Beeldend kunstenaar Hans de Wit maakt tekeningen en dan ook nog eens op groot formaat. Samen met Robbie Cornelissen en Arno Kramer was hij daarin lange tijd de enige in Nederland. Inmiddels is de tekening als autonoom kunstwerk populair onder een jongere generatie. Daarvan getuigde de expositie Gum die een half jaar geleden te zien was in de Cacaofabriek in Helmond. Daar was ook werk te zien van Hans de Wit.
door Irma van Bommel
Hans de Wit (1953) heeft zijn atelier achter in zijn tuin in de wijk Strijp in Eindhoven. Aan de wand in het atelier hangt één groot werk. Een aantal andere werken staat opgerold in een hoek. Hij legt uit waarom hij maar één werk heeft opgehangen. De Wit werkt met krijt en telkens als je een krijttekening oprolt of uitrolt heb je een beetje materiaalverlies. Hoe hij te werk gaat en wat zijn beweegredenen zijn, vertelt hij dan ook hoofdzakelijk aan de hand van dit ene werk met de titel Changes of Scenery (2016). Vanwege zijn galerie in London hanteert hij Engelstalige titels. Dit werk was een half jaar geleden nog te zien in de expositie Gum in de Cacaofabriek in Helmond.
Autonoom
Na het behalen van zijn onderwijsakten in Tilburg vervolgde hij zijn opleiding aan de Jan van Eyck Academie in Maastricht. De Wit begon zijn artistieke loopbaan als schilder, maar het tekenen had ook altijd zijn aandacht. Het zien van een expositie van kleine tekeningen van Pieter Bruegel in Museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam, twintig jaar geleden, deed hem beslissen definitief over te stappen op tekenen als autonome kunstvorm. Inmiddels is zijn werk opgenomen in collecties van onder andere Boijmans van Beuningen en het Teylers Museum in Haarlem, beide bekend om hun collecties tekeningen, maar bijvoorbeeld ook in Museum De Pont in Tilburg.
Na het zien van de kleine tekeningen van Bruegel bedacht hij: “Zoiets wil ik in het groot.” Naast het werk van Bruegel bewondert hij ook het werk van Matthias Grünewald, Hercules Seghers en de negentiende-eeuwse kunstenaars Richard Dadd, Caspar David Friedrich en John Martin. In Bilbao zag hij een expositie van Martin en raakte onder de indruk van diens mezzotinten (ook wel zwarte kunst genoemd). Het werk van Dadd, Friedrich en Martin is indrukwekkend mooi maar tegelijk ook huiveringwekkend, iets dat we ook terugvinden in het werk van De Wit.
Aanvankelijk verwerkte De Wit architecturale vormen in zijn werk met een sterk perspectivisch verloop. Dat sommige vormen associaties opriepen met het menselijk lichaam was niet toevallig. Later koos hij in zijn composities voor amorfe voorstellingen die allerlei associaties kunnen oproepen. Het werk van De Wit is verhalend zonder een duidelijk verhaal te vertellen.
Bolder
Een terugkomend element in zijn composities is de boldervorm, een bol op de kade waaraan schepen met kabels vastgemaakt kunnen worden. Met een beetje fantasie lijken deze bollen op koppen. Sommige bolders hebben ‘schouders’ en dan is de associatie met de menselijke figuur makkelijk gemaakt. De bol en de bolvorm met schouders vind je regelmatig terug in zijn werk. Voor hem zijn dat sterk geabstraheerde vormen van het menselijk lichaam, net zoals een pionnetje en de eerder genoemde architecturale vormen dat zijn. Onderaan het opgehangen werk zie je twee bollen die een eenheid vormen. Die staan symbool voor verzoening. De een gaat over in de ander, maar de twee ‘denkwerelden’ links en rechts daarvan zijn juist tegengesteld en vormen een conflict.
“De vogelvorm in dit werk is niet noodzakelijk een vogel”, legt De Wit uit, “eerder een moeder met kind, iets vertrouwds, een moedergevoel.” Rechts daarvan zien we een doek dat ergens overheen is gedrapeerd. Dat roept zowel gevoelens van bescherming op – iets waar je onder kunt schuilen – als associaties met een boerka. In beide gevallen heeft het te maken met afzondering en anonimiteit. Om te ervaren hoe dat voelt, is hij zelf onder een doek gaan zitten. Daarvan heeft hij een foto gemaakt die diende als uitgangspunt voor zijn tekening.
