Charles de Mooij (Bergen op Zoom 1957) vertrekt in juli 2022 als directeur-bestuurder van Het Noordbrabants Museum in ’s-Hertogenbosch. Hij heeft er dan een loopbaan van zesendertig jaar bij het museum opzitten. Op korte termijn wordt gestart met de werving van een nieuwe directeur.
Onder leiding van De Mooij groeide Het Noordbrabants Museum uit tot één van de drukst bezochte musea buiten de Randstad. Eén van de hoogtepunten was de tentoonstelling Jheronimus Bosch in 2016, die in twaalf weken meer dan 400.000 bezoekers uit eenentachtig landen trok.
Charles de Mooij over zijn afscheid in een persbericht: ‘Ik ben dankbaar dat ik zoveel jaren in dit prachtige museum heb mogen werken, samen met een fantastisch team van gedreven collega’s en met de niet-aflatende steun van onze subsidiënten en partners. Het museum is financieel gezond, er zijn tot de verbeelding sprekende tentoonstellingen in voorbereiding en er liggen ambitieuze nieuwe plannen. Een mooie uitgangspositie voor de toekomst.’
Historie
De Mooij trad in januari 1986 in dienst van Het Noordbrabants Museum, waar hij verantwoordelijk werd voor de historische afdeling en voor de organisatie van cultuurhistorische tentoonstellingen. In 1998 werd De Mooij benoemd tot hoofdconservator, in 2000 tot adjunct-directeur. In 2007 volgde hij Jan van Laarhoven op als directeur-bestuurder. In de jaren daarna was hij verantwoordelijk voor de verbouwing en uitbreiding van het museum en de fondsenwerving voor de bijbehorende inrichting.
Met de heropening in 2013 brak voor het museum een periode van groei aan. Gemiddeld trok het museum, voor de uitbraak van corona, 200.000 bezoekers per jaar. In 2020 bezochten als gevolg van beperkende overheidsmaatregelen 86.000 mensen het museum.
Als directeur was De Mooij onder meer verantwoordelijk voor de aankoop van vier Brabantse werken van Vincent van Gogh. Eind vorig jaar maakte het museum bekend dat de Vughtse zakenman Jos Koster zijn omvangrijke collectie kunst in langdurige bruikleen aan het museum geeft. (en)
Portretfoto > bymarjo
Coronamaatregelen raken musea hard
De gedwongen sluiting vanwege de coronapandemie heeft de Nederlandse musea in 2020 en 2021 keihard geraakt. In 2020 ontvingen musea 13,2 miljoen bezoekers; 60 procent minder dan het jaar ervoor, aldus de Vereniging van Nederlandse Musea. De landelijke cijfers over afgelopen jaar zijn nog niet bekend, maar er wordt rekening gehouden met opnieuw dramatische cijfers. In 2020 waren musea in totaal 19 weken gesloten, in 2021 maar liefst 24 weken.
Het Noordbrabants Museum noteerde in het eerste coronajaar 86.000 bezoekers, gerekend was op ongeveer 200.000 kunstliefhebbers. In 2021 lagen de bezoekscijfers een stuk hoger, laat een woordvoerder desgevraagd weten. Bijna 108.000 bezoekers kochten een ticket.
De lage bezoekersaantallen trekken ook een zware wissel op de exploitatie van het museum. In 2020 was het verlies ruim 2,3 miljoen euro. Om het gat te dichten moesten de reserves worden aangesproken. De steunmaatregelen van de overheid compenseerden een deel van het verlies aan inkomsten. De financiële cijfers over 2021 zijn nog niet bekend.