Sinds de coronacrisis uitbrak is het een stuk drukker geworden in de natuur. Ik merk het vooral tijdens mijn bijna dagelijkse wandeling door Moerenburg aan de rand van Tilburg. Vaak loop ik daar met de hond van de buren en Dido krijgt zo mooi de kans om met andere honden te ravotten en af en toe een duik te nemen in het kanaal.
Het mooiste stukje Moerenburg vind ik een moerasgebiedje met wilgen en riet dat grenst aan de Voorste Stroom zoals de Nieuwe Leij hier is gaan heten. Aan de overkant van het riviertje ligt een waterplas die eind jaren zestig, begin jaren zeventig moet zijn ontstaan toen ze grond nodig hadden voor de aanleg van de A58. Die plas is eigendom van particulieren die je er af en toe ziet zitten vissen. Jammer genoeg dus verboden terrein. Maar aan deze kant van de Voorste Stroom blijft er genoeg moois over.
Op één van de zonnige ochtenden waarmee de maand april dit jaar zo rijk gezegend is, zag ik in de verte drie mensen aan komen lopen, van wie er een ’n sleepnet bij zich had. Een net dat me meteen deed denken aan Meester Prikkebeen. De man die ermee door hoog opgeschoten grassen banjerde, Paul Cools, had echter niet zozeer vlinders op het oog, maar andere insecten. Het was vanwege corona dat hij wat meer de natuur introk, zo gaf hij te kennen, en ditmaal was hij aan het wandelen met zijn ouders. Meestal ging hij elders op insectenjacht, namelijk naar De Brand in Udenhout.
Fotograaf
Cools vangt insecten om twee redenen. Enerzijds om ze te determineren en vervolgens de gegevens op de site waarneming.nl te plaatsen. Anderzijds om interessante exemplaren te fotograferen. En daar was hij kennelijk goed in, want diverse foto’s van zijn hand hadden al hun weg gevonden naar een stockbureau, boeken, rapporten, tijdschriften uit verschillende landen en naar diverse websites, zo vertelde de 36-jarige Tilburger.
“Ik ben al vanaf mijn vijftiende begonnen met fotograferen in de natuur. Eerst ging het vooral om vogels maar op den duur ben ik ook geïnteresseerd geraakt in andere dieren. Insecten fotografeer ik nu een jaar of dertien. Ik ben eerst begonnen met vlinders en libellen en ben me me van daaruit gaan focussen op de andere groepen.”
Opvliegende kever
Insecten fotograferen is niet altijd makkelijk, aldus Cools. “Hoe kleiner en beweeglijker ze zijn hoe meer het een uitdaging is. Af en toe vliegt het insect al weg voordat je een foto hebt kunnen maken. Het is natuurlijk altijd mooi als er wat actie in zit, bijvoorbeeld als een kever opvliegt. Ik heb al redelijk wat libellen in de vlucht gefotografeerd, heel gaaf om te zien. Maar met al die uitstekende pootjes en vleugels en dergelijke ben ik al tevreden als het scherp is en de omgeving niet te storend.”
Cools verdient de kost als 3D-ontwerper op de digitale afdeling van een tandtechnisch bedrijf in Tilburg. “Wanneer ik tijd en kans heb, ga ik iedere week wel een paar uurtjes in het weekend even het veld in. Nu, met deze corona-periode kan het ietsje vaker door de week.” Overigens, de fotograaf mag dan wel gespecialiseerd zijn in insecten, ook voor vogels en andere dieren blijft hij oog houden. “En natuurlijk pluk ik wel wat landschappen mee op mijn verre reizen of mensen en andere leuke dingen.”
De gevorkte staart van de hagedis is uniek, hagedissen kunnen hun staart afstoten als ze aangevallen worden, in de loop der tijd groeit de staart weer aan. Bij deze hagedis is de celdeling iets te enthousiast te werk gegaan.
Wie meer insectenfoto’s van Paul Cools wil zien: https://www.pbase.com/paulcoolsphotography
(c) Brabant Cultureel 2020