Toch is het uitdrukken van emoties niet zijn doel. Het weergeven van een stemming daarentegen vindt De Wit essentieel. Hij wil een moment van crisis uitbeelden, een moment tussen de ene denkwereld en de andere, een moment tussen aantrekkingskracht en afstoting. “Alsof je een lichtschakelaar tussen aan en uit wil vastzetten.” Zijn werken zijn qua vorm en betekenis niet eenduidig. Toeschouwers mogen vrij associëren, maar met details wil hij wel sturen. Details als pijlpunten, lansen en verwondingen verwijzen naar geweld. De schubben van de vogelvorm zijn opgebouwd uit groenblijvende bladeren en verwijzen daarmee naar een lauwerkrans, van oudsher een symbool van onvergankelijkheid en eeuwig leven, roem en eerbetoon.
Dichtbij
Het beschouwelijke aspect in zijn werk is voor De Wit belangrijk. Er zit een gelaagdheid in zijn werk. Zonder al te belerend te willen zijn, vindt hij dat we anders in het leven moeten staan, anders met onze aarde moeten omgaan. Zijn werken zijn niet alleen bedoeld om van een afstand aanschouwd te worden, maar ook van dichtbij. In detail wil hij ook de schoonheid van de tekenkunst laten zien. De vaardigheid van de kunstenaar om bijvoorbeeld zowel glanzende als matte materialen weer te geven, en dieptewerking. Van dichtbij valt er nog van alles te ontdekken, zoals concentrische cirkels die met behulp van een passer zijn aangebracht of de toepassing van een klein afdrukje.
Omdat hij pastelkrijt gebruikt, moet hij het werk telkens fixeren voordat hij een nieuwe laag kan aanbrengen. Dat gebeurt met een compressor en fixeer. Ieder werk bestaat daardoor uit meerdere lagen. Hoewel de werken donker ogen, is juist het licht-donker aspect belangrijk, net als het kleurgebruik. “Kleur heeft met temperatuur te maken.” Het papier dat hij gebruikt voor zijn grote werken is gemaakt van lompen en het wordt vervaardigd in Engeland. Alvorens een tekening op te zetten met houtskool, brengt hij eerst een grit, een raster, van stipjes en streepjes aan als onderlaag, wat een formeel aspect benadrukt. Om zijn pastelpotloden te slijpen ontwikkelde hij een eigen slijper, met een slijpschijf aangedreven door een boormachine. Een standaard potloodslijper voldeed niet.
Het tekenen op groot formaat is fysiek een zware belasting. Hij heeft daarnaast dan ook altijd gedetailleerde tekeningen in een handzamer formaat gemaakt, zodat hij het werken in verschillende formaten kan afwisselen. Ook maakt hij op flinterdun, blauw briefpapier op A4-formaat schetsen, voorstudies of oefeningen in inkt of aquarelverf, om snel iets uit te proberen. Door het schetsmatige karakter oogt dit kleine werk spontaan. Recent experimenteert hij met een andere vorm van presenteren en wel de sequentie. Hij presenteert reeksen van opeenvolgende voorstellingen die zich afspelen op, onder en boven de grond. Deze vorm biedt weer volop mogelijkheden voor de toekomst.
Foto helemaal boven: Hans de Wit voor zijn werk Changes of Scenery (2016), met rechts een doek waar je onder kunt schuilen. Foto Piet den Blanken
Werk van Hans de Wit is t/m 3 maart 2019 te zien in SASK, Sint-Niklaas (B).
Hans de Wit heeft een vaste galerie in Londen: John Marchant Gallery
Bekijk de video ‘The Secret Life of Materials, 2018’
Lees ook in Brabant Cultureel:
Gum als grote goedmaker van fouten expositie films en muziek in cacaofabriek
Vijfentwintig jaar De Pont, directeur en kunstenaars halen herinneringen op
© Brabant Cultureel 2019