Op atelierbezoek bij Johanna Schweizer in Breda

Op uitnodiging van CBK Zeeland werkte Johanna Schweizer een week lang als artist-in-residence in Middelburg, waar haar werk tot eind augustus te zien was. Maar liever werkt ze thuis, in haar Bredase woonkamer. Haar woonkamer is haar atelier. Schweizer maakt beelden van het menselijk lichaam, van vrouwen, mannen en hermafrodieten. Bijzonder is dat ze dat met textiel doet. De techniek die ze toepast is haken. 

door Irma van Bommel

bc201604-irma_van_bommel-atelierbezoek_johanna_schweizer_N002704

Johanna Schweizer. Foto Piet den Blanken

Johanna Schweizer (Enschede 1946) volgde haar opleiding aan kunstacademie AKI in Enschede. Vervolgens ging ze naar St. Joost in Breda. In deze stad is ze blijven wonen. Op de academie specialiseerde ze zich in keramiek. Aanvankelijk werkte ze figuratief, maar in de loop der tijd ontwikkelde ze zich in abstracte richting, om later weer terug te keren naar figuratief. De beelden in haar achtertuin, onder andere in een glazen kas, herinneren aan deze periode. De beelden die buiten staan zijn wintervast. Ze zijn hoog genoeg gestookt, waardoor ze niet kapot kunnen vriezen. Hoewel ze nog steeds les geeft in keramiek, gebruikt ze dit medium niet meer voor haar eigen expressie. “Ik had het helemaal gehad in keramiek.” Ze stapte over op textiel. “Ik kan met textiel veel beter mijn verhaal vertellen.”

bc201604-irma_van_bommel-atelierbezoek_johanna_schweizer_N004828

Foto Piet den Blanken

Poppen
Al op zestienjarige leeftijd maakte ze poppen. De koppen van papier-maché, de kleren van textiel. Zo’n tien jaar geleden belandde ze met keramiek op een dood spoor. In een winkel zag ze een aapje van haakwerk. “Dat kan ik zelf beter,” dacht ze. Dat was het moment dat ze overstapte op haakwerk. Inmiddels hangt haar woning vol met poppen. Het zijn driedimensionale werken, maar wel transparant. Hoewel keramiek ook niet meer is dan “een schaal met leegte”, zocht ze het in haakwerk. Waarom haakwerk? “Omdat ik dat goed kan.” Vanuit maskers, koppen en kleine figuren ontstonden de bijna manshoge poppen. Vanwege de transparantie kiest ze ervoor deze niet te vullen. De poppen krijgen hun vorm door ze te verharden met lijm, waarvoor de poppen wel tijdelijk van een vulling worden voorzien. Tot nu toe staan de beelden op stokken in standaards. Ze worden ook vaak hangend tentoongesteld. Schweizer wil nog een manier vinden om de poppen zelfstandig te laten staan.

bc201604-irma_van_bommel-atelierbezoek_johanna_schweizer_N002753

Foto Piet den Blanken

Lingam
“Ik wil geen zoetsappige dingen maken. Op de academie wilde ik al pittiger dingen maken.” Opvallend zijn haar beelden van naakte vrouwen, maar vooral van naakte mannen en hermafrodieten. “Er rust een taboe op het mannelijk naakt, vooral op het uitbeelden van piemels. Meestal worden mannen verhuld verbeeld, maar ik vind dat het tonen van piemels in deze tijd moet kunnen. Ik doe dat om te stangen en niet, zoals mensen wel denken, omdat ik oversekst zou zijn of feministisch of zelfs uit penisnijd.”

Haar werk was te zien op spraakmakende exposities zoals Lingam in 2010 in het Catharijneconvent in Utrecht, een expositie over het eeuwenoude religieuze fallussymbool. “Het is vooral niet bedoeld als sekstentoonstelling, maar juist om de rol van vruchtbaarheid in religie te laten zien,” aldus toenmalig museumdirecteur Guus van den Hout in 2010. Ook was haar werk vorig jaar onder andere te zien in de expositie Female Orgasm in Beers bij Cuijk.

