Vijftig jaar geleden werd de Katholieke Hogeschool Tilburg bezet door studenten en sympathiserende stafleden. Een maand later werd in Amsterdam het Maagdenhuis bezet, wat in de media en ook in de herinnering de acties in Tilburg in de schaduw zette. Toch verdient juist ook de studentenrevolte in Tilburg te worden herinnerd. Het was de eerste bezetting van een universiteit in Nederland die ook nog eens geheel geweldloos verliep.
door Jasper Mikkers
Op 29 april 1969, aan het begin van de middag, deelde rector magnificus Cees Scheffer in de foyer van gebouw A van de Katholieke Hogeschool Tilburg per megafoon mee dat de hogeschool ‘met onmiddellijke ingang en voor onbepaalde tijd’ gesloten werd. De studenten die toegestroomd waren, luisterden verbluft toe. ’s Ochtends hadden enkele studenten de telefooncentrale bezet, om die na een paar uur weer vrij te geven. In de nacht ervoor was de senaatszaal, het heilige der heilige, bezet geweest nadat een aantal eisen van Links Front, de samenbundeling van linkse krachten onder de studenten, door de senaat was afgewezen. Toentertijd was de senaat het dagelijks bestuur van een universiteit. Alle hoogleraren maakten er deel van uit, voorzitter was de rector magnificus. De Katholieke Hogeschool Tilburg was in die tijd een instelling voor universitair onderwijs en niet een hogeschool in de huidige betekenis van dat woord. Daarom gebruik ik hier en daar de aanduiding universiteit voor de KHT.
Dat het tot een confrontatie kwam tussen de ‘otoriteiten’ (toenmalige spelling) en studenten, was niet verwonderlijk. Een jaar lang al waren colleges verstoord en was gedreigd met acties. President-curator Paul van Boven was er klaar mee. Het curatorium was in die tijd het hoogste bestuursorgaan van een universiteit, curatoren waren mensen van buiten de universiteit die hoge functies bezaten en het beleid bepaalden. Hij was het die de rector magnificus opdracht had gegeven de tent te sluiten.
Hogeschoolraadsvergadering
De verbijstering die het gevolg was van de sluiting van de hogeschool, veranderde in korte tijd in een mengeling van verontwaardiging en gejubel. ’s Middags kwamen de studenten in een zogenaamde hogeschoolraadsvergadering in de aula bijeen en namen met handopsteken een eigen besluit: de hogeschool gaat niet dicht, de studenten nemen het beheer over, de colleges zullen door de studenten en sympathisanten onder hoogleraren en wetenschappelijk medewerkers worden voortgezet. En daarmee was de bezetting van het universiteitsgebouw door de studenten een feit. Het was de eerste bezetting van een universitaire instelling in Nederland. Vrijwel exact een jaar na de Meirevolutie in Parijs deed de studentenrevolutie zijn intrede in Nederland.
De bezetting duurde negen dagen, van 29 april tot 8 mei 1969. Als er in Nederland in de jaren daarna gememoreerd wordt aan het studentenverzet van eind jaren zestig, wordt vrijwel uitsluitend verwezen naar de Maagdenhuisbezetting in Amsterdam. Die voltrok zich van 16 tot 22 mei 1969. Toch beleefde de studentenrevolutie haar begin én hoogtepunt in het zuiden van Nederland, aan de huidige Universiteit van Tilburg.
De studenten van de Katholieke Hogeschool Tilburg lagen al geruime tijd, langer dan een jaar, in de clinch met het bestuur. In mei 1968 protesteerden zij al tegen een wapententoonstelling op het universiteitsterrein. Zij ventileerden hun onvrede met sit-ins, teach-ins en bezettingen van lokalen (aula en collegezalen), belegerden het politiebureau aan de Noordhoekring, organiseerden een sekscongres en sekstentoonstelling en ondergroeven op allerlei terreinen de fundamenten van de naoorlogse samenleving. Zij ook formuleerden de eisen van de landelijke studentenbeweging in gesprekken met de politieke partijen uit de Tweede Kamer en in onderhandelingen met de toenmalige minister van onderwijs Veringa.
Strafrechtelijk
De Maagdenhuisbezetting, die een week na beëindiging van de bezetting van de Katholieke Hogeschool Tilburg begon, leverde weinig constructiefs op. Ze was niet veel meer dan een uiting van onbehagen en strandde in een botsing met de politie, met strafrechtelijke vervolging van de bezetters als resultaat. De Maagdenhuisbezetting was mosterd na de maaltijd. Toch is de Maagdenhuisbezetting uiteindelijk verankerd gebleven in het collectieve bewustzijn als de culminatie van het studentenverzet. Aan de bezetting van de Katholieke Hogeschool Tilburg zou later door de pers nauwelijks nog aandacht besteed worden.
De reden daarvan ligt in het spectaculaire karakter van de Maagdenhuisbezetting: de beelden van geweld in Amsterdam bleven beter in het geheugen hangen dan de krantenfoto’s van vergaderende studenten in Tilburg. Geweld telt. Geweldloosheid slijt.
Het bijzondere van de Tilburgse bezetting was inderdaad het geweldloze karakter ervan. Links Front had als uitgangspunt dat er geen geweld gebruikt mocht worden. Paul Jansma, studentenleider in Tilburg, was getuige geweest van de gewelddadigheden in Parijs en misschien werd de overtuiging dat het studentenprotest in Tilburg geweldloos moest verlopen daar geboren. Ook de bestuurders van de Hogeschool, te weten het curatorium en de senaat, waren de overtuiging toegedaan dat er geen geweld gebruikt mocht worden tegen wat zij noemden ‘onze studenten’.
