Bij archeologisch onderzoek op het Isabellaveld aan de noordkant van Vught zijn op 7 februari 2019 enkele graven gevonden van vermoedelijk soldaten die betrokken waren bij het beleg van ’s-Hertogenbosch in 1629. Daarin zijn drie skeletten van slachtoffers aangetroffen. Eén ervan vertoont duidelijke sporen van lood die duiden op een fatale schotwond. Dit is voor het eerst dat de menselijke tol van ‘1629’ zichtbaar en tastbaar wordt en dat is bijzonder.
Op de onderzoeklocatie lag Fort Isabella dat rond 1614 werd gebouwd als zuidelijkste verdedigingswerk voor ’s-Hertogenbosch. Nu komt hier nieuwbouw en voorafgaand daaraan vindt archeologisch onderzoek plaats door onderzoeksbureau BAAC (Bureau voor Bouwhistorie, Archeologie, Architectuurhistorie en Cultuurhistorie) uit Den Bosch. Tijdens het beleg werd dit fort vanuit het zuiden bestookt vanuit door een stelsel van loopgraven. Sporen hiervan zijn nu tijdens de opgraving aan het licht gekomen, evenals grote aantallen loden musketkogels en karrensporen van – wellicht – de pionierende boeren en de aanvoer van wapentuig.
1629 is een betekenisvol jaar in de geschiedenis van ’s-Hertogenbosch en wijde omgeving. Hoe we het benoemen zegt nog steeds veel over de positie van de beschouwer. ‘Viel’ Den Bosch, of werd de stad ‘ingenomen’ of ‘veroverd’? Was het winst of verlies? Die vraag bepaalt mede onze kijk op de Tachtigjarige Oorlog waarin dit in elk geval voor het zuiden een beslissend moment is geweest. Frederik Hendrik vestigde zijn naam als ‘stedendwinger’ en de Hollanders maakten hun reputatie als polderaars waar. Door met molens het water uit de moerassen rond de stad weg te pompen, maakten zij de fameuze ‘moerasdraak’ benaderbaar en dwongen zij de stad op de knieën. De belegering en inname van ’s-Hertogenbosch in 1629 was op militair-strategisch vlak zo innovatief dat uit heel Europa edellieden als toeristen naar het slagveld kwamen om vanaf een veilige afstand getuige te zijn van een ‘good fight’. De val/inname van de stad was korte tijd wereldnieuws.
Tastbare herinneringen aan deze belegering zijn er echter niet veel. De vestingwerken en forten rond de stad werden nog herhaalde malen verbouwd en aangepast aan de eisen van de tijd, of raakten in verval en verdwenen uit het landschap. En de meeste van de schansen en loopgraven die de aanvallers aanlegden, werden al snel na 1629 geslecht en dichtgegooid. Het leven ging immers door. Vooral die aanvalswerken werden voor een groot deel zowel aangelegd als geslecht door talloze boeren uit de hele Meierij die gedwongen moesten ‘pionieren’. Van de aanvoerders die aan beide zijden de held uithingen, kennen we de namen en er zijn ooggetuigenverslagen van deelnemers en toeschouwers, maar van de slachtoffers die er vielen, hadden we tot voor kort geen enkele in beeld. (lt)
Zie ook Wikipedia over Fort Isabella