door Pieter Luykx
1.
in dit landschap heerst nu weer het najaar
de takken aan de bomen worden kaal, geen
vogel laat zich horen, reeds komt de kou
maar er blijft ruimte om te dwalen, zij kent
de weg en groet het water en de struiken
en luistert naar de stilte tot de dag vergaat
nog is er tijd om te verlangen, om hier niet
weg te gaan, maar zij verzacht die strijd
zij weet, alleen haar uur staat nog niet vast
2.
de zomer is gaan liggen en het najaar wint
het land vult zich met blad, de schaduw
maakt zich groot en zonlicht houdt zich in
ik dacht dat het niet mogelijk was, maar in
dit late uur klinkt nog haar stem en langzaam
maakt haar woord zich los, vindt vleugels
dat woord, en niets, ook niet het rustig water
verkwikt zo zeer, en niets, ook niet het diepe
duister wordt gevreesd in dit onzeker uur.
Pieter Luykx (Ginneken 1935) woont in Breda, waar hij werkzaam was als docent pedagogiek. Van hem verschenen verschillende dichtbundels en hij publiceert in literaire tijdschriften in Vlaanderen en Nederland, waaronder met enige regelmaat Brabant Cultureel.
Beeld boven: Detail uit Zomer (2003), Jan Wolkers.
Onder: bewerking van Zomer, Hans Lodewijkx
© Brabant Cultureel 2020