Verhalen in bundel ‘Proeftijd’ ontberen de ervaringen op de werkvloer

Bij literair productiehuis Tilt verscheen de verhalenbundel Proeftijd. Zeven jonge auteurs kregen daarin de kans hun literaire talent te etaleren. Hun opdracht was: loop een tijdje mee bij een innovatief bedrijf in Eindhoven en vertrouw je ervaring toe aan het papier. Het resultaat is lezenswaardig, maar de verhalen vertellen weinig over de werkvloer. 

door Emmanuel Naaijkens

Joost Zwagerman (1963-2015) was een uitgesproken aanhanger van het korte verhaal. Daarmee was hij een uitzondering in de literaire wereld, waar critici het verhaal vaak kenschetsen als een vingeroefening voor een roman. In Nederland en Vlaanderen wordt het korte verhaal veel minder gekoesterd en gewaardeerd dan in landen als de VS, Frankrijk, Groot-Brittannië en Rusland, schrijft Zwagerman in de inleiding van De Nederlandse en Vlaamse literatuur vanaf 1880 in 250 verhalen.

Deze bloemlezing of antologie stelde Zwagerman samen om te bewijzen dat het korte verhaal een volwaardig literair genre is en eigenlijk zelfs de roman naar de kroon steekt. Hij hoopte er met deze bundel van maar liefst zestienhonderd pagina’s toe bij te dragen dat ‘het verhaal van stiefkind transformeert tot oogappel’.

Hiaten

In zijn inleiding houdt Zwagerman het fenomeen verhaal uitvoerig tegen het licht en analyseert hij wat een verhaal anders maakt dan een roman. De verleiding is groot om uitvoerig te citeren uit die inleiding, want net als in zijn boeken over kunst, toont Zwagerman zich een schoolmeester in de goede zin van het woord: helder, bevlogen, deskundig en met verrassende inzichten. Twee aspecten licht ik eruit. ‘Het korte verhaal eist een actieve lezer die bereid is allerlei gegevens of vermoedens in te vullen die de schrijver opzettelijk en zo inventief mogelijk “blanco” heeft gelaten’, schrijft Zwagerman. Hiaten zijn onontkoombaar omdat het verhaal in een beperkt aantal woorden verteld moet worden. Korte verhalen hebben ook lang niet altijd een plot.

Vl.n.r. Anneke van Wolfswinkel, Eline van Wieren > foto Diewke van den Heuvel, Frederieke Luijten.

Wat de definitie van een kort verhaal is, kan Zwagerman niet precies zeggen. Hij citeert de Amerikaanse schrijver Ambrose Bierce, die het vooroordeel dat het korte verhaal een ingedikte roman is omkeerde: ‘De roman: een kort verhaal met heel veel opvulses.’

Voorwaarde

Het literair productiehuis Tilt leek het vorig jaar een goed idee om een verhalenbundel uit te geven om zo jong literair talent een platform te bieden waarop ze kunnen laten zien wat ze in hun mars hebben. Het resultaat is Proeftijd. Korte verhalen uit Eindhoven. De schrijvers kregen niet helemaal carte blanche. Een voorwaarde was namelijk dat zij een poosje zouden meelopen in een van de vele innovatieve bedrijven die Eindhoven rijk is, en hun ervaringen en waarnemingen literair zouden verwoorden in een kort verhaal.

Wat opvalt is dat het merendeel van de schrijvers heel losjes met die opdracht is omgegaan, in die zin dat het bewuste bedrijf soms niet meer dan een haakje is om een verhaal te vertellen. Er klinkt weinig tot niets door van wat de auteurs op de werkvloer hebben meegemaakt, wat ze heeft verbaasd, welke nieuwe inzichten ze hebben opgedaan die geleid hebben tot iets van een begin van een idee. Anders gezegd, deze verhalen zouden ook geschreven kunnen zijn zonder een tijdje in een innovatief bedrijf te hebben doorgebracht.

De verhalen

Anneke van Wolfswinkel (1980) opent de bundel met een columnachtige bijdrage Bij raad of onraad. Zij zet met de High Tech Campus als decor de voortdenderende technologie tegenover haar verbitterde ouders die ooit bij een grote reorganisatie na jarenlange trouwe dienst bij Philips werden afgedankt.

Sandro van der Leeuw (1990) mocht rondkijken op het gemeentehuis van Eindhoven en rekt in Seizoensgebonden de geboden ruimte maximaal op om een verhaal te vertellen over een ontmoeting tussen twee homoseksuele mannen. Hij doet dat rauw en beeldend in een confronterende, overtuigende stijl. Van deze auteur gaan we meer horen. In 2022 verschijnt zijn debuutroman bij de Arbeiderspers.

Eline van Wieren (1993) was te gast in het Muziekgebouw. Dat inspireerde haar tot het verhaal Alles is orkest waarin de ik-figuur een concert bijwoont. Haar gedachten voeren haar naar een verloren liefde, licht ironisch en met een ondertoon van tragiek verteld. De Geus gaat haar debuutroman uitgeven.

