door JACE van de Ven
De schrijver Jasper Mikkers ken ik al vanaf mijn twaalfde en paradijsvogel Fred Lahay al vanaf mijn twintigste, allebei van nabij, dat is bijna zestig en al meer dan vijftig jaar. Moeilijk om onbevooroordeeld over hen te schrijven, maar ik doe het toch, omdat zij samen een toch wel heel bijzondere dichtbundel gepresenteerd hebben. Vuur in een vaas heet die en hij telt meer dan honderdtwintig gedichten zonder een aparte titel, wat erg veel is voor een poëziebundel. Maar het lezen ervan verveelde mij nergens. Had dat te maken met mijn kennis van hun achtergrond, of hebben de twee iets voorgelegd dat universele poëtische kracht bezit?
Jasper Mikkers leerde ik in 1962 kennen op het Oelbert Gymnasium in Oosterhout, hij zat een klas hoger dan ik. Onze bescheiden afkomst uit Oost-Brabantse dorpen en onze gemeenschappelijke liefde voor de natuur bracht ons bij elkaar. Hij was zeer geïnteresseerd in het feit dat ik gedichten schreef en ging dat zelf ook doen. Op Fred LaHaye stapte ik af uit nieuwsgierigheid, omdat hij tijdens de werkcolleges op de Juridische Faculteit in Tilburg naar mijn mening de vragen stelde die er toe deden. Geen vragen over juridische problemen, maar vragen die aan die problemen vooraf gingen. Ik vond ze tenminste behoorlijk essentieel en bijna juichend stelde ik vast dat de wetenschappelijk medewerker die de werkcolleges gaf, er maar steeds geen blijf mee wist.
Het zal u mede daarom misschien niet verbazen dat noch Fred noch ik in de juristerij terecht gekomen zijn. Ik werd journalist omdat ik dan bezig kon blijven met stuurman aan wal te zijn en Fred verkaste met vrouw en kind medio jaren zeventig naar Ierland. Daar woonden zij op verschillende plekken in County Cork en kregen er nog een kind. Fred werkte bij Ierse boeren, hield kleinvee, gaf les in het verbouwen van biologische gewassen, werkte mee aan programma’s om zalm terug de rivieren in te krijgen, scheidde van zijn vrouw, leefde samen met een vriendin en hield van paddo’s. Ongeveer vijftien jaar geleden bouwde hij op een berghelling een klein houten huis voor zichzelf, nadat hij op diezelfde plek drie jaar in een yurt had doorgebracht. Ook diende een jaar lang een zelfgebouwde tunnel van doorzichtig plastic, bestemd voor de verbouw van gewassen, hem als onderdak.
Al die jaren in Ierland hield Fred een dagboek bij, dat hij alweer meer dan twintig jaar geleden toevertrouwde aan Jasper Mikkers. Het bestaat uit overpeinzingen over ontmoetingen, natuur, landschap, zalmkweek, liefdes, eenzaamheid, weersomstandigheden, planten en dieren, hier en daar geïllustreerd met tekeningen van eigen hand.
Mikkers raakte geïntrigeerd door de scherpe, liefdevolle observaties, de expressiviteit en frisheid van de beelden, de humor die licht en diepzinnig tegelijk op hem overkwam. Hij raadde Fred aan om verschillende passages om te werken tot poëzie. Fred had immers eerder twee dichtbundels gepubliceerd bij Brandon Pers in Tilburg, Gras (1981) en Ierse gedichten (1987). Maar LaHaye voelde daar niks voor: “Maar als je het zelf wil proberen, mijn zegen heb je.”
Na enige tijd ging Mikkers inderdaad aan slag. Hij zocht eerst naar zinnen die hem aanspraken, ordende die en vulde ze aan of liet juist frases weg. Nu, meer dan twintig jaar later, presenteert hij Vuur in een vaas. Onder eigen naam. Ergo, de gedichten die in de bundel staan zijn van Mikkers, maar zouden nooit bestaan hebben zonder de aanzetten die LaHaye deed. Een bijzondere situatie. “Ik weet niet of dat ooit eerder gebeurd is”, schrijft Mikkers in een voorwoord. Ik ook niet.
Om een idee van de inhoud van Vuur in een vaas te geven, typ ik het eerste gedicht over. Zo! Nogmaals controleren of alles exact is overgeschreven. Klopt. Uit ondervinding ken ik de ellende als je weer eens ergens verkeerd geciteerd bent. Een woord vergeten, soms zelf een hele strofe, woorden fout, bijvoorbeeld niet wordt net, of, zoals in mijn gedicht bij een voedselbank, misdeelden wordt misbeelden. U gelooft het misschien niet, maar ik ben volgens mij vaker fout geciteerd dan goed. Daarom hier de vier keer gecontroleerde tekst van gedicht één:
De yurt met touwen vastgebonden
Door de bewolking viel wat maanlicht af en toe
De windbel klingelde één keer
’s Ochtends wakker geworden
en uit de slaapzak gekropen
Ik kleedde me uit en kroop naakt terug
Bij het licht van een dansende kaarsvlam keek
en luisterde ik naar de storm
Als een worm in het klokhuis van een appel
In het midden van de yurt staat het kistje dat
ik op het strand vond en niet liggen laten kon
Gevuld met keien, door een touw verbonden
met het rookgat dient het nu als anker
Lang heb ik zitten kijken op de mededeling ‘’s Ochtend wakker geworden’. Hij lijkt overbodig, maar als je hem weglaat, mis je iets. Ook lijkt het zinnetje me nodig om de eenvoud te benadrukken van taal die in de hele bundel overeind gehouden wordt. Al is de tekst opgesplitst in honderdtwintig gedichten, hij blijft een dagboek en van aard zo onbevangen als ware hij niet bedoeld om gepubliceerd te worden.
Nergens heeft Mikkers kennelijk gedacht: “Hier zal ik nou eens geweldige poëzie van gaan maken.” Grote woorden zouden ook niet gepast hebben bij het leven van Fred LaHaye in Ierland. Zijn bestaan daar hing (hangt?) vaak letterlijk van houtjes en touwtjes aan elkaar. Dat zal sommige lezers afschrikken of juist paradijselijk overkomen. Maar ook tussen die twee uitersten kiest Vuur in een vaas niet. Het gaat over een paradijs waar letterlijk dagelijks wolken overheen drijven en waar met dezelfde regelmaat de regen op neerslaat. Ierland blijft Ierland en de mens Fred is zo kwetsbaar als Adam eerder ooit was, een mens met al zijn beperkingen.
Mikkers vertelt in het voorwoord dat de bundel geen sluitend verhaal is en dat elk gedicht een stukje van een mozaïek is dat niet volledig is. Maar goed ook, dacht ik aan het end. Juist daarom geven de teksten zo goed weer dat het aanmodderen is, voor de mens die zijn leven leeft en voor de auteur die dat wil beschrijven. Hoedt u voor het leven of het gedicht dat af heet te zijn. Dus nogmaals, ik ben misschien bevooroordeeld, maar heb zeer genoten van Vuur in een vaas.
De bundel is voor twaalf euro te bestellen via jasper.mikkers@ziggo.nl
of kijk op jaspermikkers.nl
© Brabant Cultureel 2021