Het kleurrijke leven en de tragische dood van anti-held Jan IV van Bergen

Voor het eerst is nu een heel boek gewijd aan Jan IV van Bergen, markies van Bergen op Zoom en tragische antiheld uit de aanloop naar de Tachtigjarige Oorlog. Het is een bundel met bijdragen van meerdere auteurs die deze hoge edelman en zijn leefwereld belichten en de ‘vaderlandse geschiedenis’ weer een stukje kleurrijker maakt. In een ‘als dan-geschiedenis’ had Jan IV het vaderland kunnen redden, maar dat mocht niet zo zijn.

door Lauran Toorians

Jan IV van Bergen was de laatste markies van Bergen op Zoom uit het geslacht van Glymes, waarvan de naam teruggaat op het dorp Glimes ten zuiden van Leuven in Waals-Brabant. Jan IV (1528-1567) was bij leven onder meer markies van Bergen op Zoom, graaf van Walhain en stadhouder van Henegouwen. Hij werd als jongeman opgevoed aan het hof van de landvoogdes Maria van Hongarije waar hij kennis maakte met zijn generatiegenoten van de hoge adel in de Nederlanden. Daaronder ook Willem van Oranje (1533-1584).

Jongelui

Jan werd uitverkoren om in maart 1549 Filips (1527-1598), de zoon van keizer Karel V (koning van Spanje, heer van de Nederlanden) in Noord-Italië op te halen en naar de Nederlanden te begeleiden. Deze kroonprins zou in 1555 zijn vader opvolgen als heer van de Nederlanden en hij kwam op tournee om te worden voorgesteld. Het gaat hier om Filips II ‘den koning van Hispanje’ die wij altijd hebben geëerd. Ik geef hier expres bij deze personen hun jaartallen om te laten zien dat zij ongeveer even oud waren en in deze cruciale periode in de Nederlandse geschiedenis nog jongelui op de grens van tiener naar jongvolwassen.

Het gezelschap, waarin ook de hertog van Alva was meegereisd, werd door Maria van Hongarije ontvangen op haar luxe kasteel in Binche waar zij een legendarisch feest gaf dat enkele dagen duurde en tot in Spanje spreekwoordelijk werd. Jan van Bergen was er de held van het toernooi. Hij versloeg de Spaanse kampioen, wat misschien ook weer niet erg slim was. Daarna maakte het gezelschap een rondreis langs de voornaamste steden waarbij ook twee dagen in Bergen op Zoom werd gelogeerd, in het Markiezenhof. Jans moeder, die weduwe was, trad toen nog op als regent voor haar minderjarige zoon.

Het Grote Hof, nu Markiezenhof, in Bergen op Zoom, zoals het er in 1550 uitzag. Reconstructie door het European Design Centre, ’s-Hertogenbosch.

Het jaar daarop, in 1550, trouwde Jan in Turnhout met Maria van Lannoy en volgde hij zijn al in 1541 overleden vader op als markies van Bergen op Zoom. Daar had hij zijn handen aan vol kunnen hebben, maar hij werd bij tijd en wijle ook opgetrommeld als legeraanvoerder of op pad gestuurd als diplomaat. Vooral voor die laatste functie bleek hij talent te hebben en van 1556 tot 1560 was hij lid van de Raad van State en daarmee nauw betrokken bij de politiek van Filips II om de macht te centraliseren en het opkomende protestantisme met harde hand te onderdrukken. In 1560 benoemde Filips II hem tot stadhouder van Henegouwen.

Malaise

Zoals ook veel andere edelen kwam Jan van Bergen hiermee in een spagaat terecht. Enerzijds vervulde hij hoge adviserende en bestuursfuncties in het landsbestuur en eerde hij de koning van Spanje, Filips. Anderzijds moest hij de regionale en lokale – en vooral ook eigen – belangen verdedigen die hier vaak strijdig mee waren en waar aan het Spaanse hof maar weinig begrip voor bestond. Filips II was in 1559 naar Spanje vertrokken en zijn stadhoudster Margaretha van Parma en haar opperste raadsman Granvelle kenden de Nederlanden nauwelijks en boden geen enkele speelruimte. Juist in Henegouwse steden als Valencijn (Valenciennes) en in het zuidelijke (nu Franse) deel van Vlaanderen kreeg de reformatie steeds meer aanhang, wat explodeerde toen hier in 1566 de Beeldenstorm losbarstte. Sociale spanningen en economische malaise speelden daarbij een minstens zo belangrijke rol als onvrede over de kerk.

