door Herbert Mouwen
Moestuin
Zijn ouderlijk huis staat meer en meer verborgen
tussen de bomen het rimpelende water van de ovale
tuinvijver ademt stilaan oktober maar de verwilderde
planten voor het huis ruiken nog naar rood en zomer
soms krijgt het zingen van een achtergebleven
vogel vleugels dan wordt het geluid een lied
soms ook niet
de man loopt om de vijver heen trekt het spruitvuil
uit de grond en de rochelronk van de schuur hij denkt
aan de tijd dat zijn moeder krioelwemel kweekte en
bloedrot als voer voor de hond achterliet ze aten
dagelijks smakschoffel en vezelkrab met smetschor
van een moestuin ga je pas houden als je er
niet meer komt
De duivenmelker
Hij woont hoger dan de rest
houdt van zijn vogels maar brengt
ze toch weg om ze een dag later
op te wachten en binnen te laten
duiven melkt hij
wat dat ook wezen mag
zeker een hoogstaand beroep
hij is een man
van toonaangevende fluittonen en
richtinggevend gezag
verdwaalde doffers vinden na jaren
hun thuishok nog terug
hij wacht op hun verhalen om die
te vertalen in gedichten
wachten vult hij met zijn blik richten
loeren koeren naar de duivenklok
Herbert Mouwen (Breda 1952) publiceerde de dichtbundels ‘De zon is kapot’ (1991) en ‘De handen van de tijd’ (2015). Met enige regelmaat publiceert hij gedichten in tijdschriften en werkt hij mee aan poëzieprojecten. Hij is actief als regisseur in het amateurtheater, toneelrecensent bij BN/De Stem en hij bespreekt nieuw verschenen poëziebundels voor het online tijdschrift Meander.
© Brabant Cultureel 2020