Liederenzangerbegeleider. Mooi woord voor scrabble of galgje. Maar wie weet dat het een echt specialisme is, waarvoor je als pianist in Duitsland kunt studeren? Ja, Daan Boertien uit Breda krijgt er prijzen voor en is soms op tv te zien bij Podium Witteman, op het Prinsengrachtconcert of het Grachtenfestival.
door Arnold Verplancke
Je zou denken dat iedere pianist die op het conservatorium heeft gestudeerd toch wel een lied van Schubert kan begeleiden? Gretchen am Spinnrade of iets degelijks? Daan Boertien (1991), een vrolijke krullenbol afkomstig uit Breda, glimlacht: “Dat is toch echt niet zo vanzelfsprekend. Iedereen kan dat misschien wel spelen, maar hoe je dat doet, daar gaat het om. Het grote verschil is dat een kamermusicus in het algemeen en een liedbegeleider in het bijzonder, rekening moet houden met andere mensen. De meeste pianisten spelen het liefst solostukken. Die zijn helemaal met hun eigen ding bezig. Ik heb juist de bewuste keuze gemaakt dat niet te doen.”
Je treedt toch ook als solist op?
“Ja, maar ik geef liever concerten met andere mensen. Dat vind ik gewoon fijner. Vooral met zangers. Ademhaling is de basis van alle muziek, ook voor instrumentalisten. Zonder ademhaling klinkt alles alsof je een robot bent.”
Je moet je als pianist aanpassen aan de ademhaling van de ander?
“Aan de ene kant moet je aanpassen, maar aan de andere kant moet je juist hun ademhaling sturen. Zonder dat ze daar erg in hebben. Je kunt er voor zorgen dat zij op bepaalde plekken ademhalen. Jij kunt stuwen of juist ergens langer wachten. Je bent eigenlijk een beetje de regisseur, of de dirigent. Natuurlijk wel met geven en nemen. Zo ben je een gelijkwaardig duo.”
Maar de interpretatie van het lied is primair van de zanger?
“Deels. Hoe je het lied begeleidt hangt af van hoe je de tekst begrijpt. Dan maak je andere kleuren op de piano. Hoe meer je je in de tekst inleeft, hoe meer verschil je kunt maken. Dat hoor je echt als publiek. Je moet eigenlijk woord voor woord begrijpen, om soms ieder woord op een andere manier in te kleuren. Liederen zijn altijd maar heel kort, als miniaturen, en in die paar minuten moet je een heel verhaal vertellen.”
Tienjarige
Daan Boertien komt uit Breda. Hij is daar opgegroeid. Leerde piano spelen en zong als sopraan in het Sacramentskoor in Breda, een jongenskoor. Maar vanaf zijn tiende jaar begeleidde hij ook al kerkdiensten en repetities. “Dat vond ik leuk”, klinkt het bijna verontschuldigend als ik zeg dat zoiets toch geen doorsnee activiteit is voor een tienjarige.
>
“Dat vond ik leuk”, klinkt het bijna verontschuldigend
De organiste in de kerk was ook hoofdvakdocent piano aan het conservatorium in Tilburg: Jelena Bazova. Via haar kwam hij op zijn elfde als pianist in de jongtalentenklas van het conservatorium terecht. Twee keer per week ging hij daar naartoe, terwijl hij de middelbare school volgde aan het Newman College in Breda. Daarna werd het toch het conservatorium in Amsterdam voor zijn bachelor en master pianosolo. Niet Tilburg. “Ik was toe aan een uitdaging. Amsterdam is gewoon een groter conservatorium. Na zeven jaar Tilburg wilde ik mijn horizon verbreden.”
Is het ene conservatorium beter dan het andere?
“Het gaat niet zozeer om het conservatorium als geheel, maar meer om welke hoofdvakdocent je hebt. Dat is doorslaggevend. Tijdens mijn master begeleidde ik al bijna alle zangers op het conservatorium. Vrijwel niemand had daar interesse in en ik vond het hartstikke leuk. Ik speelde ook kamermuziek met allerlei instrumentalisten. Dat was geweldig. Je leert zoveel verschillende muziek kennen. Met saxofoons kom je bijvoorbeeld in een veel moderner, abstracter repertoire.”
>
Na zeven jaar Tilburg wilde ik mijn horizon verbreden.
Als drieëntwintigjarige afgestudeerde had hij een baan aan het conservatorium kunnen krijgen, maar hij wilde zich verder ontwikkelen. Daarom volgde hij meer masterclasses gericht op liedbegeleiding. Ook bij de Engelse pianist Graham Johnson, een grote Schubertspecialist die het talent van de jonge Nederlander herkende. In die tijd kreeg hij ook een Duitse vriendin, Marlen Korf, een zangeres uit Hamburg, met wie hij ging samenwonen.
Liedgestaltung
“In Hamburg kun je ‘Liedgestaltung’ studeren, dus het vormgeven van liederen. Die term is gekozen om het werk gelijkwaardig te maken aan dat van de zanger. In Berlijn kun je ‘Liedbegleitung’ studeren. Maar aan de Hochschule für Musik und Theater in Hamburg noemen ze het dus Liedgestaltung. Het komt op hetzelfde neer. Ik kreeg er les van de bekende liedspecialist Burkhard Kehring.” Boertien heeft er twee á drie jaar gestudeerd.
Een dergelijke specialistische opleiding kennen we in Nederland niet. Waarom niet? Zit het zingen van klassieke liederen minder in de Nederlandse cultuur dan de Duitse?