Het was de lagere adel, die het dichtst op de problemen zat, die als eerste protest aantekende. Godsdientvrijheid – of eigenlijk gewetensvrijheid – was niet hun eerste eis, maar zij wensten meer vrijheid om bij de nieuwe, strenge wetten naar eigen inzicht te kunnen handelen en vroegen vooral om minder zware belastingen in een periode die door hongersnoden werd geteisterd. Dat leidde praktisch gezien tot niks. Zij werden weggezet als ‘bedelaars’ (geuzen). Vervolgens sloten ook leden van de hoge adel zich aan bij deze pogingen om de strengheid van het gevoerde beleid te temperen. Er werd zelfs een fors bedrag bij elkaar gelegd in de hoop daarmee Filips II op andere gedachten te kunnen brengen. Een poging to omkoping die zoals te verwachten op niets uitliep.

Voorspel

We bevinden ons hiermee volop in Het voorspel tot den Tachtigjarigen Oorlog, zoals Robert Fruin in 1859 zijn nog steeds leesbare boek over deze periode noemde. Begin 1566 namen Jan IV van Bergen, Willem van Oranje, Floris van Montigny, zijn broer Filips van Montmorency, graaf van Hoorne en Lamoraal van Gavere, graaf van Egmond uit protest ontslag uit hun functies als vertegenwoordigers van het gezag van de koning. Op 10 april besloot de Raad van State twee edelen af te vaardigen om in Spanje hun grieven bij de koning toe te lichten. De twijfelachtige eer viel toe aan Floris van Montigny en Jan IV van Bergen.

Een tot voor kort onbekend portret van Jan IV van Bergen, mogelijk naar een schilderij. Miniatuur in een manuscript met portretten van belangrijke tijdgenoten, omstreeks 1575-1600. Wenen, Österreichische Nationalbibliothek, Cod.Min. 17, fol. 30r.

Een ongeluk zit in een klein hoekje en twee dagen voor het geplande vertrek kreeg Jan van Bergen in Brussel een massief houten kolfbal tegen zijn scheenbeen waardoor hij een lelijke wond opliep. Die genas slecht waardoor beide gezanten elk apart naar Madrid afreisden en Jan daar pas met de nodige vertraging arriveerde. Beide heren werden door Filips vriendelijk ontvangen en mochten op 22 augustus op audiëntie komen, maar inmiddels was op 10 augustus de Beeldenstorm van start gegaan.

Wurging

Toen dat nieuws Spanje bereikte, was meteen duidelijk dat van onderhandelen geen sprake meer kon zijn. Montigny werd gevangen gezet, in Nederland bij verstek ter dood veroordeeld en in zijn Spaanse gevangenis in het geniep gewurgd waarna werd rondverteld dat hij aan een ziekte was overleden. Jan van Bergen, die nog steeds last had van zijn beenwond, bleef in Segovia waar hij op 21 mei 1567 overleed aan maagkanker. Hij was pas negenendertig jaar oud en als kanker hem niet de das had omgedaan, zou het vast ook een Spaans wurgkoord zijn geworden. Een jaar later was de Opstand een feit en begon wat wij nu kennen als de Tachtigjarige Oorlog.