Sholeh Rezazadeh (1989), geboren en getogen in Iran en opgeleid als arts, won in 2019 de El Hizjra Literatuurprijs voor poëzie. Dat zij van de dichtkunst is zie je terug in haar verhaal De kleuren van de taal. De poëtische zinnen meanderen over de bladzijden. In een brief richt zij zich tot Vincent van Gogh en spreekt haar bewondering uit over zijn schitterende kleurenpalet en hoe hij het licht wist te vangen. Zijn schilderijen zijn in haar verhaal voor de ontwerpers bij ASML een inspirerend voorbeeld. Haar debuutroman De hemel is altijd paars is genomineerd voor de Libris Literatuurprijs 2022.

V.l.n.r. Sandro van der Leeuw > foto Diewke van den Heuvel, Onias Landveld > beeld YouTube, Sholeh Rezazadeh, Vere Verheecke.

Vere Verheecke (1999) mocht bij het Van Abbemuseum achter de schermen kijken, wat deze Vlaamse stof gaf voor het verhaal Dwarsligger. Het gaat over een jongen in een klein dorp die de innige band met zijn jeugdvriend verbreekt als hij gaat studeren om vervolgens als kunstenaar een internationale carrière op te bouwen. Een invoelend geschreven geschiedenis met een dramatische wending.

Onias Landveld (1985) wordt aangekondigd als ‘een kunstenaar met woorden’. Hij bracht als auteur zijn tijd door bij Philips en dat resulteerde in het verhaal 220 Volt. Hij neemt de lezer mee naar de negentiende eeuw, toen de broers Gerard en Anton de fundamenten legden voor het latere wereldconcern. Opvallend is dat Landveld deze geschiedenis als een traditioneel, realistisch verhaal heeft opgeschreven, wat je gezien zijn achtergrond – hij doet ook aan spoken word -niet zou verwachten.

Frederieke Luijten (1998) liep rond bij architectenbureau diederendirrix en dat inspireerde haar tot het verhaal Hoe* ik mijn hart achterliet [*waar]. Het is een fantastische vertelling waarin zij vanuit kantelende perspectieven naar gebouwen, naar de omgeving en naar haar leven kijkt.

Observaties

De zeven auteurs van deze bundel hebben allemaal een vaardige pen, de een wat meer dan de ander, en een eigen stijl. Enkele schrijvers, met name Sandro van der Leeuw en Vere Verheecke, maken je nieuwsgierig naar meer van hun werk. Maar hoe lezenswaardig de verhalen ook zijn, het is jammer dat de auteurs met ons geen observaties delen van wat zich achter de coulissen van innovatieve bedrijven afspeelt.

Die terughoudendheid is misschien wel ingegeven door wat de initiatiefnemers op de achterflap van de bundel schrijven. Ze beloven de lezer ‘geen gelikte “corperate stories”, maar echte literatuur!’ Daar valt wel wat op af te dingen en dat komt doordat de samenstellers kennelijk uitgingen van een positieve grondhouding van de auteurs. Gezien zinnen als: ‘Tilt slaat met Proeftijd een brug binnen het Brabantse landschap. Twee groeiende velden worden met elkaar verbonden’ en ‘Tilt zocht creatieve bedrijven en enthousiaste auteurs om samen aan het werk te gaan. Om elkaar beter te leren kennen. En om van elkaar te leren’. 

Oogmerk

Huh, is dat wat literatuur behelst? Het is toch geen vooropgezet doel van literatuur om mensen te verbinden, om dat lelijke modewoord te gebruiken. Literatuur draait om de autonomie van de schrijver die zelf bepaalt hoe en waarom hij, zij of hen (Vere Verheecke) de woorden op papier zet. Schrijvers stop je niet in een keurslijf, die geef je geen opdracht mee die een positieve uitkomst moet hebben. Een schrijver moet de vrijheid hebben om indien hij/zij/hen dat nodig vindt ‘de lezer een geweten te schoppen’, om Louis Paul Boon te parafraseren. Literatuur mag schuren, confronteren, aan het lachen maken, aan het denken zetten. Of zoals Joost Zwagerman schrijft, het moet werk zijn dat ‘de lezer bij de lurven pakt’. Een verhalenbundelals Proeftijd is zeker voor herhaling vatbaar, al was het maar om jonge auteurs een duwtje in de rug te geven. Maar alsjeblief wel graag zonder het oogmerk van PR. 

Anneke van Wolfswinkel, Sandro van der Leeuw, Eline van Wieren, Sholeh Rezazadeh, Vere Verheecke, Onias Landveld, Frederike van Luijten. Voorwoord door Henk van Straten, Proeftijd. Korte verhalen uit Eindhoven. Eindhoven: Lecturis 2021. Initiator Stichting Tilt, Tilburg. ISBN 978 94 6226 4311, pb., € 20,00.

https://tilt.nu

Schrijvers lezen hun verhalen voor

© Brabant Cultureel 2022

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *