De optocht van het Corso Zundert – ’s werelds grootste bloemencorso – kon vanwege de coronamaatregelen ook dit jaar geen doorgang vinden. In plaats daarvan kwam er een mooie tentoonstelling die te zien was op zondag en maandag 5 en 6 september 2021. De dinsdag erna werden alle twintig praalwagens overigens alweer gesloopt.
door Joep Eijkens (tekst en foto’s)
Vanwege de nog steeds geldende coronamaatregelen kon de traditionele optocht van het Corso in Zundert dit jaar helaas niet doorgaan. Maar gelukkig is voor dit door duizenden vrijwilligers mogelijk gemaakte evenement een mooi alternatief gevonden. En wel in de vorm van een openluchttentoonstelling van alle praalwagens die traditiegetrouw zijn bedekt met ontelbare dahlia’s in alle kleuren van de regenboog.
Op 5 en 6 september waren de buitengewoon knappe creaties te bewonderen op een groot terrein buiten het centrum van het West-Brabantse dorp. En hoewel zij voornamelijk stil stonden, kwamen de enorme gevaartes toch met enige regelmaat in beweging, begeleid door muziek en of toelichtend commentaar. Ja, bij ‘Zwaar Geschut’ uit Rijsbergen, bemand door een stel stoere jonge meiden, werd zelfs af en toe geschoten. Daarbij werden geen kogels uitgespuwd, maar fraaie kringen van grijze rook. Het werd nog redelijk druk, maar de bezoekers hoefden bij de entree maar kort in de rij te staan om op het terrein te mogen.
Van de twintig buurtschappen die meededen, won Klein-Zundert de eerste prijs met ‘Murica, F*ck Yeah’, de voorstelling van een gigantisch Amerikaans echtpaar in hun scootmobiels. De eerste publieksprijs ging naar buurtschap ’t Kapelleke dat ook grote indruk maakte met zijn ‘Vreemde vogels’.
De dag na de tentoonstelling werden overigens, zoals te doen gebruikelijk na het jaarlijks terugkerende evenement, alle praalwagens alweer gesloopt. “Uiteraard nadat de buurtschappen zelf eerst de herbruikbare onderdelen en apparatuur van de wagens hebben gehaald”, licht pr-man Edgar van Aert desgevraagd toe. “Zo zijn alle twintig creaties alweer opgeruimd en zijn de buurtschappen met een leeg onderstel teruggereden naar hun bouwplaats.”
© Brabant Cultureel 2021