Dat een verhaal waar gebeurd is, is geen garantie voor succes. De goegemeente ziet weliswaar graag dat schrijvers bij de waarheid blijven, maar als dat gebeurt leidt dat nog niet meteen tot een goed boek. Het tegendeel blijk vaak waar.
door Camiel Hamans
Stijn van der Loo (Eindhoven 1963) was een tijd lang redacteur van Brabant Literair, het literaire katern van Brabant Cultureel. In die periode brak hij door als romanschrijver. Met de vorig jaar verschenen roman Kleine helden zijn wij bewijst Van der Loo helaas dat het werkelijke leven – waar gebeurd – niet altijd een goede roman oplevert. In zijn nawoord geeft Van der Loo aan dat het boek ontstaan is een periode dat hij met familieleden zorgde voor zijn moeder die steeds verder dementeerde. De roman is daar een goed geschreven verdichting van.
Maar er zitten meer verhaallijnen en problemen in deze roman. Smolders, de vijftigjarige hoofdfiguur, is een middelbare man die vroeger enig succes gekend heeft als zanger, maar het nu nauwelijks nog redt in zijn werk als journalist en in het leven. Zijn veel jongere vrouw is bovendien in hem teleurgesteld, omdat hij als man niks meer klaarspeelt. Zij heeft een vriend gevonden en die mee naar huis genomen. Smolders, toch al lijdend aan het bestaan, moet in de krappe, gedeelde bovenwoning meegenieten van de uitbundig geconsumeerde seks. En alsof dat al niet voldoende is voor grote somberheid, gaat ‘de wereld volgens Smolders’ ook steeds verder achteruit. Had zijn grootvader nog met idealisme de DELA opgezet, nu is het uitvaartbedrijf verworden tot een melkkoe voor slimme graaiers. Dat de naam ooit stond voor Draagt Elkanders Lasten is in deze tijd vergeten.
Luchtig
Het kan in dit gelukkig wel luchtig gehouden verhaal niet op, zoveel ellende komt er voorbij. Dat komt natuurlijk omdat Van der Loo, zelf ook een gewezen liedjeszanger, maar daarnaast gelukkig een uiterst succesvol componist en documentair filmer, zijn werkelijkheid tot uitgangspunt heeft genomen. Daarin had hij niet alleen de zorg voor zijn steeds verder achteruit gaande moeder, maar ook van een gesprongen relatie en een daarop volgende moeizame scheiding.
Dit alles vermeldt het nawoord niet, maar je hoeft de roddelpers niet te volgen om te beseffen dat de basis voor de scheidingsverhaallijn Van der Loo’s realiteit geweest is. Daarvoor zitten er voldoende signalen in het verhaal. En dat is misschien ook het probleem met dit boek: de schrijver zit te dicht op zijn eigen huid. Zijn getob, zijn sombere buien, zijn idee dat we leven in een wereld zonder moraal, zijn zelfmedelijden verstikken de vertelling. Hoezeer Van der Loo ook zijn best gedaan heeft de toon van het boek licht te houden.
Moeder
Mannen willen zich voordoen als helden. Veel meer hebben zij nu eenmaal niet, meldt Smolders. Maar hij blijkt toch eerder een verliezer. De echte kleine titelheld van dit verhaal is Van der Loo’s moeder, schrijft hij in het nawoord: ‘Toen ik haar vertelde dat mijn boek Kleine helden zijn wij zou gaan heten en het voor een groot gedeelte over haar ging, juichte ze: “Ik ben een kleine held”.’
Hoe sympathiek het ook is dat Van der Loo met dit boek onder andere een monumentje voor zijn moeder wil oprichten, het is duidelijk dat de succesvolle en bekroonde schrijver van zulke geslaagde romans als De Galvano (2002), De held Jacob Mulle (2006) en Slopers (2012) beter uit de voeten kan met fictie dan met de werkelijkheid.
Stijn van der Loo, Kleine helden zijn wij.
Amsterdam: Querido 2018, 240 pp., ISBN 9-789-021-45-776-5, pb., € 20,00.
Lees ook op Brabant Cultureel:
Stijn van der Loo bezingt koning Arthur
© Brabant Cultureel 2019