“Ik weet het niet. We hebben echt wel goede Nederlandse liedbegeleiders. Maar die zitten vaak in Duitsland. Er is ook een hele Nederlandse zangcultuur als je kijkt naar Elly Ameling, Robert Holl en de fantastische begeleider Rudolf Jansen. Die heeft met heel veel grote zangers gewerkt. Misschien moet ik zelf eens zo’n opleiding opzetten… over een aantal jaren. Maar eerst nog even spelen.”
Hij voelt zich het meest thuis in het Duitse repertoire: Beethoven, Schubert, Schumann, Mahler, Strauss. Zangers putten veelal uit het negentiende-eeuwse romantische repertoire. Op het Grachtenfestival in Amsterdam heeft hij vorige maand een groot gedeelte van Des Knaben Wunderhorn van Mahler uitgevoerd, samen met een mezzosopraan en een bas-bariton.
Na Hamburg kreeg je een contract bij de Opera Studio van de Nationale Opera in Amsterdam, voor een jaar (2019-2020). Dat is toch vooral voor zangers?
“Bij de opera helpen pianisten de zangers met het instuderen: als repetitor. Je bent samen de muziek aan het onderzoeken. En de pianist coacht de zanger. Zangers hebben echt een paar extra oren nodig. Een pianist hoort hetzelfde als wat het publiek hoort, maar de zanger zelf niet. De zanger weet niet of wat hij doet hetzelfde klinkt als wat er uit komt.”
>
Zangers hebben echt een paar extra oren nodig. Een pianist hoort hetzelfde als wat het publiek hoort, maar de zanger zelf niet.
Als het echt gaat om het instuderen van een rol voor een opera dan zit de dirigent er zelf vaak bij. Die is dan bepalend voor de interpretatie en de hele uitvoering. Maar dat werk heeft hij niet vaak gedaan.
“Bij de Opera Studio ben je ook veel bezig met auditie-aria’s. Zangers moeten overal auditie doen om aan de bak te komen en die aria’s moeten er zo goed mogelijk in zitten. Bovendien mocht ik vaak concerten geven met die zangers: lunchconcerten en concerten voor sponsors. De meest bizarre concerten deden we aan het einde van het seizoen, in de coronatijd: voor dertig mensen in de grote zaal!”
Freelancer
De coronapandemie heeft ook hem parten gespeeld en nog steeds krijgt hij berichten dat concerten de komende maanden niet doorgaan. Het afgelopen jaar ontving hij fulltime salaris bij de Opera Studio, maar als hij nu een klus doet voor de opera, is dat als freelancer. Eén dag in de week werkt hij wel vast als vocal coach aan het conservatorium in Rotterdam. Daarnaast moet hij zelf aan zijn optredens zien te komen.
Over twee weken geeft hij in Hamburg en Bleibach in Duitsland een paar concerten met de Duitse bariton Benjamin Appl, die over de hele wereld reist voor liedrecitals. Hij noemt hem een voorbeeld van iemand met een heel duidelijke expressie en goede verstaanbaarheid. “Iedereen in de zaal heeft het gevoel dat Benjamin alleen voor hem of haar zingt.”
In oktober geeft hij met zijn vriendin Marlen Korf in Braunschweig een liedrecital. Zij hebben tijdens de coronaperiode een soort huisconcertserie gemaakt met een programma dat over water gaat en dat ze bij mensen thuis kunnen uitvoeren. Voorwaarde is wel dat er een piano is, en voldoende ruimte.
Noord-Brabant
Er komt eind dit jaar ook nog een tournee onder de vleugels van Opera Zuid, met de bariton Michael Wilmering en onder de titel An die Ferne, gebaseerd op de liederencyclus An die ferne Geliebte van Beethoven. De regie is van Lisenka Heijboer die net Faust [working titel] heeft gedaan in Amsterdam. Veel opera-uitvoeringen kunnen niet doorgaan, maar een klein liedrecital is veel flexibeler dan een heel orkest met solisten. De tournee zal niet alleen Noord-Brabant en Limburg, maar ook Zwitserland aandoen.
>
Een klein liedrecital is veel flexibeler dan een heel orkest met solisten.
De toekomst voor zelfstandige uitvoerende musici en zangers blijft zeer ongewis. Het seizoensprogramma van Nederlandse operagezelschappen wordt voorlopig met potlood geschreven en staat omgeven met vraagtekens. Het is hier nog niet zo erg als in New York, waar de toonaangevende Metropolitan Opera heeft aangekondigd dit hele seizoen de deuren te sluiten en pas over een jaar mogelijk met een nieuw programma 21/22 te starten.
Daan Boertien timmert inmiddels verder aan de weg als liedbegeleider en kan bogen op heel wat prijzen en onderscheidingen. In Hamburg dit jaar de Berenbergprijs van de Elbphilharmonie en een jaar eerder daar de DAAD-prijs als voor de meest uitzonderlijke prestatie aan een Duitse hogeschool. Ook in Hamburg kreeg hij al eerder de eerste prijs als beste begeleider op het Gustav Mahler Wettbewerb. In ons land won hij afgelopen jaren onder andere de publieksprijs van Dutch Classical Talent (2018), samen met de bariton Raoul Steffani met wie hij veel samenwerkt, en de Kunst aan de Dijk prijs (2015). Geen wonder dat Daan Boertien de toekomst vol vertrouwen tegemoet gaat.
Foto boven dit artikel > Petra Teeuwsen
© Brabant Cultureel 2020
Leuk!!!