Techniek
Door te werken met verschillende kleuren en te haken in patronen, legt ze accenten. Losse draden zorgen voor een dramatisch effect, maar geven ook dynamiek. Ze verlevendigen de voorstelling, vergelijkbaar met losse lijnen in een stripverhaal, die zijn toegevoegd om vaart te geven. Ze werkt met katoenen, linnen en metalic garens. Alles haalt ze uit de kringloop. Toen ze in 2005 met haken begon, was er nog veel materiaal te krijgen, maar dat wordt nu minder.

“Voor het CBK in Middelburg komt er een installatie met vier benen. Een ego met een alterego, twee verweven figuren, die de vraag oproepen Wie ben jij? Het is het thema van het zomeratelier 2016. De verweven figuren en de hermafrodiet (man en vrouw in één lichaam) zijn vaste thema’s in haar oeuvre. Maar ook de identificatie met de plantenwereld heeft haar aandacht, waardoor ook de mandragora (een menselijk wezen geworteld in de aarde, bekend geworden door een van de Harry Potterfilms) een geliefd thema is.

bc201604-irma_van_bommel-atelierbezoek_johanna_schweizer_N002618

Haken met een opengeslagen anatomieboek. Foto Piet den Blanken

Anatomie
Talloze benen heeft ze gehaakt, aanvankelijk recht, maar in de loop der jaren hebben de benen meer vorm gekregen. Ze is zich steeds meer gaan verdiepen in anatomie. Benen haken doet ze nu met een anatomieboek opengeslagen. Met meerderen en minderen brengt ze vorm aan. Met kleurverschillen geeft ze accenten aan spieren, pezen en zelfs nagels. Dat anatomie haar belangstelling heeft, blijkt wel uit een stel verweven figuren, gepresenteerd als een Siamese tweeling, waarop ze de bloedsomloop heeft aangegeven. Naast mensfiguren maakt ze ook graag fabeldieren, geïnspireerd op Middeleeuwse mythologieën.

Toch vindt ze van het menselijk lichaam de kop het interessantst, vanwege de expressie die je erin kunt leggen. Talloze koppen maakte ze, met een grote variatie aan gemoedsuitdrukkingen, soms met duivelhoorntjes of geweien. De dierenkoppen die ze ook maakt, geeft ze iets menselijks. Andersom zou je ook kunnen zeggen dat ze het dierlijke in de mens benadrukt. De schedels verwijzen naar memento mori (gedenk te sterven).

bc201604-irma_van_bommel-atelierbezoek_johanna_schweizer_N002734

Foto Piet den Blanken

Kunstkameraden
Naast haar vrije werk vindt Schweizer het leuk om voor educatieve projecten gevraagd te worden. Zo maakte ze vorig jaar voor een expositie in Oss samen met een groep jongeren een rariteitenkabinet. Voor Kunstkameraden werkte ze samen met een achttienjarig meisje, een vluchtelinge uit Irak. Het meisje maakte tekeningen waaruit een persoonlijk verhaal sprak. De tekeningen vouwden ze tot een leporello, waarvoor Schweizer de omslag maakte: een haakwerk van granaatappelbomen.

Bijzonder is dat Schweizer met een tweedimensionale techniek driedimensionaal werk maakt en daarmee expressie weet uit te drukken. Bescheiden zegt ze: “Meerderen en minderen, dat is het hele eieren eten.”

Het werk van Johanna Schweizer is te zien in haar (vaste) galerie Brutto Gusto in Berlijn. www.bruttogusto.com

Groepsexpositie ‘Graskunst’ t/m 18 september 2016 in Museum IJsselstein.
www.museumijsselstein.nl

© Brabant Cultureel – augustus 2016

Bijschriften:

foto’s Piet den Blanken

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *