Suite Vollard vormt met honderd etsen een staalkaart van Picasso’s genie

In Het Noordbrabants Museum zijn tot en met 13 februari 2022 de honderd etsen te zien die Pablo Picasso maakte in opdracht van kunsthandelaar Ambroise Vollard. De tentoonstelling vormt een staalkaart van het artistiek genie dat Picasso was, ook op grafisch gebied. Eens te meer wordt duidelijk hoe onuitputtelijk zijn inspiratiebronnen waren, waaronder ook Vollard zelf en Rembrandt. Aan beiden wordt op deze fraai ingerichte expositie apart aandacht besteed.

door Pieter Siebers • zaalfoto’s expositie > Jan-Kees Steenman

Het Parijs van de vroege twintigste eeuw is van beslissende betekenis geweest voor Pablo Picasso, die de stad leerde kennen in 1900. Parijs was in dat jaar het toneel van een wereldtentoonstelling waar in het Spaanse paviljoen een werk van de dan negentienjarige Picasso werd geëxposeerd. In Spanje had de Catalaan al enige faam als schilder. Zijn enorme talent was al opgevallen toen hij op zijn dertiende was toegelaten tot de kunstacademie van Barcelona, waar hij de eerste twee jaar mocht overslaan.

Parijs > 1900, ingang wereldtentoonstelling aan de Place de la Concorde.

Rond de eeuwwisseling klonk ‘Parijs’ als een lokroep voor kunstenaars van heinde en verre. Ook de jonge Picasso reist meerdere malen op en neer tussen Barcelona en Parijs, waar hij de Spaanse kunsthandelaar Pere Manach ontmoet. Die bezorgt hem in mei 1901 een atelier boven zijn galerie aan de Boulevard de Clichy en geeft hem bovendien een maandgeld van 150 Franse francs (naar huidige maatstaven een kleine 900 euro).

Charmes van Parijs

Al in juni volgt, door bemiddeling van Manach, Picasso’s eerste tentoonstelling, bij de galerie van Ambroise Vollard (1866-1939). Deze toen al vermaarde kunsthandelaar was eveneens gevallen voor de charmes van Parijs, waar hij aan de Sorbonne rechten studeerde. Een baan in die hoek leek zijn voorland, zoon als hij was van een advocaat die kantoor hield in Saint-Denis, de hoofdstad van La Reunion, een Frans overzees departement in de Indische Oceaan, zo’n duizend kilometer ten oosten van Madagaskar.

Vollard maakte echter zijn studie niet af. Hij voorzag in zijn levensonderhoud door te handelen in prenten en tekeningen die hij kocht in de stalletjes aan de oevers aan de Seine. Hij werkte bij kunsthandelaren om rond 1890 zijn eigen galerie te openen. Hoewel hij later vooral solotentoonstellingen zou organiseren, opende hij zijn galerie met een groepstentoonstelling van prenten, gemaakt door contemporaine ‘peintres-graveurs’. Om zijn voorliefde voor de prentkunst te benadrukken liet hij een drukpers plaatsen waarmee kunstenaars konden werken.

Paul Cézanne. “Ambroise Vollard”, 1899. Beeld > Musée des Beaux-Arts de la Ville de Paris, Petit Palais/Wikipedia Commons

Drang

In 1905 exposeert Picasso, die zich dan definitief in Parijs heeft gevestigd, opnieuw bij Vollard die intussen een groter pand in de Rue Lafitte heeft betrokken. Dat levert enige verkopen op, en een bespreking in de pers waarin hij wordt getypeerd als een kunstenaar ‘met een onvermoeibare drang om alles te zien, alles uit te drukken. Hij zit niet vast aan een stijl, aan een genre. Hij heeft geen vaste methode.’

In 1906 koopt Vollard alles bij elkaar zestig schilderijen van Picasso, waarvoor hij 4500 Franse francs betaalt. Ook in de jaren daarna koopt hij verschillende werken van Picasso, met wie hij een vriendschappelijke relatie onderhoudt, maar die zijn werk vooral via de in 1907 geopende galerie Kahnweiler aanbiedt. In 1930 geeft Vollard aan Picasso de opdracht om een serie prenten te maken in ruil voor schilderijen van Cezanne en Renoir en mogelijk ook een voorschot. Voor Vollard is dit in zekere zin een experiment. Hij heeft een eerdere, vergelijkbare opdracht aan Gauguin zien uitlopen op een teleurstelling.

Pierre-Auguste Renoir, Portret van Ambroise Vollard, 1908 Beeld > The Yorck Project (2002) 10.000 Meisterwerke der Malerei /Wikimedia Commons

Picasso stelt hem niet teleur, al zal het zeven jaar duren voordat de Suite Vollard gereed is. Picasso gaat in 1933 daadwerkelijk aan de slag en de tentoonstelling in ’s-Hertogenbosch laat zien met welk een tempo en geestdrift dat gebeurde. Zowat elke dag ontstaat er een nieuw werk, met aanvankelijk onderwerpen als het eigen atelier of de mythe van Pygmalion, de kunstenaar die verliefd werd op zijn eigen, perfecte schepping. Picasso had grote interesse voor de klassieke oudheid en maakte in het begin van de jaren dertig ook prenten – in dezelfde tekenachtige stijl als in de Suite Vollard. Dat deed hij voor uitgaven van twee klassieke teksten: de Metamorfosen van Ovidius (1931) en Lysistrata van Aristophanes (1934).

Arsenaal

Picasso legt in zijn etsen dezelfde vaste hand en dezelfde krachtige, doorlopende lijnen aan de dag die ook zijn tekeningen en schilderijen kenmerken. Hij doolt moeiteloos door het arsenaal van historie en kunstgeschiedenis om datgene wat hem nabij is te vereeuwigen. In die zin is het onvermijdelijk dat het thema van Eros en Thanatos veelvuldig opduikt, betoverd als Picasso was door vrouwelijk schoon.

Zaalfoto’s van de expositie in het Noordbrabants Museum in ‘s-Hertogenbosch.

In de jaren dat hij aan de Suite Vollard werkt, is hij getrouwd met de Russische ballerina Olga Khokhlova, met wie hij een zoon had, maar tegelijkertijd had hij een langdurige affaire met Marie-Thérèse Walter die hij had leren kennen toen zij zeventien was en hij vijfenveertig. De soms problematische verhoudingen met vrouwen wordt vaak genoemd als een van de belangrijkste thema’s van de Suite Vollard. Arianna Stassinopoulos Huffington, die in 1988 een (niet onomstreden) biografie over Picasso schreef, noemde de jaren waarin de serie ontstond ‘een van de meest gekwelde periodes’ in zijn leven.

Dat mag waar zijn, maar het klassieke profiel en de trekken van Marie-Thérèse Walter duiken vooral op in de soms ontroerende prenten met een zachtmoedig, genereus en liefdevol karakter. Naarmate de jaren en de tentoonstelling vorderen, neemt daarentegen ook het aantal prenten toe die huiver oproepen, met scenes waar de minotaurus – waarmee Picasso zich vereenzelvigde – zich te buiten gaat. De etsen die hij maakte met de figuur die half mens, half paard is als onderwerp dateren van 1934 en 1935, de jaren waarin zijn huwelijk zo goed als gestrand is en waarin zijn maitresse bovendien zwanger blijkt.

Wanhoop

De wanhoop over die zelf veroorzaakte ellende lijkt het onderwerp op een van de etsen waar onder een sterrenhemel de grote, gespierde maar ook blinde minotaurus te zien is. Hij is echter ontdaan van zijn krachten en gedwongen zich te laten leiden door zijn maîtresse, voorzien van een witte duif waarvan de betekenis zich niet moeilijk raden laat. Het persoonlijk wel en wee van Picasso mag dan een grote rol spelen, anekdotisch zijn de werken op geen enkel moment. In hoofdzaak zijn het toch schilderachtige verkenningen van de mogelijkheden die de prentkunst biedt, een kunst die hij steeds beter onder de knie kreeg.

Het Noordbrabants Museum belicht ook Picasso’s bewondering voor het werk van Rembrandt

Het Noordbrabants Museum vestigt in die zin de aandacht op een ander aspect van Picasso, en wel diens bewondering voor het werk van Rembrandt. Met een fraaie en ingetogen presentatie worden drie etsen in samenhang getoond, waarvan het onderwerp en de uitvoering schatplichtig zijn aan Rembrandt. Net als de zeventiende-eeuwse meester verhield Picasso zich regelmatig tot werken van illustere voorgangers, om ze te bestuderen, zo niet te overtreffen.

In dit geval schetst Picasso het klassieke Romeinse drama van Jupiter (of Zeus) die in de gedaante van een faun de mooie Antiope verleidt, een koningsdochter. Uit de affaire – waarvan niet duidelijk is of die de instemming had van de schone slaapster – werd een tweeling geboren, Amphion en Zethus. Rembrandt maakte in 1659 een sensuele, schaduwrijke ets met dit thema waarbij hij zich liet leiden door een werk uit 1592 van de Italiaan Annibale Caracci met ditzelfde onderwrep en met een vergelijkbare compositie.

Voile

Picasso gaat uit van min of meer dezelfde compositie als Rembrandt. Nu echter met de faun, voorzien van de gebruikelijk horentjes en wollig haar, als een metafoor voor de schilder die zijn muze toont, door haar te ontdoen van de voile. De prent is gedrukt op 12 juni 1936 en voorzien van de Franse titel Faune dévoilant une dormeuse. De keuze voor dit thema heeft, afgaand op de veelheid aan literatuur over de Suite Vollard, echter niet alleen te maken met Rembrandt, maar toch ook weer met Picasso’s amoureuze ongerijmdheden. Zijn liefde voor Marie-Thérèse Walter zou na tien jaar tanend zijn en in dit werk tot uitdrukking komen. Kunsthistorica Brigitte Baer schreef in het boek Picasso the Printmaker (1983) over ‘a work that looks back nostalgically on their stay in Juan-les-Pins and on a passion that had changed (…) the most successful print in the Suite Vollard and one of the most beautiful in the artist’s engraved work’.

Het was de bedoeling van Vollard om de suite uit te geven in een kostbare boekvorm, maar de kunsthandelaar kwam in 1939 om het leven toen zijn chauffeur de macht over het stuur verloor. De serie werd gedrukt in een oplage van 310, waarvan vijftig exemplaren zijn gesigneerd. Veel van de series raakten verspreid en voor zover bekend zijn er nog dertien volledige reeksen, de meeste in het bezit van musea verspreid over de hele wereld. De dichtstbijzijnde mogelijkheid om de hele Suite Vollard te zien is normaal in Museum Ludwig in Keulen, maar nu is er dan de buitenkans om in ’s-Hertogenbosch de reeks te bekijken die in bezit is van de Fundación MAPFRE in Madrid.

Ambroise Vollard in zijn opslagruimte.

De tentoonstelling is tot stand gekomen dankzij de bemiddeling van de Nederlandse Charlotte Crapts. Zij zorgde er ook voor dat de Suite Vollard in 2019 te zien was in Portugal, waar zij woont, in het Palácio das Artes in Porto. De presentatie in Het Noordbrabants Museum is even elegant als sober van opzet, met een vormgeving die deze honderd kleine meesterwerken buitengewoon goed tot hun recht laat komen. Terecht is er een wand ingeruimd voor de portretten die Picasso maakte van Ambroise Vollard, zonder wie er nimmer deze suite van een memorabele ‘peintre-graveur’ zou zijn geweest.

‘Picasso’s Suite Vollard. De man, de muze, de mythe’, tot en met 13 februari 2022 in Het Noordbrabants Museum, ’s-Hertogenbosch.

www.hetnoordbrabantsmuseum.nl

© Brabant Cultureel 2021

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *