Column door JACE van de Ven
Als je bij binnenkomst de deur van de galerie achter je sluit, zie je het meteen hangen, het wandtapijt Threat, en je wordt er een beetje bang van. ‘Is de inval in Oekraïne begonnen?’, denk je even. Het wandkleed is geweven door de textielartisane Juliane Schreiber in samenwerking met het TextielLab van het Nederlands Textielmuseum en naar een ontwerp van en in overleg met de kunstenaar Jan Doms (1949). Een MIG-straaljager scheurt krijsend boven een landschap de wolken uiteen. Landschap en wolken lijken aaibaar, terwijl de MIG, duidelijk los van de achtergrond, gevaarlijk zwart is, geweven met een soort rubberdraad. De dreiging wordt nog vergroot doordat over het hele oppervlak van het tapijt, een raster van vierkantjes is aangegeven: het gaat hier om een precisiebombardement.
Jan Doms hoorde deze MIG’s echt. In Armenië waar hij sinds 2015 regelmatig samenwerkt met kunstenaars uit dat land, scheurden ze soms vlak boven zijn hoofd. Op oefening. “Als je later hoort dat er echt gebombardeerd is in een gebied waar vrienden van je wonen, dan denk je met schrik terug aan de keren dat je een MIG over zag komen.”
Twee columns geleden schreef ik over Jan Doms en over zijn constatering dat er de laatste decennia een doem is komen te liggen over het maken van kunst. ‘De nieuwe Nederlandse staatskunst’ noemde hij het verschijnsel dat managers van overheidsinstellingen tegenwoordig menen te kunnen bepalen wat een kunstenaar moet maken, wil hij voor subsidie in aanmerking komen. Uiteraard praatten we toen ook over zijn eigen kunst. Zonder een toezegging te doen om erover te schrijven, beloofde ik te komen kijken naar zijn expositie Stroboscope, die momenteel loopt.
Dat viel me niet tegen, behalve het genoemde wandtapijt Treat raakte mij de functionaliteit van vorm van twee wandsculpturen. Het eerste, Bomber, is een glazen vliegtuig als een insect tegen de muur en ontleent extra kracht aan de aanwezigheid van het werk Threat, maar is ouder. Het tweede, Twin House van verenbandstaal, combineert twee vormen van huizen op simpele, maar zo doeltreffende wijze dat door de combinatie een derde huis ontstaat. Het werk is ongetwijfeld geïnspireerd door de noodwoningen die Doms in’ Armenië zag en die daar al staan sinds de alles verwoestende aardbeving van 1988.
Dat Doms graag werkt met kunstenaars in Bulgarije, Polen of Armenië heeft beslist te maken met zijn interesse voor de Russische Avant-Garde en het daaruit voortvloeiende constructivisme. Hij vertelde dat hij als negentienjarige een verblijf van zes weken in het rumoerige Parijs van 1968 doorbracht. Zijn moeder had voor hem een treinkaartje gekocht zodat hij naar kunst kon gaan kijken. “Dat was haar ongetwijfeld ingefluisterd door Zuster Seveke, die aan de Sorbonne in Parijs had gestudeerd en op de kweekschool waar ik zat, kunstgeschiedenis doceerde”, denkt Doms zelf.
Tussen de rellen van de studentenopstand door speurde Doms naar plekken waar kunst gemaakt of getoond werd. Op een van die speurtochten kwam hij langs de etalage van een galerie waarin een kleine foto te zien was van een hoeksculptuur van Wladimir Tatlin (1914). Het ding leek te zweven. Zoiets had hij nog nooit gezien. Opgevoed met klassieke beelden uit de oudheid en middeleeuwen en voor wat betreft de moderne beeldhouwkunst vooral met Henri Moore realiseerde hij zich dat beeldhouwkunst ook anders kon. Dus wilde hij alles weten over de Russische Avant- Garde en het Constructivisme, hetgeen toen nog niet zo makkelijk was. Er waren in Nederland nauwelijks publicaties over voorhanden.
In Oost-Europa en de voormalige Sovjet-satellietstaten zit de Russische Avant-Garde bij wijze van spreken nog in de genen.
In 1976 studeerde hij af aan de kunstacademie met een serie dynamische sculpturen van verenbandstaal. Bewegende objecten waarmee je allerlei verschillende vormen kon maken. Die beweging leidde tot een samenwerking met de Israëlische danseres Rina Schenfeld, waarna Doms tijdens heel zijn carrière veel is blijven samenwerken met bewegingskunstenaars, sporters en musici om de dynamiek van zijn werk zichtbaar te maken.
Zijn sculpturen en de daarop gebaseerde performances werden getoond op stedelijke en landschappelijke locaties in binnen- en buitenland. Het werd steeds meer werk dat zich manifesteert op het snijvlak van de kunsten, architectuur en urbanisme. Doms studeerde na het verlaten van de academie cultuurwetenschappen met speciale belangstelling voor architectuur en stedenbouw.
Zo kwam hij in contact met de kunstenaars Mkrtich Tonoyan en Hrach Vardanyan die in Armenië zijn werk op het snijvlak van kunst en architectuur introduceerden bij het City Research Center Gyumri. Zij nodigden Doms uit om een onderzoeks- en ontwerplaboratorium te organiseren met kunst- en architectuurstudenten, gericht op de stedelijke ontwikkeling en vitalisering van Gyumri, waar de littekens van de grote aardbeving in 1988 nog steeds volop zichtbaar waren. Zijn werk in Gyumri met exposities en performances van hemzelf en van studenten en een vergelijkbaar project in het Poolse Łódź leidde uiteindelijk tot een overzichtstentoonstelling in het Armeense Centrum voor Hedendaagse Experimentele Kunst in Yerevan, weer begeleid met performances in samenwerking met Armeense kunstenaars. Op de expositie Stroboscope zijn daar videobeelden van te zien, alsook een reflectie op het werk van Doms door de Armeense hoogleraar filosofie David Mosinyan.
In Oost-Europa en de voormalige Sovjet-satellietstaten zit de Russische Avant-Garde bij wijze van spreken nog in de genen. Dat verklaart deels waarom het werk van Jan Doms daar zo gewaardeerd wordt. Maar het dynamische karakter ervan, het onconventionele – het streven naar nieuwe vormen en inhouden ter uitdrukking van en bijdrage aan een nieuwe op idealisme gestoelde maatschappij – en vooral ook het daarin vloeiend samengaan van kunstdisciplines, verbonden met de ruimtelijke omgeving, architectonisch en landschappelijk, heeft de kracht in zich om overal aan te spreken.
Leidt de politieke gespannen situatie, zoals het geval met Threat, ook nog eens tot een zo plotselinge herkenning, zodat je een straaljager bijna letterlijk door de galerie hoort scheuren, dan is duidelijk dat de Russische Avant-Garde en het Constructivisme ook vandaag de dag opnieuw bezield kunnen worden.
De expositie Stroboscope is t/m 20 maart te zien in Luycks Gallery, Nieuwlandstraat 31 in Tilburg, open op donderdag t/m zondag van 13 tot 17 uur.
Lees nog eens:
Column 21 januari 2022 > De nieuwe Nederlandse staatskunst volgens Jan Doms
© Brabant Cultureel 2022
Prima column. Mooi dat het werk van een bijzonder kunstenaar met internationale allure zo helder wordt neergezet. Columnist Jac. van de Ven is met een reeks sterke columns annex kunstartikelen bezig in Brabant Cultureel.
Ja, Jan maakt mooi en krachtig werk dat uitspraken doet maar vooral ook vragen opwerpt.