Nog meer ‘Jeroen Bosch’ in het Museumkwartier ‘s-Hertogenbosch

Nu, in het gedenkjaar van Jeroen Bosch blijkt maar weer eens wat een goed idee het was om het Stedelijk Museum in ‘s-Hertogenbosch onder te brengen in het Museumkwartier, naast Het Noordbrabants Museum. Net als bij de (her)opening drie jaar geleden, is ook dit jaar de programmering op elkaar afgestemd. Na de grote Jeroen Boschexpositie en installatie van Jeroen Kooijmans eerder dit jaar, is in beide musea wederom een aantal interessante exposities te zien met zowel oude als moderne kunst in relatie tot Jeroen Bosch.

door Irma van Bommel

De grote Jeroen Boschexpositie in Het Noordbrabants Museum heeft plaats gemaakt voor een expositie van tijdgenoten van Jeroen Bosch (ca. 1450-1516), maar dat moeten we ruim zien. Er worden werken getoond uit de vijftiende, zestiende en zeventiende eeuw. Met ‘Van Eyck, Brueghel, Jordaens. Meesterwerken uit Roemenië’ zijn ruim vijftig kunstwerken van Vlaamse en Hollandse meesters voor het eerst sinds lange tijd in Nederland te zien.

Jan van Eyck, Man met blauwe tulband, ca. 1430, olieverf op paneel, Nationaal Museum Brukenthal, Sibiu, Roemenië

Jan van Eyck, Man met blauwe tulband, ca. 1430, olieverf op paneel, Nationaal Museum Brukenthal, Sibiu, Roemenië

Alle werken komen uit het Brukenthal Nationaal Museum in Sibiu, het oudste museum van Roemenië en een van de oudste musea ter wereld. De collectie is in de achttiende eeuw samengesteld door Samuel von Brukenthal (1721-1803), gouverneur van Sibiu en Transsylvanië, destijds behorend tot het Oostenrijks-Habsburgse keizerrijk. Eind achttiende eeuw liet hij een museum bouwen om zijn collectie onder te brengen. Begin negentiende eeuw, maar pas na zijn dood, werd het opengesteld voor publiek.

Dürer
Ter introductie worden enkele schilderijen getoond op druk behang overeenkomstig een zaal in het Roemeense museum. Op de witte muren in Het Noordbrabants Museum komen de schilderijen veel beter tot hun recht. Het meest bijzondere werk dat getoond wordt, is Man met een blauwe tulband (circa 1430) van Jan van Eyck. Het is dan ook afgebeeld op de omslag van de catalogus. Het blijkt een opvallend klein portret te zijn. Het meet slechts 22,5 bij 16,5 cm. Het is niet gesigneerd, maar wordt toegeschreven aan Jan van Eyck. Linksboven is wel een monogram toegevoegd met de letters AD. Dat is het monogram van Albrecht Dürer, later aangebracht in een periode dat een schilderij van Dürer meer opbracht dan een werk van Jan van Eyck. Iets soortgelijks kwamen we tegen in de expositie ‘Jheronimus Bosch. Visioenen van een genie’, waar enkele tekeningen van Bosch waren voorzien van de naam Bruegel, omdat Pieter Brueghel in een bepaalde periode populairder was dan Bosch. Een monogram of signatuur zegt dus niet altijd alles.

Schilderijen van kleine en grote afmetingen wisselen elkaar af. Interessant om van bekende meesters nu eens onbekend werk te zien, naast Van Eyck onder andere van Hans Memling, Pieter Brueghel de Jonge, Philips Wouwerman, David Teniers de Jonge, Nicolas Berchem en Frans van Mieris de Oude. Maar interessant zijn ook de kunstenaars die in de loop der tijd naar de achtergrond zijn verschoven. Zo zijn de eind zestiende-eeuwse landschappen van Frans Boels en de stillevens van Joris Hoefnagel uit dezelfde periode ook zeer de moeite waard.

Keverschilden
Elders in het museum is het werk te zien van de Belgische kunstenaar Jan Fabre (1958). Tussen 2011 en 2013 maakte hij Tribute to Hieronymus Bosch in Congo, een werk dat uit een serie panelen bestaat. Daarvan worden er tweeëntwintig getoond. Vanuit de verte lijkt het op monochroom borduurwerk in de kleur smaragdgroen, maar het blijkt te gaan om mozaïekwerk van schilden van de juweelkever. De juweelkever komt voor in Azië en wordt daar gegeten. Fabre betrekt zijn schilden van (Thaise) restaurants, waar ze over zijn na de maaltijd (net als schelpen van mosselen). Deze kever heeft dus niets met Congo te maken. Het pantser van de kever is een materiaal dat Fabre vaker gebruikt.