Misschien was het wel bijzonder naïef van Montigny en Jan van Bergen om te denken dat zij Filips II nog op andere gedachten hadden kunnen brengen, misschien was het ook gewoon kwaadaardig van de Raad van State om hen op pad te sturen. Beide mannen waren zelf ook weinig hoopvol, maar wanneer Jan niet de kaatsbal was tegengekomen, hadden zij in elk geval nog vóór de fatale uitbraak van de Beeldenstorm met Filips kunnen praten. Misschien was er dan nog enige ruimte voor verder overleg gebleven. Misschien was Jan IV van Bergen dan nu een nationale held geweest, of was hij nog meer vergeten dan nu doordat alles als een rimpeling in de geschiedenis was voorbijgegaan. Maar historici doen niet aan ‘misschien’ en Jan was steeds een kleine jongen tussen de hoge edelen die hun rol speelden in de even roerige als fascinerende periode in de Vaderlandse Geschiedenis. Dat neemt niet weg dat hij wel volledig tot die hoge adel behoorde.

Invalshoeken

Onlangs verscheen een mooi boek dat volledig recht doet aan Jan IV van Bergen. Het is een bundel met artikelen van meerdere auteurs die Jan en zijn omgeving vanuit verschillende invalshoeken benaderen. Wel vooral als markies van Bergen op Zoom, dus over zijn graafschap in Walhain en zijn functioneren in Henegouwen valt vast nog meer te zeggen. Beide redacteuren, die zelf ook stevig hebben bijgedragen aan het boek, zijn en waren betrokken bij het Markiezenhof en bij de Geschiedkundige Kring in Bergen op Zoom en ook een aantal andere auteurs komen uit deze kring. Belangrijk in dat geheel is Willem van Ham, oud-archivaris van de stad die voor deze bundel een mooie bijdrage schreef over Jan van Bergen als domeinheer, dus over het onroerend bezit. Van Ham (1937-2020) overleed op 3 juni 2020 en deze bundel is opgedragen aan zijn nagedachtenis. Een artikel dat mooi aansluit op dat van Van Ham is van Bart van Eekelen over ‘de architectuur en het functioneren’ van de gebouwen waarover de markies beschikte. Dat is niet alleen het Markiezenhof zelf, maar ook stadspaleizen elders en kastelen zoals dat van Wouw. Naar dit laatste kasteel is recent uitgebreid archeologisch onderzoek gedaan en resultaten daarvan komen in deze bijdrage aan bod.

Belegering van het kasteel van Wouw door Staatse troepen op 9 en 10 mei 1583. Anonieme prent naar Frans Hogenberg. Collectie Bart van Eekelen.

Andere artikelen in deze bundel gaan gedetailleerd in op de portretten, het boekenbezit, de kleding (en mode) en het zilver van en uit de omgeving van Jan van Bergen. En uiteraard is er volop aandacht voor de wereld waarin zijn leven zich voltrok, de rol van de adel in een bestel dat steeds bureaucratischer werd. Het geheel biedt daarmee een mooi tijdsbeeld, opgehangen aan één persoon die midden in de verwikkelingen stond zonder daarin een hoofdrol te vervullen. Dit boek is daarmee ook een mooi voorbeeld dat geschiedenisboeken helemaal niet alleen over de groten der aarde hoeven te gaan. Ook over de wat minder groten valt veel boeiends te vertellen, zeker wanneer we ze willen zien in hun natuurlijke omgeving.

Een vergelijkbare gouden ring met robijn komt voor in de inventaris van de roerende bezittingen van Jan IV van Bergen. Collectie Rijksmuseum Amsterdam.

Na zijn overlijden in Segovia werd Jan IV van Bergen in de Nederlanden alsnog veroordeeld en werden zijn titels vervallen en zijn bezittingen verbeurd verklaard. Van die bezittingen werden inventarissen opgesteld die voor een flink deel bewaard zijn gebleven en zij vormden een belangrijke bron voor de bijdragen in deze bundel. Het is dan ook een gemis dat de teksten van de overgeleverde inventarissen niet integraal zijn opgenomen (of eventueel op een website zijn ontsloten).

Bart van Eekelen & Joey Spijkers (red.), Jan IV van Bergen, 1528-1567. Leven en nalatenschap van een (on)fortuinlijk markies. Hilversum: Verloren 2020, 528 pp., ISBN 978-90-8704-862-4, pb., € 39,00.

www.verloren.nl

© Brabant Cultureel 2021

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *