door Joep Eijkens
Weinigen is het gegeven om zo feestelijk afscheid te nemen van zo’n mooi leven als Jan Naaijkens uit Hilvarenbeek ten deel viel. Op dinsdagmiddag 23 april, werd hij op een hoogkar, getrokken door een prachtige boerenknol, ten grave gedragen. Vooraf gegaan door het Filiassi Huisorkest en na een aubade van de Koninklijke Harmonie Concordia vanaf de kiosk op de Vrijthof.
Voorafgaand aan de tocht naar de begraafplaats vond eerst in Cultureel Centrum Elckerlyc een druk bezochte bijeenkomst plaats waar de talloze kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen van Jan en Agnes Naaijkens de honderdjarige uitluidden met muziek, gezang en vooral veel dierbare herinneringen.
Zo ging het onder meer over Jan de onderwijzer, de verhalenverteller, de schrijver, de tekenaar, de theaterman, de reislustige vader, de grote liefde van zijn ‘betere ik’ Agnes en niet te vergeten de eeuwig jong blijvende opa.
Maar wat misschien nog het sterkste naar voren kwam uit al die mooie woorden was de levenskunstenaar die van zijn leven werkelijk een kunstwerk had gemaakt. En die de prachtige groet van de middeleeuwse dichteres Hadewijch ‘Vaert wel ende levet scone!’ tot zijn eigen levensleus had gemaakt.
‘Ook de laatste tocht van Jan Naaijkens was in Hilvarenbeek een wagenspel’, schreef Tom Tacken treffend in het Brabants Dagblad. Mooi was dat ondanks de vrienden, bekenden en bewonderaars dit toch vooral het afscheid was van een vader, grootvader en overgrootvader. De familie had – terecht – de regie strak in handen.
Velen, onder wie Commissaris van de Koning Wim van de Donk, cabaretier Jacques Klöters en zanger Gerard van Maasakkers, volgden de stoet naar het kerkhof. En nadat daar afscheid was genomen, gingen familie en vrienden en kennissen naar café De Gouden Carolus. Om te drinken en te eten – en het leven te vieren.
© Brabant Cultureel 2019