door JACE van de Ven
In dagen dat onze Brabantse zangers het moeilijk hebben doordat het podium dat er voor hen was tijdelijk helemaal verdwenen is, zal ik lukraak op een drietal van hen wijzen. Niet omdat anderen het niet zouden verdienen, maar alleen omdat ik met deze drie de laatste maanden toevallig in contact kwam.
Eerst even terug in de geschiedenis: op ouderwetse wijze op de radio naar zenders zoekend, stuitte ik in het jaar 1968 bij de toenmalige BRT (Belgische Radio- en Televisieomroep) op een dialectzanger. Ik schrok. Ik dacht dat zoiets niet mocht. Buiten Loeënde Klokken van die Limburger Rademacher – of hoe heette die? – had ik op Hilversum nooit streektaal op de radio horen zingen. En dan was dat nog eens heel braaf ook. De bisschop van Roermond had zeker zijn ‘nihil obstat’ uitgesproken. De man die hier zong, was kritisch over wat er in Antwerpen gebouwd werd, over Vlamingen die Frans spraken. ‘Ik veeg mijn gat aan heel de wereld’ zong hij. Wannes van de Velde was zijn naam. Later las ik dat ongeveer op het moment dat ik hem ontdekte, Louis Paul Boon in zijn dagelijks cursiefje in de Vooruit schreef dat we hier met de laatste Belgische geus te maken hadden.
Wannes is al meer dan tien jaar dood. Na hem leerde ik mensen kennen als Walter de Buck, Willem Vermandere en Jan De Wilde en in de jaren zeventig ontstond zowaar ook in Noord-Brabant een scene van eigen zangers die al dan niet in dialect hun eigen streek en de mensen die ze op straat ontmoetten tot uitgangspunt voor hun liedjes maakten. Maar de belangstelling van het grote publiek werd mede door Omroep Brabant al gauw weer weggeleid naar populaire muziekmakers die je overal hoort. Ook mijn aandacht verlegde zich en buiten Treveris uit Loon op Zand hoorde ik de laatste decennia geen eigenwijze Brabantse liedkunst meer. Dat kan mijn fout zijn, misschien bestond-ie wel, maar wist ik het niet.
Daarom was ik wel geïnteresseerd toen ene Peter van Best uit Kaatsheuvel, die tegenwoordig in Zeeland woont, mij een cd en een boek wilde toesturen. Nooit van gehoord, maar hij bleek al vanaf 1966 actief als singer/songwriter en vermeldt op de cover van het boek dat Souvenir heet onderscheidingen te hebben gekregen in Ierland, Frankrijk en de VS. Kennelijk maakte hij muzikale reizen over de halve wereld. De herinneringen daaraan, evenals wat liedteksten en tekeningen staan in Souvenir opgetekend. Alles voor wat het waard is. Mij zegt het niet zoveel en jammer genoeg de liedjes van Van Best ook niet. Die doen me denken aan het repertoire van jongerenkoren zoals die rond zijn debuuttijd 1966 overal in Brabant actief waren. Maar ik stip Van Best hier toch even aan. Getuige zijn boek is hij met zijn muziek wel de halve wereld over gegaan en voor sommige lezers is hij mogelijk wel een ontdekking. Souvenir van Peter van Best verscheen bij Boekscout en is daar te bestellen voor 19,99 euro.
Afgelopen maand kreeg ik van iemand een link naar een nummer van Hein Augustijn & BraboMundo, de titel van het nummer is een vloek en, verrèk, tekst en muziek hebben ook kloten. Niet dat ik nou meteen steil achterover viel van bewondering, maar wel genoeg om iets meer van deze Hein en zijn muzikale maten te beluisteren. En, ja, wat zich in de jaren zeventig openbaarde als een eigen geluid in Noord-Brabant heeft zich kennelijk toch voortgezet, terwijl het tegelijk internationaal is geworden. Iemand schreef dat BraboMundo een eigenzinnige en aanstekelijke mix maakt van folk, pop, latin en reggae. Dat doet Augustijn met mensen die hun sporen in andere Brabantse bands al verdiend hebben. Dus kennelijk is de wereldmuziek met een Brabantse teint buiten JACE van de Ven om gewoon doorgegaan, zoals er veel voor hem verborgen blijft.
Ik kom op verschillende plekken op het internet dezelfde tekst over hem tegen, dus hier ook maar: ‘Hein Augustijn (1973) groeide op in de Brabantse Kempen. Tussen bossen, hei en boerenland. Al op vroege leeftijd kreeg hij een gitaar in de hand gedrukt en die heeft hij sindsdien niet meer losgelaten. Na de middelbare school in Tilburg begon Hein aan een muzikale zwerftocht. Hij studeerde in Utrecht, zag de wereld en speelde muziek uit alle windstreken: Europese folk, Zuid-Afrikaanse jazz & jive, Latijns-Amerikaanse muziek, ska & rocksteady en country & americana. Met zijn nieuwe album BraboMundo komt Hein weer thuis. Zijn muzikale omzwervingen zijn hoorbaar in de liedjes, maar het is ontegenzeggelijk muziek van eigen bodem.’
Tegelijkertijd stuitte ik op een crowdfundactie van Lars Zebregs (1983) uit Riel. Die actie ging erom een eigen album te kunnen uitbrengen en is met een opbrengst van ruim 13.000 euro inmiddels succesvol beëindigd.
Zebregs koos een dikke zes jaar geleden volledig voor het muzikantenleven, hoewel hij wist dat hij het daardoor financieel niet breed ging hebben. ‘Ik stelde mezelf een contract voor waarop stond dat ik de rest van mijn leven het minimumloon zou verdienen, maar dat ik wel al die tijd muziek zou mogen maken’, schreef hij op zijn Facebookpagina. En ook dat hij dat denkbeeldige contract met graagte getekend had. Tot aan coronatijden verdiende hij zijn geld op bruiloften, recepties en uitvaarten met het uitvoeren van voor de gelegenheid toepasselijke songs. En nu is hij dankzij sponsoren dus bezig met een album. Het zal geen vetpot zijn, maar hij volgt wel, zoals men dat zegt, zijn hart: ‘Het is altijd mijn droom geweest om eigen liedjes te mogen delen met de wereld.’ Hij is dan ook geraakt als iemand tijdens een optreden een nummer aanvraagt dat hij zelf geschreven heeft. You made me human, bijvoorbeeld, of Gonna do it my own way of Survive. Ondanks dat die titels op Engelstalige songs wijzen, hebben de liedjes ontegenzeggelijks iets Brabants, in elk geval iets eigens. Het zijn drie eigen Zebregs-nummers en volgens de zanger liggen er nog voldoende op de plank om uitgewerkt, opgenomen en geproduceerd te worden. Dus dat album waar fans 13.000 euro voor doneerden, komt er zeker. Komende zomer al.
Zomaar drie Brabantse zangers die ik op een moment dat de muziekwereld het moeilijk heeft even naar voren schuif. Het hadden ook anderen kunnen zijn, maar die ken ik niet, omdat de reguliere radio altijd alleen maar meer van hetzelfde uitzendt. En juist dat andere, dat moet blijven bestaan. Zeker in tijden van crisis.
© Brabant Cultureel 2021