Iconisch
De komende tijd zal de Maagdenhuisbezetting opnieuw in de media herdacht en toegelicht worden. Zoals in 2009. En dezelfde iconische foto’s zullen bij de artikelen afgedrukt worden en in tv-programma’s getoond. Het zijn de foto’s waardoor de Maagdenhuisbezetting ‘onvergetelijk’ werd. Bij iedereen die toen het nieuws volgde of die later fotoboeken van het jaar 1969 doorbladerde, staat op het netvlies gebrand ‘de wankele loopbrug’ – niet meer dan een ladder – over de Handboogstraat, die het Maagdenhuis destijds scheidde van de Universiteitsbibliotheek. Via die ladder werden de bezetters van proviand voorzien. De Ho Chi Minhroute, werd die ladder genoemd – een pathetische verwijzing naar de bevoorradingsroute van de guerrillastrijders in Vietnam. Sander van Walsum beschreef het in zijn artikel ‘De bezetting van ’69 werd later pas mooi’ in de Volkskrant van 26 februari 2015.
Foto’s die dezelfde heroïek uitstralen, bestaan er van de bezetting van de Katholieke Hogeschool Tilburg niet. Er is één foto die de hele wereld overging en die symbool staat voor de studentenopstand in Tilburg. Die foto die gemaakt is door de Tilburgse fotograaf Rien Siers op een koude nacht in februari 1969, dus niet tijdens de bezetting, en laat de voorgevel van het universiteitsgebouw zien: daarop is met rode menie in bloederige letters de naam KARL MARX UNIVERSITEIT geschilderd. Het is dit beeld dat ook nu nog, na vijftig jaar, voortleeft in het geheugen van velen. En dit niet tot onverwisselbaar genoegen van opeenvolgende universiteitsbesturen.
Van de Tilburgse bezetting bestaan verder geen spectaculaire, iconische foto’s, geen afbeeldingen van studenten die zich voor een tank opstellen of die door de politie tot bloedens toe worden afgetuigd. Het ging er van buitenaf gezien vreedzaam en rustig aan toe. En vooral dat is de Tilburgse studentenopstand noodlottig geworden als het gaat om een plaats in de geschiedenis van het studentenverzet. De bezetting in Tilburg leidde niet tot een geweldsoptreden van de politie. Wel speelde er zich veel af binnen de muren van de Katholieke Hogeschool Tilburg. In korte tijd werd een organisatie op poten gezet die ervoor zorgde dat de meest uiteenlopende taken werden verricht. Dag en nacht werd er met binnen- en buitenwereld gecommuniceerd en er werd op hoogspanning vergaderd. Hoogleraren verklaarden zich solidair met de studenten en namen het risico van schorsing en ontslag. Journalisten beschreven hoe de studenten hen onvermoeibaar te woord stonden, met zwarte wallen onder de ogen door slaapgebrek.
Voornemen
Ik was in Tilburg eerstejaars in 1969 en begreep lang niet alles. Maar deze strijd tussen culturen en generaties, op hoog intellectueel niveau uitgevochten, fascineerde mij mateloos en in de jaren daarna kreeg het voornemen een roman aan dit onderwerp te wijden steeds meer vorm. Waarom waren andere schrijvers niet geïnteresseerd in een van de roerigste jaren en heftigste gebeurtenissen van de naoorlogse geschiedenis?
In het eerder genoemde Volkskrant-artikel van Sander van Walsum over de bezetting in Amsterdam kunnen we lezen: ‘De bezetters waren verwikkeld in marathondebatten in de centrale hal van het Maagdenhuis. In de Maagdenhuismythologie althans. In werkelijkheid hebben de bezetters zich meestentijds doodverveeld, zei een van hen later in Het Parool. “Het grootste deel van de tijd gebeurde er helemaal niets.”’ In 2009 voltooide ik de roman Karel Marx Universiteit, roman over een revolutie. Het is een op feiten gebaseerde roman van ruim driehonderd pagina’s. Tijdens de bezetting in Tilburg deden zich weinig momenten van verveling voor. Het was een buitengewoon spannende tijd waarin jongeren bloedserieus idealen najoegen, maar zich ook overgaven aan absurditeiten en briljante humor.
Is de revolutie daadwerkelijk gestolen? Door de studenten van het Maagdenhuis? Door de journalisten en fotografen? De geschiedschrijvers? De media? Of is ze verdonkeremaand? In een regen van onverschilligheid opgelost en weggespoeld in een Tilburgs rioolputje?
© Brabant Cultureel 2019
Klopt het dat ik in uw artikel een verwijzing mis naar: ‘1969 Opstand in het Zuiden’? Auteurs Frans Godfroy, Paul Kuypers en Rob Vermijs. Uitgeverij IJzer Utrecht, 2013.
De universiteit besteedde in 2019 op meerdere manieren aandacht aan de bezetting, waarbij werd samengewerkt met het VPRO-pogramma OVT dat er een aflevering van ‘Het spoor terug’ aan wijdde. Meer documentatie is te vinden op de site van de universiteit: https://www.tilburguniversity.edu/nl/over/historie-en-academisch-erfgoed/bezetting
Bij het onderschrift van de iconische foto van de Karl Marx universiteit staat ten onrechte “foto Rien Siers”. De foto is door mij gemaakt, Hans van de Watering.
Is gewijzigd!
Redactie Brabant Cultureel