De voorstellingen op de grote groene panelen zijn geïnspireerd op fantasiefiguren van Jeroen Bosch en daar zijn teksten aan toegevoegd. Fabre gebruikt de figuren van Bosch om de wreedheden en absurditeit van het koloniale verleden van Belgisch-Congo te verbeelden. Zo druk als de werken van Bosch zijn, zo rustig ogen de werken van Fabre. Maar schijn bedriegt. Je moet de werken van dichtbij bekijken om te kunnen zien wat het voorstelt en om de teksten te kunnen lezen en vervolgens de combinatie tot je door te laten dringen. Door het monochrome kleurgebruik beeldt hij op subtiele wijze een stukje geschiedenis uit waar we niet trots op hoeven zijn. Naast deze indrukwekkende serie toont Fabre nog losse objecten, waaronder fantasievogels en doodskoppen.

Spanjaarden
Het Stedelijk Museum toont het werk van twee Spanjaarden die niet alleen iets hebben met Jeroen Bosch maar ook met Nederland. Nacho Carbonell (1980) volgde zijn opleiding aan de Design Academy in Eindhoven en is daarna in de stad blijven hangen. Hij heeft zich ontwikkeld tot beeldend kunstenaar en heeft nu een atelier in het complex Sectie C. De andere kunstenaar, Fernando Sánchez Castillo (1970), ging na de studies kunst en filosofie in Madrid en Parijs naar Amsterdam om zijn opleiding te vervolgen aan de Rijksacademie.

Van beide Spaanse kunstenaars zijn al buiten en in de hal kunstwerken te zien. Op de eerste verdieping van het museum delen ze de ruimte. Carbonell maakte een installatie met figuren, objecten en stoelen. Vooral die stoelen (soms complete schuilplekken met ladders) lijken op de bouwsels in de schilderijen van Jeroen Bosch, maar doen ook denken aan de onderkomens van Joep van Lieshout.

Macht
De installatie van Carbonell is luchtig en speels, die van Castillo is zwaar en vol politieke lading. Castillo speelt met het thema macht, wat alles te maken heeft met hoogmoed en hebzucht, twee van de zeven hoofdzonden uitgebeeld door Jeroen Bosch. Hij heeft een installatie gemaakt van beelden die letterlijk van hun voetstuk zijn gevallen. Daaromheen projecteert hij video’s die ook met macht te maken hebben, of eigenlijk met het spreekwoord ‘hoogmoed komt voor de val’. In de film links wordt gesold met een kop van een beeld (een willekeurige tiran) en in de film rechts zien we een ruiter te paard die door een gebouw met gladde vloer draaft. De ruiter en zijn paard komen dreigend over, maar tegelijk ook kwetsbaar. Je verwacht dat het paard ieder moment onderuit kan gaan. Dat wordt nog eens versterkt door de film uiterst rechts waarin knikkers op een vloer worden gestrooid.

World Press
Een aparte installatie wordt gevormd door een groep kleine beelden waarvan je de meeste ogenblikkelijk herkent. Het zijn drie dimensionale voorstellingen van beroemde journalistieke foto’s van World Press winnaars, maar ook van de beroemde foto van de vallende soldaat uit 1936 van Magnumfotograaf Robert Capa. De foto die symbool werd voor de Spaanse burgeroorlog. Eén beeld is niet direct te plaatsen, omdat de context ontbreekt. Dat is het beeld van de man op de rug gezien met boodschappentassen. Beneden in de entreehal staat hij levensgroot. Hij blijkt de Tankman te zijn, de man de in 1989 op het Tiananmenplein een colonne tanks de weg versperde.

Grote verrassing is een installatie op de tweede verdieping van het Stedelijk Museum van Joep van Lieshout: de directiekamer (Board Room) uit 2006 en onderdeel van het project SlaveCity. Het is in 2008 al aangekocht door het museum. Het bestaat uit een grote vergadertafel met stoelen. De tafel is gedekt met een servies met tekeningen uit het project SlaveCity. De ontwerptekeningen zijn nu te zien in Museum De Pont in de grote expositie gewijd aan Joep van Lieshout. Het Tilburgse museum mag jaloers zijn.

De expositie ‘Van Eyck, Brueghel, Jordaens. Meesterwerken uit Roemenië’
is nog t/m 9 oktober 2016 te zien in
Het Noordbrabants Museum te ’s-Hertogenbosch.

Paul Huys Janssen, Adrian Luca, Alexandrau Sonoc, Van Eyck, Brueghel, Jordaens.
‘Meesterwerken uit Roemenië’,
’s-Hertogenbosch (Het Noordbrabants Museum) 2016, 160 pp., € 24,95.

De exposities ‘Nacho Carbonell – On the Origin of Pieces’ en
‘Fernando Sánchez Castillo – Introduction to the Stone of Madness’
zijn nog t/m 11 september 2016 te zien in
Stedelijk Museum ‘s-Hertogenbosch.

De Board Room van Joep van Lieshout
is nog t/m 9 oktober 2016 te zien in Stedelijk Museum ‘s-Hertogenbosch.

 

© Brabant Cultureel – juni 2016

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *