerd. Ik kreeg les van ouwe hippies, bijzonder activistische types. Ook verschillende van mijn vrienden behoren tot die categorie.”

De zin van het leven zit ‘m juist in het bieden van weerstand

“Ik heb een tamelijk anti-autoritaire inslag. Mensen moeten mij niet vertellen wat ik moet doen. Daar kan ik echt heel slecht tegen. En ik kan evenmin tegen apathie. ‘Dat houd je toch niet tegen,’ afschuwelijk. De zin van het leven zit ‘m juist in het bieden van weerstand. Tegenstribbelen zolang je kunt. Al is de uitkomst nog zo hetzelfde. Er schuilt ook een moralist in mij. Al kan ik er zelf dus absoluut niet tegen, is er weinig dat me ervan weerhoudt om anderen duidelijk te maken hoe het zit. Gelukkig is theater dan een geaccepteerd en gelegitimeerd middel.”

Wilco Vermuë in Moederskind
Voorproeve van Moederskind op locatie in Breda, september 2021.

En waar komt jouw liefde voor (West-)Brabant vandaan?
“Ik kom hier vandaan, da’s alles. Ik denk niet dat mijn identiteit bepaald wordt door een stippellijn op een landkaart, maar je wordt natuurlijk als vanzelf wel beïnvloed door de omgeving waarin je geboren en getogen bent. En dat is hier. In Moederskind speelt dat natuurlijk een enorme rol, weten waar je vandaan komt, waar je wortels liggen. Ik had mij van tevoren nooit zo verdiept in adoptie, maar nu ik er weet van heb, zeker in combinatie met het gedwongen afstand doen van je kind, wijs ik het bijna volledig af. Het is een raar idee dat berust op superioriteit en arrogantie. En dat in de praktijk meestal leidt tot groot menselijk verdriet en trauma’s.”

“Het is een thema dat ik in veel van mijn voorstellingen herken, en ook in een enkel liedje: het verschil tussen mensen die blijven waar ze geboren zijn en mensen die daar juist vandaag gaan. De reizigers in de wereld, die inferieur lijken tegenover de zittenblijvers. Terwijl juist zij – door hun beweging – voor progressie zorgen. Laatst hoorde ik Henny Vrienten in een prachtig lied zingen: ‘Als je weet waar je vandaan komt, kun je overal naar toe.’ Ik heb het meteen op de achterkant van het programmaboekje van Moederskind geplakt. Zo ontzettend waar.”

Waarom zijn jouw projecten altijd zo kleinschalig? ‘Moederskind’ bijvoorbeeld is weg na 12 juni, maar verdient een veel groter publiek!
“Theater zoals wij dat met Pees maken, is niet altijd ‘music for the millions’, nee. Prima. Maar we bereiken door die kleinschaligheid vaak wel een enorme intimiteit die de zeggingskracht flink versterkt. Als je met twintig man in de melkput van een boer naar zijn verhaal zit te luisteren, is er geen ontkomen aan en daar doen we dat dan voor. En deels heeft het met geld te maken. Als je over meer middelen beschikt, ben je beter uitgerust om je publiek te vergroten. Tegelijkertijd doen we dat toch, bijvoorbeeld door voorstellingen te verduurzamen in een podcast.”

Reusel, repetitiefoto > Iets met Boeren

Kun je al iets zeggen over je volgende plannen?
“Momenteel toeren we nog door Nederland met X Y WE, de theatercampagne van Marleen Hendrickx over intersekse personen. Er staat een vijfdelige reprise van Iets met Boeren op het programma, een voortzetting van WEI van Isabel Schoonbeek, een multidisciplinair project voor CrossArts in Breda, geïnspireerd op de film Soylent Green, een voorstelling over energietransitie, de jubileumvoorstelling van Het Zunderts Toneel. En ik ben bezig met een soort theatrale zoektocht naar het geheim van mijn Tante Riet in Chili (Wie is Laura?). Oh ja, en ik wil eindelijk dat tweede album nog eens opnemen.”

Peter Dictus

Peter Dictus (Zundert 1959) is theatermaker en producent. Hij werkt ruim vijfendertig jaar in de theatersector, onder meer voor Schouwburg De Kring, Het Zuidelijk Toneel met Ivo van Hove, en ZT Hollandia met Johan Simons. Daarna was hij tien jaar lang zakelijk en artistiek leider bij het multidisciplinair gezelschap Drieons (met onder andere Ives Thuwis en Jacq Palinckx) en vijf jaar studieleider van de Academie voor Theater (Fontys Hogeschool voor de Kunsten). In 2016 ontving hij de Brabant Bokaal, een onderscheiding van het Prins Bernhard Cultuurfonds Noord-Brabant, onder meer voor zijn werk als schrijver en producent van diverse theaterproducties.

Sinds 2018 bouwt hij aan Bureau Pees, een productiehuis voor artistiek avontuurlijk, lokaal geworteld theater, gebaseerd op een aantal karakteristieke uitgangspunten over toegepaste kunst en cultuur. Podiumkunst in direct verband met de biotoop van het publiek, vaak met de lokale uitvoerder als fysieke koppeling. Stichting Bureau Pees is gevestigd in Breda en wordt in 2021-2024 ondersteund door de gemeente Breda en de Provincie Noord-Brabant.

 www.bureaupees.nl

Lees ook op Brabant Cultureel:
De pijnlijke adoptiegeschiedenis van ongehuwde moeders in Moederheil

© Brabant Cultureel 2022

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *